Het Rijk heeft zijn ict-leveringsvoorwaarden aangepast, zodat leveranciers van open source niet meer worden benadeeld. Het door velen gewraakte artikel 59 uit de Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (Arbit) is geschrapt. Dat verplichtte opensourceleveranciers tot aanvullend herkomstonderzoek om het Rijk te vrijwaren van claims van derden. Bovendien behandelen de nieuwe bepalingen open source software als standaardprogrammatuur in plaats van maatwerk.
Het is de bedoeling dat alle Rijksoverheden de bepalingen gebruiken bij de inkoop van ict-producten of -diensten. De Arbit-voorwaarden zijn niet van toepassing als een opensourceproduct rechtstreeks van internet wordt gedownload en in gebruik wordt genomen, meldt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Als een leverancier een deel of het geheel van de werkzaamheden zelf met open broncode bouwt, kan de Arbit wel van toepassing worden verklaard. Dan wordt de open source software gekwalificeerd als standaardprogrammatuur. Daarbij draagt de rechthebbende de software niet in eigendom over, maar in gebruik. Dat is bij closed source software ook het geval.
Artikel 59
Na publicatie van de oorspronkelijke Arbit-bepalingen in juni 2010 uitten veel deskundigen en Computable-experts kritiek. De voorwaarden zouden bepalingen bevatten die ongunstig zijn voor leveranciers van open source software. Het ging vooral om artikel 59, waarin opensourceleveranciers verplicht werden aanvullend onderzoek te doen naar de herkomst van de software, om de overheid te kunnen vrijwaren van claims.
Door dit aanvullende herkomstonderzoek creëert de overheid een ongelijk speelveld voor opensourceleveranciers, vonden meerdere deskundigen. ‘Hun wordt geen tegemoetkoming op andere punten geboden’, was bijvoorbeeld de redenering van juridisch adviseur Walter van Holst van Programmabureau Nederland Open in Verbinding (NOiV). Juridisch adviseur en universitair docent ict- en aanbestedingsrecht Mathieu Paapst sprak van een ‘faux pas’.
Addendum
Om aan de kritiek tegemoet te komen, beloofde het ministerie in eerste instantie een opensourcebijlage (‘addendum’) bij de Arbit op te stellen. De ambtenaren zien daar nu vanaf en passen het oorspronkelijke document aan. Doordat Arbit open source software als standaardprogrammatuur aanmerkt in plaats van maatwerkapparatuur, is het niet nodig een afzonderlijke definitie van open source software op te nemen, is hun redenering.