Vorige week las ik het artikel over Minister Verhagen waarin hij aangeeft niet bang te zijn voor offshoring. Terecht denk ik, want concurrentie is een krachtig mechanisme. Het houdt iedereen scherp en bij de les. Het is, naast economische recessie en oorlog, één van de belangrijkste drijfveren achter verandering en innovatie.
Wij moeten dan ook niet bang zijn voor concurrentie van offshoring, maar er juist energie uit halen en het omarmen. Om mij heen zie ik in de it diverse initiatieven die hier op inspelen. Het meest voor de hand liggend zijn de initiatieven die offshoring als een kans zien om hun dienstverlening tegen lagere kosten aan te bieden. Zij bieden dan een deel van de werkzaamheden lokaal aan, denk daarbij aan analyse en ontwerp, en het meer arbeidsintensieve ontwikkel werk vanuit een offshore locatie.
Gewoonlijk wordt de software hierbij op de oude en vertrouwde manier volgens een waterval methodiek ontwikkeld. Op het meest arbeidsintensieve deel worden er arbeidskosten bespaart. Helaas levert het vaak een proces van veel (mis-)communicatie en frustraties op en ook op de kwaliteit van de software laat in veel gevallen te wensen over. De ervaringen op dat gebied zijn in Nederland dan ook niet alleen maar positief. Verblind als men is door de lage uurkosten, wordt er stug door geploeterd om de negatieve effecten weg te nemen om uiteindelijk de financiële vruchten te plukken.
Zelf geloof ik veel meer in het model van de goed uitgeruste professional die met de juiste tools en technieken in goed overleg met de opdrachtgever tot een eindproduct komt. De moderne, zogenoemde 'Agile'-methodieken die al enige tijd in opkomst zijn bieden hier uitstekende handvatten voor. Ook moderne frameworks die gebaseerd zijn op 'coding by convention', bijvoorbeeld Ruby on Rails, Grails of Django, bieden volop kansen om iteratief tot bedrijfskritische oplossingen te komen. Een dergelijke aanpak leent zich, door de voortdurende contactmomenten tussen opdrachtgever en nemer, niet echt voor offshoring. Met name wanneer tijd- en taalverschillen een rol spelen. Een aanpak waarmee verbluffende resultaten te behalen zijn kan worden getypeerd als 'homeshoring'; het uitbesteden van software ontwikkeling door mensen die, veelal vanuit huis, gedistribueerd werken.
Homeshoring biedt veel voordelen aan de kostenkant, zoals het ontbreken van kantoor- en autokosten. Maar het belangrijkste voordeel is wel het ontbreken van reistijd. Een enorme besparing op de gemiddeld twee uur per dag die een it-dienstverlener in zijn lease-auto zit verliest. Een ander groot voordeel van deze aanpak is het ontbreken van cultuur-, taal- en afstandsproblemen. Projecten gaan zelden fout op technologie. De belangrijkste reden waarom projecten mislukken is door problemen in de onderlinge communicatie. Met name om laatstgenoemde reden zijn diverse organisaties alweer teruggekomen van offshoring en alle software ontwikkeling weer in eigen beheer gaan nemen.
Door het toepassen van homeshoring in combinatie van met een agile aanpak kan er ook op prijs geconcurreerd worden met offshore. Niet op de uurprijs, maar wel op de totale projectprijs is deze slag te winnen. Combineer dat met lokale aanwezigheid, korte doorlooptijden en flexibel kunnen inspelen op voortschrijdend inzicht en je hebt een succesformule in handen. Dus niet bij de pakken neerzitten als er concurrentie komt, maar juist zelf veranderen om de uitdaging het hoofd te bieden. Met als prettig bijeffect dat het zou ook nog eens een flinke stap in de richting van een oplossing voor het fileprobleem zou kunnen zijn.
Om eerlijk te zijn snap ik dit artikel niet helemaal.
Homeshoring is gewoon gedistribueerd werken met als verschil dat dit vanuit huis gebeurt? Daar is toch niks nieuws aan? Wij werken al jaren vanaf verschillende locaties. Ik noem dat maar even niks-noppes-nada-shoring: de locatie waar het werk wordt gedaan is niet meer belangrijk. In mijn huidige project heb ik de business nog nooit gezien (ze zitten in US an Parijs geloof ik), de BA zit in Parijs, het bouwteam zit in India en de infrajongens in UK. Het maakt allemaal niet meer uit.
De industrie was de ICT altijd een straatlengte voor wat betreft off-shoring. Zelfs als je nieuwe kleding moet worden verscheept is het rendabel dit in Azie te maken. Met software is dat nog makkelijker! En moderne communicatie-middelen maken de afstemming ook nog eens laagdrempelig.
Mijn ervaringen met offshoring zijn ronduit positief binnen multinationals met Engels als voertaal. Dat de Nederlandstalige organisaties hier weinig uit halen door taal/cultuurbarrieres is niet verwonderlijk. Dat laatste lost home-shoring ook niet op…
Home shoring is gebaseerd op het goedkoper produceren. Dat is een redelijke oplossing. Echter, zelfs met goedkoper produceren kun je nog niet concureren met de extreem lage lonen in landen als India en China. Net als bij het verlies van bijvoorbeeld de weef industrie gedurende de vorige eeuw, moeten de huidige wevers (ITers) op zoek naar iets anders. En voor studenten: denk high-level, vergeet het programmeer werk, over vijf jaar zul je er zelden een baan in vinden. Tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe industrie.
Ik moest net even denken aan WOW en dat dit een ideaal voorbeeld is van home-shoring van entertainment. Een groep van 50 personen logt in een spel en gaat daar gezamelijk taken uitvoeren met elk zijn/haar specialiteit.
Het lijkt wellicht heel vrijblijvend maar wat de spelers voornamelijk trekt is de sociale interactie en in mindere mate het bereiken van een einddoel.
Dick, ik denk dat je eigenlijk aangeeft dat het (straks) niet meer uitmaakt waar het werk gedaan wordt. Henk geeft hiervan een goed voorbeeld. In mijn ogen is dit onvermijdelijk, omdat we een tekort aan ITers hebben, de bevolking vergrijst en er in andere landen gemakkelijker de juiste man op de juiste plek te vinden is.
Dat er nu zoveel weerstand is, is inderdaad vergelijkbaar met de textiel industrie. Verandering doet altijd pijn.
Ik vraag me ook af waar homeshoring een oplossing voor is? Is dat niet gewoon ‘het nieuwe werken’?