Business intelligence (bi) was (en is) voor veel organisaties synoniem met het implementeren van bi-software. Juist deze focus op bi-software is bij het merendeel van de organisaties de meest voorkomende valkuil waardoor de investeringen in bi onvoldoende renderen. Bi is juist meer dan alleen software, maar paradoxaal genoeg kan juist de keuze van de software een enorme accelerator zijn in het bereiken van een hoog volwassenheidsniveau ten aanzien van bi.
Business Intelligence is geen onbekend begrip meer in de meeste organisaties. De tijd dat uitleg over bi met een verbaasde blik werd ontvangen ligt achter ons. De toepassing van bi heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen, waarbij organisaties flinke investeringen hebben gedaan in met name bi-software, met wisselend succes. Nog maar weinig zijn erin geslaagd daadwerkelijk voordeel te behalen uit relevante bi-investeringen. Veelal blijven organisaties steken in de realisatie van een datawarehouse en ontwikkeling van ‘state of the art’ rapportages.
Louter de focus op bi-software is bij het merendeel van de organisaties de meest voorkomende valkuil waardoor de investeringen onvoldoende renderen. Bi is juist meer dan alleen software, maar paradoxaal genoeg kan juist de keuze van de software een enorme accelerator zijn in het bereiken van een hoog volwassenheidsniveau ten aanzien van bi.
Een succesvolle implementatie van bi in een organisatie heeft meerdere vaders. Uiteraard vormen eenduidige kengetallen en kenmerken een belangrijke basis en is datakwaliteit van belang. Ook de gebruikersvriendelijkheid en functionaliteit van de software is van belang. Echter organisaties blijven te vaak blindstaren op de inzet van de meest geavanceerde bi-software. Daar waar bi nog niet de successtatus heeft bereikt zit merendeels nog ict in de drivers seat en komt de business niet verder dan de bijrijdersrol alias navigator. Ict verliest zich vervolgens te vaak in het doorontwikkelen van rapportages en functionaliteit, daar waar de business juist behoefte heeft aan snelheid en een reductie van complexiteit op deze gebieden. Vandaar de noodzaak om juist de business in de drivers seat te krijgen en ict op enkele cruciale technologische kruispunten de richting te laten bepalen. Door de stoelwisseling tussen business en ict heeft de business de regie in de keuze voor de bi-software.
De keuze voor de juiste tooling vergroot de acceptatie van business intelligence binnen de organisatie, stimuleert een breder gebruik en laat de meerwaarde stijgen waarmee de groei naar een succesvolle implementatie in gang is gezet. En daarmee is de keuze voor de juiste software wel degelijk belangrijk. Voor de volledigheid dient nog wel te worden vermeld dat voor een succesvol vervolg op weg naar een waardevolle implementatie ook de andere aspecten naast de software niet moeten worden vergeten, zoals het organiseren van de BI-functie. Goede reis!
Ik sluit me volledig aan bij de inhoud van dit artikel. Waar in het verleden het toepassen BI vooral afhankelijk was enkele grote leveranciers en daarmee dus vooral een IT aangelegenheid (IT als facilitator) vindt er nu een verschuiving plaats waarbij het toepassen van BI steeds meer een zaak wordt van de werkvloer (IT als enabler).
Hoewel het besef doorbreekt dat informatie systemen niet alleen een IT kostenpost zijn maar ook aanzienlijk waarde kunnen toevoegen voor bedrijven, is bij veel organisaties nog sprake van een kloof tussen management en het toepassen van informatie technologieën. In de praktijk blijkt het lastig om een op een praktische manier beide werelden bij elkaar te brengen.
Bij de meeste organisaties wordt het inzetten van IT middelen niet gezien als een competentie, laat staan als een kern competentie, maar als noodzakelijk kwaad om de belangrijke bedrijfs- of productie processen te faciliteren. Mijn ervaring is inderdaad dat de keuze voor de juiste BI producten (lees: producten die passen bij de situatie waarin een bedrijf zich bevindt) een vliegwiel op gang kunnen brengen waarbij de business steeds meer zelf in control komt, andere vragen begint te stellen, eigenaarschap toont, verantwoordelijkheid neemt voor data kwaliteit etc.
De rolverdeling tussen Business en IT lijkt daarmee ook te veranderen waarbij IT de verantwoordelijkheid heeft voor de juiste ontsluiting van bronnen en de juiste opslag in datamarts en de Business op basis van deze datamarts zelf in staat worden gesteld hun analyses en rapportages te produceren. Door deze verandering zal er inderdaad meer nadruk komen te liggen op wat Ramond o.a. het organiseren van een BI-functie noemt.
Ook ik herken de valkuilen die Ramond beschrijft en sluit mij aan bij de inhoud van het artikel. BI volwassenheid wordt niet verhoogd door de inzet van nieuwe tooling alleen, terwijl de perceptie wel bestaat. Ik zie de rolverdeling Business / IT als piloot en copiloot, waarbij toolkeuze op aspecten van beide disciplines moet worden afgewogen, zoals: rationalisatie van het landschap (IT) en gebruiksvriendelijkheid (Business).
Ik ben een groot voorstander van het labelen van de IT competentie in het BI speelveld als ‘enabler’. Ook de rolverdeling waarbij zoals Arco het stelt ‘
IT de verantwoordelijkheid heeft voor de juiste ontsluiting van bronnen en de juiste opslag in datamarts’ spreekt mij sterk aan.
Helaas heb ik maar al te veel gezien dat de verwachting dat de Business vervolgens de rapportage en analysebehoefte zal en kan invullen, niet kan worden waargemaakt. En dat komt volgens mij niet doordat de software tooling hier niet toereikend voor is.
Naast de ICT competentie (de enablers) en de ‘klasieke’ Business Competentie (de consumers), is het inrichten van een derde competentie in mijn ogen de meest kritische succesfactor ten aanzien van slagen van BI initiatieven. Deze competentie, de producers, wordt onder andere ingevuld door Business Analisten, Controlers en BI super-users. Het organiseren, ondersteunen en optimaliseren van deze competentie is wat mijn betreft meer dan iets dat voor de volledigheid moet worden vermeld.