Automatiseerder SLTN heeft het kort geding verloren dat het had aangespannen tegen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De hardwaredienstverlener was het niet eens met het verloop van een gunning voor een opslagomgeving. DJI vond dat de op NetApp-gebaseerde oplossing niet voldeed aan de gestelde eis en koos voor PQR. De rechtbank in Den Haag stelde DJI in het gelijk.
DJI, het agentschap van het ministerie van Justitie dat gevangenissen en justitiële inrichtingen beheert, heeft een nieuwe opslagomgeving nodig voor het project Landelijke Werkplek Standaard DJI, verspreid over twee locaties (Maasland en Veenhuizen). Tijdens de aanbesteding hiervan stelde DJI vraagtekens bij de door SLTN ingediende offerte, met name over de bewezen werking van de configuratie. Volgens SLTN komt deze op een NetApp-sizingtool gebaseerde configuratie volledig overeen met de door DJI gestelde eisen, waaronder die van het omgaan met de te verwachten datagroei.
Genoeg kennis
Volgens de Haagse rechtbank is SLTN er echter niet in geslaagd de werking en betrouwbaarheid van zijn storage-oplossing duidelijk genoeg inzichtelijk te maken. Ook ontbreken er referenties waaruit de betrouwbaarheid zou moeten blijken, ook al was dat geen eis in de tender. Volgens de rechtbank had SLTN in dit geval van een ongebruikelijke oplossing de betrouwbaarheid ervan beter moeten onderbouwen.
Directeur Eugène Tuijnman vraagt zich af of de rechtbank wel genoeg kennis in huis heeft om een juist oordeel te vellen over dit soort technologische kwesties. Hij blijft erbij dat de SLTN-oplossing prima zou passen bij wat DJI wil, al stelt hij wel dat achteraf gezien het handig was geweest als de oplossing door NetApp formeel was ondersteund. Hij ziet echter af van een bodemprocedure of hoger beroep af, omdat 'je met zo'n procedure al snel een half jaar verder bent'.
Krediet verspeeld?
De opdracht van DJI, ongeveer 200.000 euro waard, werd gegund in het kader van een grote hardware-aanbesteding die het ministerie van Justitie eind 2008 uitschreef. De gunning valt onder het perceel Storage waarvoor het ministerie in 2009 raamovereenkomsten sloot met SLTN, PQR en Scholten Awater. Tuijnman verwacht niet dat de gang naar de rechter de verhouding met het ministerie verslechtert. 'Het gaat om een zakelijk geschil. Bovendien is DJI een van de vele organisaties die binnen Justitie meedoen aan de aanbesteding. De afgelopen achttien maanden heeft SLTN zo'n twee tot drie miljoen euro aan opdrachten weten binnen te halen.'
Om welke uitspraak van een rechtszaak gaat dit?
Ik kan alleen maar een uitspraak vinden waarbij SLTN in het ongelijk is gesteld met het nummer LJN: BP5747.
Deze uitspraak is van 18 februari 2011.
SLTN toont zich een slechte verliezer door de uitspraak van de rechter en de kennis van de rechtbank in twijfel te trekken. Als SLTN het niet eens is met de uitspraak moeten ze in hoger beroep gaan. Dat doen ze blijkbaar niet omdat ze aan hun eigen gelijk twijfelen. Dat een hoger beroep een lange tijd duurt is een slecht argument om er dan maar vanaf te zien.
In een aanbestedings-procedure kan het inderdaad een overweging zijn om niet in beroep te gaan vanwege de duur. De procedure moet namelijk stoppen gedurende dit beroep en in gevallen helemaal overnieuw. Dat kan betekenen dat je de planning van de (potentiele) klant totaal in de war stuurt en daarmee de relatie met deze (potentiele) klant nog verder onder druk zet…