Gerard Willemse, oprichter en ex-grootaandeelhouder, heeft de Ondernemingskamer gevraagd het onderzoek naar de gang van zaken bij Inter Access Groep uit te breiden. Willemse vreest dat de aangewezen enquêteur Willem Jan van Andel weinig kan met het beschikbare budget van 25.000 euro. Hij wil meer budget en een extra onderzoeker die met financiële kennis de jurist Van Andel bijstaat. Ook heeft hij een aantal onderwerpen aangedragen die in zijn ogen in het onderzoek aan de orde moeten komen.
De Ondernemingskamer in Amsterdam nam op 31 december 2009 het besluit een onderzoek in te stellen naar de handel en wandel bij de Inter Access Groep. Dat besluit nam de kamer in combinatie met de veel verstrekkender beslissing dat Gerard Willemse zijn meerderheidsbelang van het in geldnood verkerende bedrijf moest opgegeven. Minderheidsaandeelhouder Rabo Participaties (Rapar) kreeg, in ruil voor een financiële injectie, de meerderheid van de aandelen in handen na een conversie.
De toenmalige raad van commissarissen van Inter Access was naar de Ondernemingskamer gestapt om de macht van oprichter/grootaandeelhouder Willemse te breken. Hij had via zijn investeringsvehikel Marigot Investissements NV 60 procent van de aandelen in handen. Dat pakket dreigde na de conversie te verwateren tot 11 procent, waardoor Willemse zijn bedrijf kwijt zou raken. De rechters gaven op 31 december hun zegen aan de uitgifte van nieuwe aandelen aan Rapar, vlak voordat financiers er de brui aan dreigden te geven.
Op de bok
Jerry Hoff van bureau Spighthoff en advocaat van Willemse betoogde tijdens de nieuwe zitting dat verschillende partijen die zich met de redding van Inter Access bezighielden, hebben samengespannen om Rapar op de bok te krijgen ten koste van Willemse. Daarbij zou de Ondernemingskamer eind 2009 niet goed zijn voorgelicht. Hoff bepleitte daarom in het onderzoek aandacht te besteden aan de waardering van de Inter Access Groep die te laag zou zijn geweest bij de aandelenconversie. Ook de advieskosten die Inter Access heeft moeten uitgeven aan het project Hercules (de reddingsacties) moeten onder de loep worden genomen. Volgens Hoff liggen die op minimaal twee miljoen euro.
Verder bracht Hoff naar voren dat de rol van de toenmalige raad van commissarissen uit beeld dreigt te raken. De raadsman van Willemse stelt dat niet alleen de oud-grootaandeelhouder maar ook de raad verantwoordelijkheid draagt voor de financieringsconstructie met het failliet gegane zusterbedrijf Syfact. Dat hing samen met de mislukte uitbesteding van het rekencentrum aan IBM als een molensteen om de nek van het bedrijf.
Extra onderzoeker
De advocaat noemde tijdens de zitting het bedrag van 25.000 euro waarover onderzoeker Van Andel beschikt, een voor de Ondernemingskamer ongewoon laag onderzoeksbudget. Hoewel Van Andel inmiddels in een brief heeft aangegeven om meer geld te vragen indien dat nodig is, bracht Hoff naar voren dat een verhoging van het budget voor zijn cliënt meer zekerheid met zich meebrengt dat het onderzoek ook een diepgravend karakter krijgt.
Daarnaast verzoekt Willemse de Ondernemingskamer een extra onderzoeker te benoemen die gepokt en gemazeld is in de financiële verslaglegging. Deze kan Van Andel, die zijn sporen voornamelijk als jurist heeft verdiend, ondersteunen, aldus de vragende partij.
Verweer
De advocaten van de drie tegenpartijen in dit conflict, de Stichting Continuïteit Inter Access Groep (de raad van commissarissen), de vennootschap Inter Access Groep BV en Rapar, wezen eensgezind de verzoeken van Willemse af. Hun verweer kwam er, naast een aantal juridische bezwaren, op neer dat extra onderzoek te duur zou worden voor Inter Access. De ict-dienstverlener, die nog steeds moeizaam draait, moet namelijk de onderzoekskosten ophoesten.
Ook noemden de raadslieden de bezwaren van Willemse een herhaling van zetten en het optreden van advocaat Hoff een vorm van napleiten. Alle relevante zaken waren immers al aan de orde geweest tijdens de zitting van de Ondernemingskamer in december 2009. Dat de kosten van de reddingsactie twee miljoen euro zouden belopen, bestreden zij: niet meer dan zeven ton was de schatting van advocaat Harm Jan De Kluiver (namens de stichting).
Landgoed
Verder stelden de verweerders vast dat zonder het ingrijpen van Rapar Inter Access niet meer zou hebben bestaan. Dat Willemse zelf voor de noodzakelijke aanvullende financiering zou zorgen, zoals hij zelf benadrukt, vinden zij in tegenspraak met de feiten. Willemse zei voor zo’n 4,6 miljoen euro te kunnen zorgen door Syfact of zijn landgoed in Zuid-Europa te verkopen. Syfact ging bankroet en het landgoed staat nog steeds te koop, aldus raadsman Richard de Haan van Rapar.
De Ondernemingskamer doet binnenkort uitspraak over het verzoek van Gerard Willemse om het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij Inter Access uit te breiden.
Rvc
De voormalige raad van commissarissen waarmee Gerard Willemse de strijd aanbindt, bestond uit Jan Hovers (ex-Océ), Roger van Boxtel (Menzis), Dirk Sluimers (ABP) en Leon van den Boom (Park Corporate Finance). Van den Boom en Sluimers zijn nog steeds lid van de rvc.