Een vooraf geplande doorstart, zoals i3 Groep graag ziet voor zijn failliete dochteronderneming ITAA, komt vaak voor. Dat zegt hoogleraar Internationaal Insolventierecht Bob Wessels van de Universiteit Leiden. ‘In eerste instantie gaan je wenkbrauwen omhoog, maar hier is op het eerste oog niets vreemds aan de hand.’
Storageleverancier i3 Groep vroeg op 8 februari 2011 faillissement voor dochteronderneming ITAA (IT Alignment Associates) aan. Tegelijk startte zSolutions, ook onderdeel van i3 Groep, onderhandelingen met de net benoemde curator over een doorstart van ITAA. Het lijkt erop alsof de moedermaatschappij via het faillissement van de schulden van ITAA wil afkomen, om vervolgens met de activiteiten door te gaan.
‘In eerste instantie gaan dan je wenkbrauwen omhoog’, zegt hoogleraar Internationaal Insolventierecht Bob Wessels van de Universiteit Leiden. Toch is hier op het eerste oog niets vreemds aan de hand, benadrukt hij. ‘De curator heeft de wettelijke taak de belangen van de schuldeisers zo goed mogelijk te dienen. Worden er bezittingen van de dochteronderneming verkocht, dan moet dat tegen de hoogst mogelijke prijs gebeuren.’
Uitverkoop
Om te voorkomen dat de curator later van schuldeisers het verwijt krijgt dat hij uitverkoop heeft gehouden, zal hij de waarde van de te verkopen activiteiten door een onafhankelijke deskundige laten bepalen. Zo weet hij zeker dat hij een redelijke, marktconforme prijs krijgt. ‘Soms wordt er afgesproken dat als de activiteiten later duidelijk winstgevender blijken te zijn er dan na een halfjaar of een jaar nog een extra betaling plaatsvindt’, weet Wessels.
Als er een doorstart van i3-dochter ITAA binnen het eigen concern zou volgen, staat de curator er bij wijze van spreken voor in dat de activiteiten tegen de hoogst haalbare prijs zijn doorverkocht. Het werk van de curator wordt gecontroleerd door de rechter-commissaris, die het faillissement van het begin tot einde volgt. Het plan van i3 met ITAA is niet ongebruikelijk, zegt Wessels. ‘Het komt vaker voor. Je ziet ook vaak dat een directeur-eigenaar van een failliete onderneming een nieuwe bv opzet om een doorstart met het failliete bedrijf te maken. Maar ook in zo’n geval zal de waardebepaling at arm’s lenght moeten plaatsvinden.’
SLTN
De i3 Groep kondigde in een persbericht op 7 februari 2011 het faillissement van Amstelveense dochteronderneming ITAA aan. Dat werd een dag later door de rechter uitgesproken. Direct daarna startte i3 onderhandelingen met de curator over een doorstart van ITAA. Systeemintegrator SLTN uit Almere bereikte met de curator een akkoord over de overname van vier ITAA-medewerkers.
De moedermaatschappij kondigde half december 2010 aan het kantoor van ITAA in Amstelveen te sluiten. Het personeel zou in het nieuwe jaar aan de slag gaan in het nieuwe kantoorpand van de groep in Vianen. De huurbaas van het ITAA-kantoor in Amstelveen eiste echter naleving van het huurcontract. Daarop koos i3 Groep voor het aanvragen van faillissement voor ITAA.
Dataopslagspecialist ITAA werd half 2010 door i3 Groep overgenomen. Ten tijde van het faillisement werkten er twaalf mensen.