Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie bekijkt samen met de politiekorpsbeheerders of het pasingevoerde landelijke informatiesysteem BVH moet worden vervangen. Dat bevestigt een woordvoerder van de bewindsman aan Computable, naar aanleiding van berichtgeving van de NOS. Vast staat dat geen extra budget voor een nieuw systeem beschikbaar is. 'Het moet dus uit het huidige budget komen, maar zal niet ten koste gaan van agenten op straat', aldus de voorlichter.
Het is niet zeker dat de korpsbeheerders met de minister overeenkomen om het BVH-systeem te vervangen. De beheerders zijn er formeel eigenaar van.
Basisvoorziening Handhaving (BVH) wordt sinds eind 2009 door alle 26 politiekorpsen gebruikt voor het melden van incidenten en het maken van processen-verbaal en persoonsdossiers. Vlak vóór de landelijke uitrol bleek uit een evaluatie dat de kwaliteit van software en ict-architectuur slecht is. Dat zou leiden tot een toename van de administratieve rompslomp.
Verschillende politici hebben de minister opgeroepen om het gekwelde systeem niet te gebruiken, zodra de 26 korpsen worden samengevoegd tot een nationaal politiekorps. 'Ik weet niet wat een nieuw systeem kost, maar hiermee doorgaan kost nog meer geld', noteerde de NOS eerder uit de mond van VVD-politica Jeanine Hennis-Plasschaert.
Verbeterslagen
De woordvoerder van minister Opstelten meldde eerder aan Computable dat de bewindsman bekend is met de ict-problemen bij de politie en dat ze het ernstig vindt. Er zijn verbeterslagen noodzakelijk en er moet meer aandacht komen voor beheer van de ict-systemen, laat de voorlichter weten.
Op 15 november 2010 behandelt de Tweede Kamer de begroting van de politie. Tijdens dat overleg gaat de kamer met minister Opstelten in gesprek over de vermeende slechte kwaliteit van informatiesysteem BVH.
Naar een rapport kijken van voor 2009 ?
Dit is nog eens oude koeien uit de sloot halen.
Is er ondertussen geen actuele rapportage aanwezig ?
Wat bedoelt dat tweede kamerlid met “wat dat nieuwe ‘systeem’ moet kosten?”. Normaalgesproken bestaan kosten voor 80-85% uit een gelaagde infrastructuur. De hoogste lagen daarin voorzien de applicaties van interconnectiviteit, gebruikersbeheer, deployment, enzovoort. Wat dat moet kosten heeft niets met nieuwe applicaties te maken.
‘Legacy’-applicaties pas je in door er berichtgeoriënteerde services omheen te bouwen. Indien mogelijk doe je dat op functioneel niveau met een hopelijk aanwezige SDK of andere voorziening. Anders maar op database-niveau en in het ergste geval op de presentatie-laag met een aantal troepoplossingen (scherm-grabbers van mainframe-mensen e.d.).
Hiermee voorkom je dat de infrastructuur zich conformeert aan de waan van de dag, performance verslechtert naarmate complexiteit en integratieniveau toeneemt. Investeringen op applicatieniveau worden daardoor inzetbaar voor meerdere presentatievarianten (ook op verschillende ‘devices’ zoals mobile of web-based) zonder dat kosten van rechtenbeheer, security, deployment e.d. met het aantal apparaatvormen en presentaties daarop gaan kwadrateren. Uit berichtgeving eind vorig jaar op deze site blijkt dat het op de lagere lagen van die infrastructuur bij de politie ook al bijzonder slecht gesteld is. Met facilitering van applicaties is het kennelijk al even beroerd.
Op het niveau waarop zich dus veruit het grootste deel van de kosten afspeelt, wil ik dus niets te maken hebben met de vraag of bijvoorbeeld slachtoffer ook wel in de hoedanigheid van getuige te linken valt met een delict. Of met hoeveel karakters het naamveldje ongeveer mag bevatten. Men kan over twee jaar wel heel wat anders willen en met infrastructuur ga ik echt helemaal nooit overnieuw beginnen. Dat zou het failliet van m’n beleid zijn. Gebruikersoverleg is voor de materiedeskundigen van de ontwikkelaars en ik faciliteer de pakket-ontwikkelaars/leveranciers met infrastructuur.
Helaas hebben (interne of externe) pakketleveranciers maar al te vaak hun huiswerk niet goed gedaan. Dat weten ze meestal ook wel, maar er zit dan niets anders op als het nadeel maar als een voordeel te verpakken. Het is dan aan de opdrachtgever de pakketleverancier af te wijzen, maar die kan er vaak niet over ‘oordelen’ en gaat bij de keuze dan maar af op het oordeel van de toekomstige of bestaande gebruikers. Niks werkt zo goed als enthousiaste ervaringen van gebruikers. Men kan er haast niet omheen. Een pakketleverancier waakt er wel voor eigen rekening infrastructurele zaken te gaan uitwerken die zijn positie bij een klant alleen maar ondermijnen (als de klant die niet uitdrukkelijk in pakketeisen heeft gesteld). Uiteindelijk gaat de beslisser voor de gebruikers, dus de leverancier weet dat het wel goed komt.
Als manager wil je bij voorkeur zelf geen materiedeskundigheid opbouwen. Je wordt dan een risicofactor voor de organisatie voor het geval je parttime wil gaan werken of met zwangerschapsverlof moet. Expertise koop je in zodra je het nodig hebt. Als er verschil van inzicht bestaat tussen externe partijen, negeer je dat zolang er geen operationele problemen zijn. Zodra die er wel zijn, vraag je aan de meest geëigende partij: “Hoe gaan we dit oplossen?” . Vervolgens zeg je: “Als we dit en dit bij u in uitvoering laten nemen, kunt u ons verzekeren dat de problemen dan opgelost zullen zijn?” Als je dan per ongeluk een integere leverancier hebt die onwelgevallige antwoorden geeft, stommel je net zo lang door totdat je iemand treft die niet te beroerd is voor een lippendienst.
Een andere potentiële kwetsbaarheid voor managers is, dat de ene dienst of afdeling het structureel beter doet dan een andere. Horizontalisering van ICT-diensten is dan het devies. Het komt dan ook beter in aanmerking voor aanbesteding en als iets een panacee is voor vuilnis rijden werkt het vast ook wel voor ICT. Voor de leverancier is het ook mooi, want de mensen in het veld zijn – met een kleine tussenevaluatie – vier jaar met elkaar getrouwd. Je hebt dan niet zomaar mensen dat ze het anders wel op een andere manier regelen e.d. Ze hebben geen enkele bestedingsbevoegdheid meer. Als ze het van andere middelen doen, vraag je een manager of iets niet tot het omschrevene in de aanbesteding behoort. Verder moet je als manager standaardiseren op de niveaus die jou wat zeggen, zoals hetzelfde type pc, router, versie van een besturingssysteem of protocol (als je maar zeker weet dat het op termijn nooit te handhaven is), niet op waar de markt standaarden voor heeft ontwikkeld. Het is altijd plezierig als een systeembeheerder zo weinig mogelijk verrassingen tegenkomt als hij ergens elders invalt. Voor iets bijleren gaat ie maar op cursus.
Het gevolg is van al die ‘standaardisering’ is, dat de betere systeembeheerders soms van alles staan terug te fabrieken naar ellende die ze tien jaar daarvoor met pijn en moeite hadden uitgefaseerd. Als je dan vraagt of ze het spoor helemaal bijster zijn, verwijzen ze je – niet zelden cynisch en verbitterd – naar het nieuwe beleid of de nieuwe organisatie. Je kunt dan alleen nog maar wat meelachen over zoveel wijsheid en wegwezen, want niets is zo frustrerend als in dat soort situaties gaan pappen en nathouden. Uiteindelijk zou je dan ook roofbouw op je eigen niveau plegen en veroordeel je jezelf daarmee op termijn tot dat soort zelfde ellende.
In elke overheidsorganisatie komt altijd wel ergens een carrièretijger boven drijven die zoveel mogelijk macht naar zich wil toetrekken. Budgetbundeling wordt dan altijd nagestreefd. Als je als beleidsmaker helemaal nergens benul van hebt, kun je maar beter iedere dienst of afdeling een eigen budget geven. Verder zorg je voor overlegstructuren op operationeel niveau. Het resultaat is een enorme enthousiasmering van medewerkers en leveranciers, intrinsieke drive tot kennisopbouw en –uitwisseling. Uit dit soort overlegorganen ontstaat dan (al of niet) vraagbundeling waarbij alle partijen een deel van hun budget moeten inbrengen (of dit vooral achterwege moeten laten als ze het niet zien zitten). Daarboven richt je ICT-toezicht op en formuleer je eisen waaraan uitvoerders verantwoording moeten afleggen. Op welke manier diensten en afdelingen vereiste zaken waarborgen moet zo vrij mogelijk gelaten worden. Relevante certificaten of gecertificeerde producten kunnen als afdoende worden geaccepteerd. Eventueel moeten partijen worden gecertificeerd voor het controleren en certificeren van ICT-diensten/afdelingen. Als je maar niet op alle uitvoerende lagen iedere vorm van expertise en vindingrijkheid om zeep helpt en feedback-trajecten zo lang maakt dat je zeker weet dat de relevante informatie terug het pas gaat redden als het kalf al jaren verdronken is.
De politiek zou zich eigenlijk grotendeels bezig moeten houden met hoe ministeries en uitvoerende diensten zijn georganiseerd. Dus onderzoeken en vaststellen hoe catastrofaal bijvoorbeeld een fenomeen als aanbesteding uitpakt. Kijken welke organisatiestructuren beter werken dan andere. Kijken hoe ze vergoedingsstromen zo goed mogelijk in de pas laten lopen met die van de levering in omgekeerde richting. Dat soort dingen. Kijken op welke manier bevindingen en ervaringsfeiten zo efficiënt mogelijk terug sijpelen naar beslissers.
Dit is typisch weer zo’n voorbeeld van politieke en organisatorische incompetentie die ICT loopt te frustreren. (En bijv Ivo die hier mede debet is die ook zijn eigen straatje schoon wil houden.)
Als je 26 eilandjes hebt en daarboven een verwaterde regie dan kun je nog zo hard willen maar iets fatsoenlijks is dan een schier onmogelijke uitdaging.
Nu moeten ze door de pijn heen gaan werken en kan me voorstellen dat je daar nou niet echt vrolijk van wordt.
@Peter: kijk, bij die 26 eilandjes ga je al fout want je zit direct al in de waan van de dag. De Politie te water, de bereden politie of de recherche vormen ook eilandjes. Vermoedelijk onderling net zo verschillend als wanneer je goed kijkt bij die 26 eilandjes waar jij het over hebt. Op die eilandjes zit – behalve eilandcultuur – heel veel kennis en ervaring (wat maar zo ineens op een bepaald aspect van belang kan zijn).
Je verlaten op Mr. en Mrs. Know-it-all-at-the-top is dan gedoemd te mislukken want die zien alleen maar een al even willekeurige geografische of historische organisatoriestructuur. Maar die wordt vanzelf wel ingehaald door beleid omdat die – als het goed is – o.a. uitgaat van technische mogelijkheden die voortdurend ontstaan. Beleid aanpassen is wat anders dan tot in het laatste detail zelf regelen.
De familie Know-it-all kan beter formuleren en eisen waar een goede brugverbinding aan moet voldoen dan proberen alle eilanden over te nemen. Het verschraalt de rijkdom van je organisatie.
Tussen alle oude vtsPN artikelen kwam ik nog tegen dat Polen aan het omschakelen was naar Open Source software. Dan zou het zomaar kunnen dat over een paar jaar de Poolse politie goedkopere/stabielere/betere ICT voorzieningen heeft dan de Nederlandse politie.
Alle gekheid op een stokje.
Even resumerend is er meer dan 100 miljoen aan externen uitgegeven, de top van de vtsPN heeft flink lopen binnen harken, een rapport wat zeer kritisch was is onderin een la verdwenen en de grote groep toezichters heeft blijkbaar nooit een dergelijk rapport gemist. Korpsbeheerders hebben voortdurend beterschap beloofd, vakbonden en personeel zijn stelselmatig genegeerd.
Nu kan de tweede kamer wel willen zwarte pieten maar blijkbaar vergeten ze dan ook dat een hele grote groep hier flink van hebben geprofiteerd zonder hier ook maar ooit op afgerekend te hoeven worden.
heren,
Gaan we weer. ict project, de schuld geven. Mij valt altijd op dat ict projecten mis gaan bij de politie. Volgens mij worden die gebouwd door een ict organisatie, net als alle andere die u zelf heeft. Toch zal het project eisen, etc. voorgelegd hebben aan vertegenwoordigers van alle korpsen. Blijkbaar heeft die leiding als opdrachtgever weer zitten pitten en vinden ze hetbij de politie acceptabel dat je daarna over het systeem mogen klagen en het project de schuld geven. Bahhhh na al die jaren weten ze toch allemaal waar de echte oorzaak ligt.