Virtualisatie en cloudtechnologieën maken disaster recovery complexer. Dat valt op te maken uit de resultaten van zijn zesde jaarlijkse Symantec Disaster Recovery Study. Het wereldwijde onderzoek laat de toenemende uitdaging zien van het beheer van ongelijksoortige virtuele, fysieke en cloud resources door een grotere complexiteit voor organisaties bij het beschermen en herstellen van kritieke applicaties en data. Daarnaast laat het onderzoek zien dat virtuele systemen niet altijd voldoende beschermd zijn.
Het onderzoek laat zien dat van bijna de helft (44 procent) van de data op een virtueel systeem niet regelmatig een back-up wordt gemaakt. Slechts één op de vijf respondenten maakt gebruik van replicatie- en failover- technologieën om virtuele omgevingen te beschermen. De respondenten geven ook aan dat 60 procent van de virtuele servers niet is opgenomen in het huidige disaster recovery (DR)-plan. Dit is significant meer in vergelijking met de 45 procent die door de respondenten in 2009 werd gemeld.
Ontoereikende tools, security en controle
Het gebruik van meerdere tools die applicaties en data in virtuele omgevingen beheren en beschermen, veroorzaakt grote problemen voor datacenter-beheerders. Bijna zes op de tien respondenten (58 procent) die tegen problemen zijn aangelopen bij het beschermen van bedrijfskritische applicaties in virtuele en fysieke omgevingen, gaf aan dat dit een grote uitdaging is voor hun organisatie.
Wanneer het gaat over cloud computing, gaven respondenten aan dat hun organisatie ongeveer 50 procent van de bedrijfskritische applicaties in de cloud laat draaien. Tweederde van de respondenten (66 procent) geeft aan dat security de belangrijkste zorg is bij het plaatsen van applicaties in de cloud. Daarentegen is de grootste uitdaging die respondenten tegenkomen bij het implementeren van cloud computing en storage, de mogelijkheid tot controle op failovers en de beschikbaarheid van resources (55 procent).
Resource- en storageproblemen
Respondenten geven aan dat 82 procent van de back-ups wekelijks of minder vaak gebeuren, in plaats van dagelijks. Resource-beperkingen, gebrek aan storagecapaciteit en niet-complete adoptie van geavanceerde en efficiëntere beschermingsmethodes, hinderen een snelle inzet van virtuele omgevingen. 59 procent van de respondenten geeft aan dat problemen met resources (mensen, budget en ruimte) de grootste uitdagingen zijn bij het maken van een back-up van virtuele machines. Respondenten verklaren dat het gebrek aan beschikbare primaire (57 procent) en back-upstorage (60 procent) de bescherming van vitale data hindert. 40 procent van de respondenten maakt gebruik van geavanceerde methoden (clientless) om de impact op back-ups voor virtuele machines te verkleinen.
Het onderzoek toont aan dat de hoeveelheid tijd die het kost om van een storing te herstellen twee keer zo veel is als door de respondenten wordt ervaren. Op de vraag wat er zou gebeuren als er een aanzienlijke ramp zou gebeuren waarbij het belangrijkste datacenter van de organisatie zou worden vernield, gaven de respondenten aan dat ze verwachten dat een storing na twee uur verholpen zal zijn. Dit is een verbetering ten opzichte van 2009, toen zij aangaven dat het vier uur zou duren voordat de onderneming weer ‘up and running' zou zijn na een storing. De gemiddelde downtime per storing in de afgelopen twaalf maanden duurde vijf uur, meer dan twee keer zoveel als de verwachte twee uur. Organisaties kenden gemiddeld vier downtime-incidenten in de afgelopen twaalf maanden.
Belangrijkste oorzaken van downtime
Op de vraag wat binnen hun organisatie de afgelopen vijf jaar de meeste downtime veroorzaakte, gaven de respondenten aan dat de storingen met name werden veroorzaakt door systeemupgrades, stroomuitval en door cyberaanvallen. Specifiek werd aangegeven dat 72 procent een storing ervaarde als gevolg van systeemupgrades, wat resulteerde in 50,9 uur downtime. 70 procent ervaarde een storing als gevolg van stroomuitval, wat resulteerde in 11,3 uur downtime. 63 procent ervaarde de afgelopen twaalf maanden een storing als gevolg van cyberaanvallen, wat resulteerde in 52,7 uur downtime.
De studie heeft ook de kloof aangetoond tussen organisaties die last hebben van stroomuitval en organisaties die een impact assessment voor stroomuitval hebben gedaan. Verrassend is dat slechts 26 procent van de respondenten een impact assessment voor stroomuitval heeft gedaan, zo besluit Symantec.