Het afgelopen jaar is het aantal .nl-domeinnamen met 14 procent toegenomen. Bij de domeinen van andere Europese landen is een stijging tussen de 4 en 25 procent meetbaar. Dat meldt hosting provider Hostnet op basis van onderzoek naar de groei van de top level domeinen (TLD's) van 25 Europese landen.
Op de website van SIDN, de .nl-registry, was te zien dat het aantal .nl-domeinnamen eind 2010 rond de 4.192.000 bedroeg. Dit zijn er 514.000 meer dan eind 2009. Het .nl-domein blijft hiermee het op twee na grootste top level domein van Europa. Alleen Groot-Brittannië en Duitsland tellen meer domeinnamen (resp 8.990.079 en 14.042.397).
.eu groeit het traagst
Bij alle domeinextensies uit Europa is een groei te zien, variërend tussen de ruim 4 en 25 procent. De grootste relatieve groei is waarneembaar in Montenegro, het .me-domein steeg met 24,34 procent. De Spaanse .es-domeinextensie groeit het minst met 4,82 procent.
In het rijtje van de laagste groei staat ook de extensie voor geheel Europa: .eu. Het .eu-domein steeg met 5,95 procent naar ruim 3,3 miljoen registraties in totaal. Het meest gebruikte top level domein ter wereld is nog steeds .com. Bij de .com-extensie is een stijging te zien van ruim 9 procent, waarbij de grens van 90 miljoen domeinregistraties is gepasseerd.
Domeinnamen per inwoner
Naast de absolute en de relatieve groei van Europese domeinnamen heeft Hostnet gekeken naar het aantal domeinnamen per inwoner van een land. Montenegro heeft de meeste domeinnamen per inwoner, 650 domeinen per duizend inwoners. Daarna volgt Nederland: één op de vier Nederlanders is in het bezit van een .nl-domeinnaam. Het minste aantal domeinen per inwoner vinden we terug in Servië. Op duizend inwoners zijn er negen .rs-domeinnamen geregistreerd. Servië wordt op de voet gevolgd door Oekraïne, met twaalf .ua-domeinen per duizend inwoners.
Onderzoeksmethode
Hostnet voerde het onderzoek naar de ontwikkeling van Europese domeinnamen uit door bij 25 uitgevende instanties van Europese domeinnamen de cijfers van het afgelopen jaar op te vragen en deze te vergelijken met het jaar ervoor.