In november 1985 startte Microsoft de leveringen van Windows 1.0. Nu nemen de afstammelingen van dit verre voorouderproduct wereldwijd meer dan 90 procent van de besturingssysteemmarkt voor hun rekening. Het Belgische ict-vakblad Data News dook in de historie van Microsofts populaire besturingssysteem.
Het begon ooit als een ‘interface manager' en werd al aangekondigd in 1983, maar pas in november 1985 was de echte start van wat tegenwoordig het Microsoft Windows-besturingssysteem heet. Het trof een wereld van IBM pc-compatibele systemen aan, beheerst door PC/MS-DOS (2.x en 3.x), 360 kB floppies en behoorlijk rudimentaire grafische mogelijkheden. Kortom, een in wezen niet zo gebruiksvriendelijke omgeving waarvoor al snel hulpmiddelen werden ontwikkeld die een eenvoudiger toegang tot toepassingen en bestanden boden. Veteranen herinneren zich allicht nog IBM's (niet zo succesvolle) TopView, Digital Research's GEM (van Amstrad 1512 en Atari faam), DESQview van Quarterdeck en (in de lage landen) Wordperfect's Library/Office.
MS-DOS
De eerste versie van Windows was in wezen een minimale ‘shell' bovenop MS-DOS en kon niet echt op tegen de vermelde alternatieven. Maar dat veranderde met de volgende versies, waarvoor ook steeds meer en betere software beschikbaar kwam, waaronder de eerste versies voor Windows van Word en Excel. Omdat de aanwezigheid van Windows op een systeem in die dagen geen zekerheid was, werden heel wat vroege Windows-toepassingen – zoals bijvoorbeeld het pionierende opmaakpakket Pagemaker – met runtime-versies van Windows geleverd.
De grote doorbraak voor Windows kwam dan ook pas met Windows 3.0 (in 1990) en Windows 3.1 (1992). Meer nog, met Windows for Workgroups (1992) 3.11 brak tevens het tijdperk van eenvoudige(r) lokale netwerken in de pc-wereld aan. Het belang van deze versie kan niet worden overschat.
GGI
Als echt zelfstandig besturingssysteem dat de vergelijking met andere grafische gebruikersinterfaces (GGI) kon doorstaan, was het wachten op Windows 95 (1995). In deze versie waren de MS-DOS roots zo goed als onzichtbaar geworden, terwijl ook het voorkomen en gebruiksgemak dat van al langer gevestigde GGI's bijna evenaarde. Die bijzonder populaire versie werd gevolgd door twee andere versies, die nog meer aanhangers kregen.
Zo bracht de Windows 98 in zijn Second Edition (SE) ondersteuning voor usb-interface en Internet Explorer 5, terwijl Windows 2000 op de meer solide kernel van de Windows NT versie werd gebaseerd. Deze Windows NT (voor Net Technology) was bestemd voor professionele high-end systemen en servers en was ontwikkeld om ook op non-x86 processoren te draaien (zoals DEC's Alpha processor). Over een volgende versie, Windows ME (Millennium Edition en de laatste consumenteneditie op basis van de oude non-NT Windows kernel) kunnen we kort zijn: een flop.
Windows 7
Na Windows 2000 kwam dan XP (2001), dat ook nu nog in aantal de meest populaire versie van Windows is. Een populariteit waar het versmade Vista geen afbreuk aan kon doen. Het wachten was op Windows 7 om daar verandering in te brengen. Het lijkt erop dat Windows 7 inderdaad erin zal slagen de volgende referentie-versie van Microsofts besturingssysteem te worden. Normaal gesproken zou dan in 2012 de opvolger, Windows 8, zijn opwachting moeten maken.
Naast versies voor desktops, notebooks en netbooks, heeft Microsoft ook nog een rits gespecialiseerde versies uitgebracht. Zo wordt vanaf Windows NT 4 tevens een serverversie aangeboden, met zelfs aangepaste versies voor onder meer ‘High Performance Computing' (voor departementele ‘supercomputer' toepassingen). Ook werden al snel voorzieningen voor bijkomende toegangscontrole serverversies van Windows uit (vanaf Windows NT4). Andere versies zijn gericht op mediacenters, terwijl zowel voor Windows 3.11 als voor Windows 95 ‘add ons' ter ondersteuning van pen-gesteunde interfaces beschikbaar waren.
WinFS
De perikelen en vertragingen rond Windows in de voorbije jaren hebben zijn zowel aan de druk van het succes als aan te grote ambities te wijten. Zo werd de ‘alfa'-versie van ‘Longhorn' – de opvolger van Windows 2000 – al in 2003 getoond, maar verdwenen in de volgende jaren interessante elementen zoals WinFS (een nieuw bestandbeheersysteem). Ook zette Microsoft zwaar in op meer (en betere) security-kwaliteiten, wat tot jaren vertraging leidde. Vista kwam dan ook pas eind 2006 (zakelijke gebruikers)/begin 2007 (consumenten) op de markt.
De soms moeilijke bevallingen van Windows de jaren heen hebben tevens te maken met het overweldigende hypersucces van Windows. Dat strekt zich ondertussen al over verschillende generaties van fundamentele processorarchitecturen – 16bit, 32bit, 64bit, multi-core – uit. Het probleem van Microsoft was dan ook het maximaal behoud van terugwaartse compatibiliteit van software (die echter wel vaker niet volgens het boekje is geschreven). Dat blijft zorgen voor problemen, in de vorm van persistente gaten en lacunes, die op hun beurt worden aangegrepen om systemen onder Windows aan te vallen.
ETH Zürich
Bij Microsoft wordt al sinds 2003 gewerkt aan het project ‘Singularity', dat een besturingssysteem voor ‘betrouwbare' systemen, met een beveiligd draaien van software beoogt. Het project ‘Midori' zou een commerciële versie van Singularity als opvolger van het huidige Windows vormen, met onder meer uitgebreide aandacht voor ‘sandboxen'. Een ander experimenteel besturingssysteem is ‘Barrelfish', dat in samenwerking met de ETH Zürich wordt ontwikkeld voor gebruik op multi-core systemen.
Nieuwe ontwikkelingen, zoals het groeiende belang van smartphones, tablets, internettoestellen en dergelijke, vormen overigens een bijkomende uitdaging voor Windows. De vrijwel onaantastbare positie op desktops en notebooks heeft immers geen tegenvoeter in de huidige wereld van mobiele communicatie. Ook het groeiende belang van diensten in de cloud kan de positie van ‘fat clients' met volle versies van Windows ondermijnen. Hoe Microsoft zijn marktpositie zal verdedigen en wellicht behouden, zal van de komende jaren dan ook ‘interessante tijden' maken.
De “NT” in “Windows NT” staat niet voor “Net Technology” maar voor “New Technology”.
“Zo wordt vanaf Windows NT 4 tevens een serverversie aangeboden”
Nee hoor, ik werkte al in zakelijke omgevingen met NT 3.51. Dat was overigens geen genot vergeleken met Novell.
Nou, gefeliciflapstaart dan maar.
@Franck
NT stond toch voor Neanderthaler Technology – Me discover fire, invent wheel, build server!
Ter aanvulling. Op 24-10-1993 is er van NT 3.1 ook nog een Single Network Logon serverversie uitgekomen, bedoeld voor de 80386 CPU. Dat was de Microsoft Windows NT Advanced Server v3.1 en was dus de eerste echte netwerkserver van Microsoft.
Ook W95 kende al een release met USB-ondersteuning. Versie OSR 2, noodzaak omdat in 1996 P1 moederborden met USB op de markt kwamen.