Met veel plezier las ik een artikel uit 1995 van Clifford Stoll in the newsweek. Daarin voorspelt hij dat het Internet een hype is en waarom het internet nooit een nirwana zal worden. Nu, vijftien jaar later weten we wel beter. Nu is het best moeilijk voor te stellen dat er mensen zijn die niet in het internet geloven.
Toch zijn de argumenten die Stoll in zijn artikel gebruikt best actueel en is er wat voor te zeggen. Er wordt een hoop gebruld op het internet zonder bronvermelding, het zoeken naar diepgaande informatie die minder voor de hand ligt is nog best lastig door de grote hoeveelheid informatie en volgen we nog steeds niet massaal een studie die volledig wordt gedaan op het internet. Het punt is dat achteraf redeneren altijd makkelijk is terwijl het ook anders had kunnen zijn.
Toen de boekdrukkunst zijn intrede deed rond vijftienhonderd konden de 'Scribes' (Schriftgeleerde vind ik een slechte vertaling van het woord) ook niet voorstellen wat een vlucht dit zou nemen en wat voor impact het zou hebben op de maatschappij. De scribes schreven alles nog over en dit was een beroep met hoog aanzien. Achteraf is het zo logisch dat de boekdrukkunst er was en nooit meer weg zou gaan net als we nu weten dat het internet of iets dergelijks nooit meer weg zal gaan.
Dat brengt me tot het onderwerp van dit artikel: Cloud computing. Net als dat de boekdrukkunst niet rond vijftienhonderd is uitgevonden is ook cloud computing niet onlangs uitgevonden. Cloudcomputing gaat ook nooit meer weg. De één noemt het een hype, de ander prijst het de hemel in of zegt dat het it-afdelingen overbodig maakt, maar als je logisch redeneert is de conclusie niet moeilijk te trekken.
Iets meer dan honderd jaar geleden waren fabrieken veelal gevestigd in de nabijheid van rivieren. Stromend water was een toepasbare krachtbron en deze kracht kon omgezet worden in mechanische beweging. Later werd de waterkracht gebruikt om elektriciteit op te wekken wat handig was omdat de kracht uit elektriciteit wat generieker toepasbaar was. Je kon niet alleen een motor laten draaien, maar de fabriekshal ook nog van licht voorzien. Denk je dat mensen toen de visie hadden hoe dominant elektriciteit in hun leven zou worden? Dat het een algemeen toepasbaar iets zou worden? Ik denk het niet.
Nu zie ik het installeren van een server en het handmatig beheren van een groep servers en bijvoorbeeld het hosten van een internetpagina op die servers als de waterkrachtbron zoals de rivier dat was voor een fabriek. Het vergt plaats-specifieke arbeid en het rekening houden met zeer lokale factoren die arbeidsintensief zijn. Deze specifieke zaken wil je eigenlijk veel generieker benaderen zoals stroom uit de muur. Prik en klaar. Dat de energiecentrale allemaal knappe staaltjes werk verricht om dit mogelijk te maken geeft niet. Het is immers voor een zeer grote groep gebruikers en als je dit uitsplitst per gebruiker is het extreem veel goedkoper dan dat elke gebruiker zijn elektriciteit gaat opwekken. Zo is het ook met cloud computing. Ik hoef niets te begrijpen van schaalbaarheid, fail-overs, latency als ik een website op het internet wil hebben. Ik neem deze dienst gewoon ergens af voor weinig. Dit gaat ook op voor het beheren van gebruikers, werkplekken, storage, et cetera. Waarom zelf het wiel uitvinden als ik het uit de muur kan krijgen?
'Dit kan nog niet! Zover zijn we nog niet, er zijn allemaal problemen!' is wellicht het verweer. Maar er zijn zo ver ik weet geen technische beperkingen die het bij voorbaat onmogelijk maken. En als het kan zal het gebeuren. Er zijn twee menselijke drijfveren die succes garanderen. Gemak en prijs. Waarom is de appstore van Apple zo populair? Omdat het zo gemakkelijk is om daar geld uit te geven. Als een bedrijf op een gemakkelijke manier voor relatief weinig geld zijn automatisering in kan kopen, dan gaat dit werken. Gemak en prijs zijn twee kenmerken die ook bij cloud computing horen. Het is gemakkelijk om een clouddienst af te nemen, dit gaat vaak op basis van selfservice; maak een account aan, kies het product en het eerste gebruik is gratis. Hier komt vaak geen menselijke inspanning aan de kant van dienstverlener van pas en dat kan een reden zijn waarom de prijs concurrerend is. Ook gemak, want het kan zeven dagen in de week, 24 uur per dag.
Een ander facet van cloud computing is dat het niet te maken heeft met een specifieke server, een specifieke verbinding, een specifieke harde schijf. Als er iets stuk gaat hoeft er niet nagedacht te worden over hoe dit vervangen dient te worden. Hoewel de infrastructuur zeer complex kan zijn is het vervangen van een falend onderdeel iets waar geen intelligentie voor nodig is, en wellicht geen menselijk handelen (en robot kan ook een harde schijf vervangen).
Betekend cloud computing het einde van de it-afdeling? Absoluut niet. Ik denk dat het vooral een verschuiving wordt. Traditioneel beheer zal wellicht beperkt worden, maar functioneel blijven er nog genoeg uitdagingen over. Software moet worden ingericht, bi'ers moeten nog steeds analyses maken en relaties leggen tussen zaken. Bedrijfsprocessen dienen nog steeds aangesloten te worden op automatiseringsvraagstukken. De werking van een bedrijf en diens automatisering is nog steeds arbeidsintensief.
Diegene die 'cloud computing? Bah!' roept zal over vijftien jaar ook artikelen teruglezen waarom gelachen wordt. In 2000, 2001 werden er nog nauwelijks artikelen via het internet gekocht in Nederland. Velen, waaronder ikzelf, zagen niet in dat massaal online winkelen normaal zou worden terwijl dit onvermijdelijk is.
Het is goed om er bij stil te staan hoe de wereld er over vijftien jaar uit ziet. Als ik me aan een voorspelling zou wagen is een grote verandering dat grote dienstverlenende organisaties stervende zijn. Dat sociale netwerken producten gaan produceren zoals boeken, muziek en zelfs films. Dat organisaties niet per definitie bestaan uit een identiteit ingeschreven in de kamer van koophandel, maar bestaan uit lossere verbanden en (tijdelijke) samenwerkingen.
Wees op je hoede als je kritisch bent over de toekomst. Want voordat je het weet wordt er na vijftien jaar hartelijk om gelachen.
@Henri
Lachen kan ook nu : “Linken naar Engelstalig artikel is anders dan naar een Duits artikel omdat Engels nu eenmaal de facto standaard is.”
Die hou ik er in, het is veruit de domste opmerking die ik in jaren gehoord heb.
Ik vind in plaats van water of electriciteit de vergelijking van informatie met energie het meest passend, simpelweg omdat informatie een vorm van energie is, namelijk entropie.
Op http://bit.ly/cCQo0Q is bijvoorbeeld een methode te vinden om ICT-Systemen op deze manier te ontwerpen.
Op de links http://bit.ly/b2mrPO en http://bit.ly/bvhN91 is informatie van een operationeel ICT-Systeem te vinden dat op deze manier ontworpen is en minimaal tot 2030 operatineel zal blijven.
Dit systeem ondersteund ook “cloud” functionaliteit, zoals veilige “cloudstorage” en “cloudgroupsharing” van informatie.
@Jan van Leeuwen: “Engels is de facto standaard”; hierin heeft Henri Koppen volledig gelijk, niet alleen voor de IT in Nederland, maar zelfs in het overgrote deel van de wereld. Toen ik vorig jaar in Karlsruhe bij een tweedaags IT-seminar was, was de voertaal Engels, ondanks dat de meerderheid van de aanwezigen Duits was. Ook de communicatie op de mailing list en het IRC kanaal is altijd Engels. Als Duitsers in Duitsland zelf al probleemloos akkoord zijn met Engels als voertaal, hoe kan dan Henri’s constatering (nota bene gedaan in het kader van een IT-publicatie in Nederland) “de domste opmerking in jaren” zijn?
@ Jan S
Dat een link naar een Duitstalig artikel ander zou zijn als een link naar een Engelstalig artikel is klinkklare onzin.
Overigens had het “Engels is de de facto standaard” moeten zijn, “de facto” komt uit het latijn.
Dat Engels in de IT heel veel gebruikt wordt is waar, maar het is geen de facto standaard. Op het gebied van artikelen in de ICT zijn momenteel de spaanstalige landen zo actief dat ze minstens gelijkwaardig zijn aan de engelstalige.
Voor alle duidelijkheid, hier de definitie van “de facto standaard”:
Standaarden die niet gecertificeerd is door een officieel standaardisatie instituut. Een de facto standaard ontstaat doordat er een voldoende grote kritische massa van gebruikers van een afspraak (specificatie, toepassingsprofiel of referentiemodel) is.
Dat heeft weinig met de gebruikte voertaal te doen.
“De facto” kan gewoon vervangen worden met “feitelijk”. Internet Explorer is jarenlang feitelijk de standaard browser geweest. Een FireFox fan zal zich hiertegen verzetten omdat hij het niet eens wil zijn.
@Jan van Leeuwen: Je zou “ik vind” wat vaker voor je zinnen moeten plaatsen. Daarnaast is dit erg off topic. Als ik je commentaar terug lees lees ik dat je geen directe antwoord geeft op vragen en steeds reageert op de randverschijnselen.
Als je het niet eens bent met de inhoud van dit artikel – het is een opinie stuk – geef dan aan waar je het niet mee eens bent en waarom.
En neem jezelf niet al te serieus. Dat doe ik ook niet…
On-topic: Water en elektriciteit zo uit de muur is eigenlijk ook iets te makkelijk gezegd.
Er zijn heel veel mensen dagelijks bezig om het gemak van water zo uit de kraan en stroom zo uit de muur mogelijk te houden.
@Henri
Lees het artikel waarnaar ik verlinkt heb, ook al is het in de duitse taal. Dan vindt je de antwoorden.
Wat mij betreft kun je “cloud computing” als religie bedrijven, die vrijheid heeft iedereen.
Jammer van de uit de bocht gevlogen opmerkingen, naar aanleiding van een goed artikel. Denk dat Henri een goed punt heeft door terug te blikken op de situatie zo’n 15 jaar geleden. Waarin heel veel zaken die nu al realiteit zijn, ook werden afgedaan als luchtfietserij. De toekomst voorspellen kan niemand, maar dat lokaal computers en software installeren steeds minder vaak zal gaan gebeuren lijkt voor de hand liggend (voor alle duidelijkheid: vind ik)