Vraag je een makelaar welke drie dingen hij belangrijk vindt bij de verkoop van een huis, dan luidt het antwoord steevast: locatie, locatie en locatie. Op de vraag voor welke uitdagingen de Nederlandse overheid staat als het gaat om de inzet van ict, zou het antwoord kunnen zijn: samenwerken, samenwerken en samenwerken. Binnen de eigen organisatie, met andere overheidsorganisaties, en met partijen buiten de overheid.
Overheidsorganisaties zijn vaak nog hiërarchisch, als piramide, georganiseerd. Via verbetering van de dienstverlening wordt geprobeerd om klanten daar geen last meer van te laten hebben. Bijvoorbeeld door steeds meer diensten digitaal, via één centrale ingang, aan te bieden. Of door de hele overheid benaderbaar te maken via één gemeentelijk klantcontactcentrum. Dit soort verbeteringen maken het noodzakelijk dat de nog vaak aanwezige ‘kokervisie’ verdwijnt. Na jaren waarin vooral is gewerkt aan betere informatieverstrekking en intake, wordt nu ook meer aandacht besteed aan gestandaardiseerde en efficiënte afhandeling. Daarmee worden afdelingsbelangen blijvend ondergeschikt aan het organisatiebelang. De rol van ict-voorzieningen is daarbij vaak groot. Maar de organisatorische uitdagingen zijn nog veel groter. Want echt klantgericht en efficiënt werken vergt een veel verdergaande vorm van interne samenwerking dan nu nog vaak aanwezig is.
Er moet meer samenhang komen tussen de onderdelen waaruit de Nederlandse overheid is opgebouwd. Via het ambitieuze Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) worden daarvoor een aantal ict-bouwstenen gerealiseerd. Dat blijkt in praktijk een flinke klus te zijn. Maar vervolgens moeten de nieuwe mogelijkheden ook nog echt benut gaan worden. Ministeries, provincies, gemeenten en uitvoeringsinstanties moeten het met elkaar eens zijn over betekenis en authenticiteit van gegevens. Er moeten praktische dienstverleningsafspraken worden gemaakt, en er moet vertrouwen komen in de kwaliteit van elders uitgevoerde activiteiten.
Gelukkig wordt al op allerlei terreinen naar samenwerking gezocht. Iets dat extra wordt gestimuleerd door de recente bezuinigingsopdrachten. Samenwerkingsinitiatieven spelen zich soms op lokaal niveau af. Bijvoorbeeld bij gemeenten die via een Shared Service Centrum faciliteiten, zoals ict, gemeenschappelijk gaan gebruiken . Maar ook op landelijk niveau zoeken gemeenten elkaar steeds meer op. Om gezamenlijk te gaan aanbesteden of om, via SaaS-constructies, van dezelfde applicaties gebruik te kunnen maken. Betere aanbieders op de gemeentemarkt, en het groeiend besef dat ict geen kerntaak is, zorgen voor nieuwe vormen van samenwerking in plaats van alles zelf te willen doen. Onvermijdelijk horen daarbij nieuwe uitdagingen zoals goed opdrachtgeverschap, deskudig regie voeren, maar vooral de echte wil om samen te werken zodat burgers en bedrijven de overheid gaan ervaren als één organisatie.
Het bastion dat de overheid lange tijd leek te zijn, is niet meer. Samenwerking strekt zich steeds meer uit buiten de overheidsgrenzen. Soms omdat er is gekozen voor een externe samenwerkingspartner. Soms omdat samenwerking min of meer wordt afgedwongen door marktpartijen. Burgers en bedrijven worden steeds mondiger en krijgen steeds meer invloed. Onder andere door de mogelijkheden die het internet biedt. Burgerinitiatieven leiden soms tot betere oplossingen dan de overheid zelf aanbiedt.
Na een periode van wennen aan deze ontwikkeling, wordt de waarde hiervan ook door de overheid ingezien. Een particulier initiatief als Verbeterdebuurt is in 2009 begonnen met een dienst om omgevingsproblemen eenvoudig aan de gemeente door te kunnen geven. Nu, twee jaar later, worden op die manier ingediende meldingen geaccepteerd en behandeld door meer dan driekwart van de gemeenten. De overheid krijgt steeds meer oog voor de kansen die dit type samenwerking biedt. Om die reden worden nu bijvoorbeeld de eerste stappen gezet om als overheid openbare gegevens in bruikbare vorm voor iedereen beschikbaar te stellen ('open data'). De markt, vaak in de vorm van kleine innovatieve bedrijven, kan daarmee vervolgens zonder overheidsbemoeienis bruikbare applicaties ontwikkelen.
De op controle gerichte overheid, die zaken het liefst binnenshuis afhandelde, is bezig te veranderen in een meer open overheid waarbij samenwerking centraal staat: binnen de eigen organisatie, met andere overheidsorganisaties en met niet-overheidspartijen.
Wat wil de auteur nu eigenlijk brengen? Waar moet dit betoog toe leiden? Van een expert die zich informatiearchitect noemt, zou ik wat meer inhoud verwachten.
Hallo Onno. Dit artikel gaat inderdaad niet over “harde informatiearchitectuur”. Het gaat over het veranderen van de overheid van een sturende in een samenwerkende organisatie. Past dus meer binnen de topics ‘overheid’ en ‘maatschappij’ waar ik over schrijf.
De link naar informatiearchitectuur is er natuurlijk wel. Bijv. omdat binnen architectuur hierdoor (nog) meer aandacht moet worden besteed aan aspecten als ketenarchitectuur, servicegeorienteerd ontwikkelen, standaardisatie, sla’s, etc. Boeiende materie, maar niet geschikt om in zo’n opinie-artikel uit te werken.
Het ‘betoog’ beoogt niet meer dan onder de aandacht te brengen dat de rol van de overheid sterk verandert, en dat daar (ook bij de inrichting van informatievoorziening) rekening mee moet worden gehouden.