In de it-sector maken we graag gebruik van Engelse termen, waar vaak geen goed Nederlands equivalent voor is. Neem nu bijvoorbeeld het woord usability. Ik heb er drie verschillende woordenboeken op nageslagen, maar er is geen vertaling voor te vinden. Daarom blijf ik de Engelse term toch maar gebruiken.
Onlangs hield een collega van mij een presentatie over usability. Aanvankelijk reageerden de ruim dertig aanwezigen wat lacherig op het betoog, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar bewegingspatronen van het oog, dat de belangrijkste informatie op een pagina het beste links bovenaan kan staan. Ik hoorde iemand iets mompelen over een open deur.
Kostbare werktijd verloren
Maar toen er wat user interface (UI) voorbeelden van websites en webapplicaties werden getoond waarmee de hedendaagse professional zijn werk moet doen, bleek de belangrijkste informatie vaak helemaal niet in de linker bovenhoek te staan. Integendeel, die informatie stond verstopt tussen allerlei andere informatie waarin de gebruiker helemaal niet geïnteresseerd is. Of erger nog, die informatie bleek soms pas na vijf keer doorklikken tevoorschijn te komen. Vijf keer doorklikken is geen ramp, als je een bepaald soort gegevens zelden nodig hebt. Maar wanneer je ze meerdere keren per dag, of misschien zelfs per uur moet opzoeken, dan gaat er wel heel veel kostbare werktijd verloren.
Onderschat dus de gevolgen van een ondeugdelijke UI niet. Uit onderzoek is gebleken dat de user interface een cruciale factor is bij het adopteren van de applicatie. Het is een must om hem voor de gebruiker te optimaliseren. Hierbij is de opmaak ook een aandachtspunt. De keuze voor kleuren en lettertypes dient weloverwogen te zijn en de interface moet goed in balans zijn, rust uitstralen en een goede uitlijning hebben.
Bovenaan
Het zorgvuldig kiezen van widgets is iets waar je goed over moet nadenken. Het is verre van optimaal om een drop down lijst te gebruiken wanneer er vijftig keuzes mogelijk zijn. Gebruik in plaats daarvan liever een auto complete widget, die de kans op overmatig klikken en scrollen beperkt. Of kies voor een drop down lijst die zich aanpast aan de gebruiker en de meest gebruikte keuzes bovenaan plaatst.
Usability staat voor het beperken van het aantal overbodige handelingen. Daar dien je bij het ontwerpen van applicaties al rekening mee te houden. Onderzoek altijd op welke manier je collega's en/of klanten een applicatie gebruiken zullen. Betrek de gebruiker al vanaf het allereerste moment bij het ontwerpproces. Maak voordat je ook maar iets gaat programmeren een schets van het beeldscherm zoals jij denkt dat het eruit moet zien en leg dat voor aan een collega. En als je een eerste versie klaar hebt, pluk dan iemand van de gang en laat hem ermee werken.
Handige plaats
Tijdens het testen stel je je op als een psychiater. Vraag je testpersoon om te vertellen wat hij ziet, voelt en denkt. En wordt niet boos als hij niet de knop gebruikt waarvan jij bedacht had dat hij die wel zou kiezen. Constateer alleen dat die knop blijkbaar toch niet op een handige plaats zit en vraag waar de gebruiker hem zou willen hebben.
Een conclusie zou kunnen zijn dat je voor elk type gebruiker een eigen scherm zult moeten ontwerpen. Op die manier kan iedereen optimaal ondersteund worden bij het gebruik van de applicatie. Een sales manager heeft nu eenmaal een andere informatiebehoefte dan een account manager.
Ei van Columbus
Eigenlijk is usability te vergelijken met het Ei van Columbus. Iedereen kan een ei rechtop laten staan door de punt van de schaal te breken, maar Columbus was de eerste die het deed. Word jij de Columbus van de applicatieontwikkeling? Dan kan je jezelf met een mooi Engels woord usability-expert noemen.
Ruud Hochstenbach
Account/partner manager
OutSystems
In de wetenschap houdt de psychologische functieleer in het algemeen en de waarnemingspsychologie in het bijzonder zich al decennia lang bezig met deze thematiek. Het voornaamste doel van deze richting in de psychologie is om te beschrijven hoe onze interne representaties van de buitenwereld tot stand komen en om een beter inzicht te krijgen in de deelprocessen waaruit complexe denk- en informatieverwerkingsprocessen zijn samengesteld. De meest optimale (en succesvolle !) GUI’s zijn dan ook het resultaat van een gezamenlijke inspanning van programmeur en psycholoog. Zie ook: http://twitter.com/#!/Goos_over_ICT
Hallo Ruud,
Ik weet niet welke woordenboeken jij gebruikt hebt, maar zonder er een te raadplegen: bruikbaarheid lijkt mij een uitstekende vertaling.
Sorry ik kon het niet laten.
Om een discussie over de juiste vertaling te voorkomen. Volgens mij gaat het artikel niet om de vertaling van het woord usability, maar om wat usability inhoudt Ruud. Software leveranciers lopen (vaak) het risico een tunnelvisie te ontwikkelen ten aanzien van de functionele kant van applicaties. Dit leidt veelal tot onlogische keuzes t.a.v. het aanbieden van functionaliteiten binnen de applicatie(s). Het zou daarom goed zijn dat software bouwers A)Beter luisteren naar de wensen van klanten, B) signalen uit de markt beter oppakken en C) de UI van applicaties een grotere rol geven tijdens de ontwikkelfase.
Het lijkt er nog vaak op dat software leveranciers ‘quick and dirty’ prefereren boven het ontwikkelen van ‘bruikbare’, ‘gebruiksvriendelijke’ en ‘intuïtieve’ software.
Samengevat: meer oog voor de ‘usibility’.
@Frans,
Bruikbaarheid is geen goede vertaling, want het dekt niet de volledige lading. Iets kan bruikbaar zijn, maar niet op een efficiënt manier, waardoor de usability laag is.
Usability kan je gewoon niet vertalen in één woord.
Usability is het geschikt maken van een product, voor een bepaald type gebruiker, die een specifieke taak uitoefent in een specifieke omgeving en dit om specifieke doelen te bereiken op een efficiënte en effectieve manier met een hoge graad van tevredenheid.
Als jij dit kan vervatten in één Nederlands woord, stuur me dan een mailtje. 🙂
@Ruud,
5 keer klikken hoeft ook onder andere omstandigheden geen ramp te zijn. Het kan efficiënter zijn om het met minder klikken te doen, maar het kan ook zijn dat dit een impact heeft op de leercurve. M.a.w. best bekijken van situatie tot situatie en goede gebruikersprofielen in kaart brengen.
Vragen aan gebruikers wat ze voelen en denken is geen goed idee.
Eén: ze kunnen niet altijd goed verwoorden wat ze denken en voelen.
Twee: Cognitieve bronnen zijn beperkt. Als de gebruiker moet antwoorden, dan gaat dit ten koste van zijn aandacht voor de interface.
Drie: Ze zeggen niet altijd wat ze denken. Bewust en onbewust. Mensen hebben de neiging om te vertellen wat ze denken dat je wil horen of wat sociaal aanvaardbaar is.
Vier: Als mensen je vertellen wat ze doen, dan vallen ze terug op hun geheugen, welke hoogst onbetrouwbaar is, een snel verval heeft en het lastig heeft met details.
Vijf: Mensen rationaliseren hun gedrag: “Als die knop groter was geweest, dan had ik die écht wel gezien hoor”. Al wat we weten is dat hij de knop niet gezien heeft.
Zes: Als je luistert naar gebruikers, dan ben je bezig met meningen. Meningen hebben geen waarde in het usability vakgebied. Meningen zijn goed voor op café.
Usability mensen gaan eerder uit van feiten. Ze observeren de gebruiker wat hij DOET. Dat heeft meer waarde dan wat hij zegt dat hij doet.
Als er iets is dat je niet moet doen om een goede usability te bekomen, dan is het luisteren naar de gebruikers. Nogmaals: observeer hun, liefst in hun eigen biotoop terwijl ze de website of applicatie gebruiken.
De Columbus van de applicatie-ontwikkeling is er al een tijdje. Usability is immers niet nieuw. Het is ontstaan in WOII en is echt volwassen geworden in de jaren 80 van de vorige eeuw. Gould en Lewis hebben in 1985 als één van de eerste een usability raamwerk bedacht.