Hoeveel applicaties heeft een bedrijf in gebruik? Al snel te veel om op te noemen. Sommige daarvan draaien al jaren in trouwe dienst, andere komen net kijken. Elk van die applicaties vraagt om een ander soort applicatiebeheer.
Met de opkomst van beheermodellen als ITIL, ASL en IT Service CMM is het beheren van infrastructuur en applicaties geprofessionaliseerd. Geïndustrialiseerde werkwijzen, al dan niet gecombineerd met global sourcing, worden steeds meer toegepast. De geprofessionaliseerde en geïndustrialiseerde werkwijze biedt vele voordelen, maar het vereist ook een goed begrip en kennis van hoe deze werkwijze in te zetten en in lijn te brengen met de eisen van de organisatie.
Parallel aan professionalisering en industrialisatie van it neemt de vraag naar flexibiliteit toe. Dit is het gevolg van toenemende dynamiek in marktomstandigheden en daarop aanpasbare bedrijfsvoering. Verbetering van de wendbaarheid legt extra eisen op aan het beheren van het it- en applicatielandschap.
De eisen van vandaag (en de toekomst) aan wendbaarheid van de bedrijfsvoering laat geen one-size-fits-all wijze van bouw, beheer en modernisatie van het applicatielandschap meer toe. Om toch de voordelen van schaalgrootte en productiviteit te behouden is er standaardisatie nodig van meer dan één beheerstrategie.
Een volwaardige en passende beheerstrategie wordt gebaseerd op het business- en het ict-perspectief:
- Vanuit het business perspectief variëren de behoeften in de verschillende bedrijfsactiviteiten van wendbaarheid en schaalbaarheid (in competitieve en innovatieve domeinen waar reactiesnelheid doorslaggevend is) tot continuïteit en toekomstvastheid (in meer volwassen en uitgekristalliseerde domeinen);
- Vanuit ict-perspectief onderscheidt zich aan de ene kant de behoefte tot en behoud en continuïteit (focus op kosten, betrouwbaarheid en stabiliteit), en aan de andere kant behoefte tot vernieuwing en modernisering (focus op verandering).
Bedrijfsactiviteiten worden in het model gepositioneerd op de verticale as afhankelijk van de dynamiek en behoeften van een bepaalde bedrijfsactiviteit. Op de horizontale as wordt de focus op verandering dan wel op stabiliteit voor ondersteunende applicaties gepositioneerd. Een (cluster van) applicatie(s) dat een bedrijfsactiviteit ondersteunt, is daarmee gepositioneerd in één van de vier kwadranten in het model. Ieder kwadrant vraagt om een andere beheerstrategie, allen gestandaardiseerd maar met verschillende doelstellingen. Verschillende applicatie(clusters) binnen één organisatie kunnen (en zullen) in verschillende kwadranten vallen.
De nummering van de kwadranten van 1 naar 4 is een blauwdruk van de levensloop van producten en diensten. Hieruit blijkt ook een veranderende business dynamiek en behoeften in de tijd met de bijbehorende benodigde aanpassing van een adequate beheerstrategie.
De invulling van de dienstverlening voor applicatiebeheer verschilt per kwadrant, en daardoor verschilt ook de toegevoegde waarde voor de business. Onderscheidende governance structuren, kpi's en prijsmodellen per kwadrant benadrukken de service focus en specifieke toegevoegde waarde.
Met deze invulling wordt het mogelijk om verschillende vormen van applicatiebeheer toe te passen en tegelijkertijd te standaardiseren en industrialiseren waar nodig. Many-sizes-fit-many?