Aanbestedende partijen zijn bij de gunning van een opdracht teveel gericht op de laagste prijs. De inschrijver die zich richt op kwaliteit en de meest passende aanbieding loopt daardoor vaak de opdracht mis. Dat stelt Peter Kits, advocaat bij Holland Van Gijzen in reactie op onderzoek naar aanbestedingsprocedures dat is uitgevoerd door Ernst & Young. De zeshonderd respondenten klagen ook over fraudegevoeligheid, onbetrouwbaarheid en administratieve lastendruk.
Per kalenderjaar besteedt de Nederlandse overheid ongeveer vierduizend keer aan. Het gaat om een bedrag van ongeveer 57 miljard euro. Van dat bedrag wordt 18 miljard euro aanbesteed via een Europese aanbestedingsprocedure. Deelname aan een aanbesteding kost een bedrijf tussen de 10.000 en 25.000 euro, becijferde het onderzoeksbureau.
Om het bedrag voor deelname aan een aanbesteding omlaag te brengen, denkt Guil van den Boom, partner bij Ernst & Young, aan de invoering van een centraal inkooploket zodat deelnemers niet keer op keer dezelfde informatie moeten overhandigen. Nu moeten ze voor iedere aanbesteding opnieuw informatie, zoals uittreksels van de Kamer van Koophandel, kwaliteitscertificaten en informatie over de financiële positie van het bedrijf, overhandigen. Die rompslomp kost tijd en geld.
Onbetrouwbaar
Respondenten van het onderzoek vinden ook dat aanbestedingsprocessen vaak fraudegevoelig en onbetrouwbaar zijn. Ze stellen dat de aanbestedende partij het proces gemakkelijk kan manipuleren doordat vooraf niet duidelijk is op welke criteria beoordeeld wordt, of de omschrijving van die normen te vaag is.
Deelnemers hebben vaak het gevoel dat de keuze voor een bepaalde partij al op voorhand is gemaakt en het aanbestedingstraject slechts een formaliteit is.