De Raad van State heeft zich deels losgekoppeld van P-Direkt, de gemeenschappelijke dienst bij het Rijk voor de personeel- en salarisadministratie. De a-typische werkprocessen van dit college sluiten niet goed aan op de standaarddienstverlening van P-Direkt. Vanaf begin dit jaar werkt de raad dan ook weer met zijn oude vertrouwde, aangepaste personeelsinformatiesysteem van Allshare. Wel laat de raad nog de salarisverwerking en -betaling via P-Direkt lopen.
De Raad van State is sinds 2009 aangesloten op de dienstverlening van P-Direkt. Het moest een aantal a-typische werkprocessen, waaronder de salarisbetaling voor staatsraden en ambtenaren van staat, aanpassen aan de rijksbrede standaarden binnen P-Direkt. In de loop van dat jaar bleek dat een nog verdere aanpassing van de Raad van State aan P-Direkt en vice versa, voor beide partijen zou leiden tot hogere kosten, die niet meer in verhouding stonden tot de opbrengsten, meldt een zegsvrouw van P-Direkt. 'Daarom is in overleg gekozen om voor het contactcenter en het zelfbedieningsportaal een andere werkwijze te hanteren.'
Allshare
De woordvoerster van de Raad van State vertelt dat gekozen is om terug te vallen op het reeds bestaande personeelsinformatiesysteem van Allshare. Daarmee werkt de raad al sinds 1992. Het systeem is op een aantal punten gemoderniseerd. Volgens de zegsvrouw neemt de Raad van State een bijzondere positie in bij de rijksoverheid.' De medewerkers behoren niet tot de typische ambtenaren zoals je die op de ministeries tegenkomt en hebben een andere, bijzondere rechtspositie. Dit bleek niet goed in het systeem van P-Direkt te passen.'
Niet behaald
De Raad van State, gevestigd in Den Haag, is onafhankelijk adviseur van de regering over wetgeving en bestuur en de hoogste algemene bestuursrechter van het land. Er werken ongeveer zeshonderd mensen.
De doelstelling van P-Direkt is om via standaardisatie en centralisatie personele taken van de deelnemende organisaties uit handen te nemen en daardoor eenheid, synergie en efficiencyvoordelen te realiseren. Dit gaat uit van de voorwaarde dat de personele zaken van de deelnemers in grote mate overeenkomen.
In de jaarverslagen van 2007 en 2008 constateerde de Raad van State echter dat de jaarlijkse uitgaven voor P-Direkt hoger waren dan voorheen. Een bedrag werd niet genoemd. In het jaarverslag van 2009 meldde het college dat de doelstelling van P-Direkt voor de Raad van State niet werd bereikt. Dat vormde de aanleiding om per 1 januari 2011 niet langer meer gebruik te maken van de personeelsinformatiediensten van dit 'shared services center'.
Bedenkingen
Opvallend is dat de Raad van State al in een vroeg stadium bedenkingen uitte over de inrichting van P-Direkt. De raad stelde al in het jaarverslag van 2007 dat concentratie van taken, onder andere via P-Direkt en het oprichten van expertisecentra, niet automatisch betekent dat de overhead bij het rijk wordt teruggedrongen en de kwaliteit van de dienstverlening wordt vergroot. In tegendeel, benadrukt de raad: 'grotere organisaties, langere lijnen, dus een grotere kans op minder dienstverlening.'
P-Direkt beweert dat het de rijksoverheid circa 250 miljoen bespaart door standaardisatie, verdere automatisering en centralisatie. 'Eind 2011 is geheel conform planning één moderne personeels- en salarisservice gecreëerd die voor tien ministeries en 125.000 rijksambtenaren werkt', aldus de zegsvrouw van P-Direkt.
Een paar opmerkelijke punten en feitelijke onjuistheden:
1. P-Direkt functioneert niet voor alle (12) departementen. Defensie sluit niet aan en is dit vanaf de doorstart van het project ook nooit van plan geweest.
2. Inmiddels is natuurlijk uberhaupt geen sprake meer van 12 departementen, daar Vrom is opgegaan in VenW (en nu IenMvormt) en BZK en LNV en EZ zijn samengevoegd tot ELI.
3. In P-Direkt (SAP-Payroll en SAP-HR) is het mogelijk verschillende arbeidsvoorwaarden te implementeren en dit is ook gebeurd. Voor de ‘normale’ ambtenaar is de regelgeving conform het ARAR in geïmplementeerd en voor de college de regelgeving betreffende de Rechtelijke macht. Dit vershil wordt dus prima ondersteund door P-Direkt. De portalprocessne zijn standaard P-processen (aanvragen verlof, inboeken vakantie, ziekte, raadplegen P-dossier, etc.) waarvan ik mij met de beste fantasie niet voor kan stellen dat die voor iemand van het college anders zijn dan voor normale ambtenaren. Het verschil zit ‘m in de toegepaste regelgeving en die is dus weldegelijk geïmplementeerd. Wellicht dat een insider hier wat meer licht op kan laten schijnen?
Overigens ben ik het met het college eens dat grotere mate van standaardisatie niet altijd leidt tot schaalvoordeel en meer efficiëntie. Meer standaardisatie kost namelijk ook exponentieel meer beheersing. Meer informatie hierover is genoeg te vinden in onderzoeken uitgevoerd door hoogleraar Chris Verhoef van de VU.
Ik ben benieuwd naar meer expliciete verwijzingen van David naar onderzoeken door Chris Verhoef. ICT Vereenvoudiging (zie http://www.it-simplification.nl) kan belangrijke schaalvoordelen en efficientie opleveren. ‘Niet altijd’ natuurlijk, maar of standaardisatie exponentieel meer beheersing kost?
Het is de vraag of het bij de Raad van State gaat om een inhoudelijke afweging van voor- en nadelen of om een meer principiële grondhouding. Ik heb de Grondwet er even op nagekeken, maar de artikelen 73 tot en met 75 (over de Raad van State) lijken geen aanleiding te geven tot afwijking van standaardisatie ;-).