Currence maakt het pinnen via het ‘gewone’ internet mogelijk. Tot nu toe moest een betaalautomaat gekoppeld zijn aan een speciaal gecertificeerde datacomlijn.
Dat was noodzakelijk om de veiligheid van het pinnen te garanderen. Door extra veiligheidsmaatregelen in de betaalautomaat en bij de computersystemen die de betaaltransacties verwerken, is een gecertificeerde lijn niet langer noodzakelijk. Daarom heeft Currence de regelgeving aangepast. Pinnen is vanaf nu ook via een niet-gecertificeerde datacomlijn mogelijk. Ondernemers die nu nog voor hun pinverkeer ‘inbellen’ via een gewone telefoonlijn, kunnen hierdoor gemakkelijker overstappen op breedbandpinnen. Zij kunnen voortaan kiezen uit alle aanbieders van breedband (adsl, kabel, glas). Breedbandpinnen is voor ondernemers veel sneller en vaak goedkoper dan een inbelverbinding.
Voor het nieuwe pinnen – pinnen via de chip op de betaalpas – kunnen ondernemers beter gebruik maken van een breedbandverbinding. Pinnen via breedband gaat aanzienlijk sneller dan pinnen via een inbelverbinding. Daarnaast is breedbandpinnen vaak goedkoper. Bij een breedbandverbinding betalen ondernemers niet meer per transactie, ‘telefoontikken’, maar een vast maandbedrag. Het voordeel wordt groter als het aantal pintransacties toeneemt. Breedband is voor ondernemers financieel nog aantrekkelijker als internet, telefoneren, faxen en het alarmsysteem ook over dezelfde breedbandverbinding lopen. Bovendien worden binnen enige jaren de ouderwetse telefonieverbindingen (PSTN en ISDN-B) uitgefaseerd.
Vanzelfsprekend blijft het voor een winkelier mogelijk om van door Currence gecertificeerde breedbandverbindingen gebruik te blijven maken. Deze lijnen kennen een hogere, gegarandeerde beschikbaarheid en een betere bereikbaarheid van de helpdesk van de datacomprovider, en worden daarom nog steeds door Currence aanbevolen.
Deze week start een campagne om de circa 90.000 ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf met verouderde inbel-verbindingen te wijzen op de voordelen van breedbandpinnen.