Voormalig directeur G.S. en business unitmanager H.K. van het inmiddels failliete bedrijf Parity Solutions zijn door de rechtbank in Utrecht veroordeeld tot werkstraffen en geldboetes wegens valsheid in geschrift. De rechtbank achtte het tweetal schuldig aan het vervalsen van facturen. Beide mannen hebben een werkstraf van zeventig uur en een geldboete van zevenduizend euro opgelegd gekregen. Een derde verdachte, boekhouder W.P., werd vrijgesproken. Verder achtte de rechter de tenlastelegging van oplichting niet bewezen. Daarvoor is het drietal vrijgesproken.
Beide mannen kregen een werkstraf van zeventig uur en een geldboete van zevenduizend euro opgelegd. De rechtbank hield hierbij rekening met de erg lange duur van het onderzoek – de verdachten werden al in 2004 aangehouden – door de straffen met 30 procent te verlagen. De voorwaardelijke gevangenisstraffen die het Openbaar Ministerie had geëist, legde de rechter niet op, omdat de twee in de zeven jaar nadien niet meer met justitie in aanraking zijn geweest.
Beide advocaten van de twee Parity-managers zeggen dat hun cliënten zeer teleurgesteld zijn in het vonnis omdat zij overtuigd zijn van hun onschuld. Ronald Drenth van Drenth Advocaten, raadsman van directeur G.S., zegt dat er al hoger beroep is aangetekend. Rob Milo van advocatenkantoor Holla, de raadsman van H.K., laat weten dat ‘in alle waarschijnlijkheid hoger beroep wordt ingesteld’. Hij wil eerst de uitspraak en de argumentatie van de rechter nog goed doornemen.
Valse facturen
De Utrechtse rechtbank achtte bewezen dat in 2002 binnen Parity Solutions, gevestigd in Nieuwegein, vijf vervalste facturen werden opgesteld, voor werkzaamheden die nooit waren uitgevoerd. De gefactureerde bedragen lagen tussen de 40.000 en 280.000 euro, exclusief btw.
Hoewel de twee verdachten, G.S. en H.K., de rekeningen niet zelf opmaakten, merkte de rechtbank hen aan als ‘functionele daders’. De twee hadden zeggenschap over het opmaken van de facturen en medeverdachte W.P. heeft verklaard dat de directeur en business unit manager overlegden over projecten waaraan nog fictieve facturen konden worden verstuurd.
Vrijspraak
De derde verdachte – de voormalige boekhouder W.P. – werd door de rechtbank vrijgesproken. Hij verklaarde pas na de ten laste gelegde periode op de hoogte te zijn geraakt van het feit dat de facturen vals waren. Uit het procesdossier kon de rechtbank niet vaststellen dat dit anders was.
Net als de officier van Justitie achtte de rechtbank in alle drie gevallen oplichting niet bewezen. Aan de drie was ook tenlastegelegd dat zij het bedrijf waar zij werkzaam waren, zouden hebben opgelicht door niet uitgevoerde projecten in de bedrijfsresultaten op te nemen en zo bonussen op te strijken. Omdat de rechtbank geen inzicht heeft verkregen in de opbouw van de bonussen, kon niet worden vastgesteld dat het opnemen van niet uitgevoerde projecten in de bedrijfsresultaten invloed heeft gehad op deze bonussen en volgde vrijspraak.