Het Digitaal Klantdossier (DKD) is ontwikkeld naar aanleiding van de Wet éénmalige gegevensuitvraag werk en inkomen. Deze wet voorziet erin dat burgers die een beroep doen op de keten werk en inkomen maar één keer, tijdens het intake-gesprek, hun gegevens hoeven af te geven. Regie over de keten impliceert hier dat de klant (werkzoekende en werkgever) in de dienstverlening voorop wordt gesteld met als doel een gezamenlijk (keten)resultaat in termen van preventie, doorstroom, uitstroom en klantgerichtheid.
Betrokken DKD-ketenpartijen, het UWV Werkbedrijf, de gemeentelijke sociale diensten en de Sociale Verzekeringsbank, dragen er zorg voor dat gegevens digitaal voor iedere partij in de keten beschikbaar zijn, ofwel het concept van van éénmalige, éénduidige registratie en meervoudige uitvraag. Een concept zoals we dat inmiddels ook kennen in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) met als resultaat één (elektronisch) loket voor de omgevingsvergunning en bijvoorbeeld de Verwijsindex Risico's Jeugdigen (VIR), alle overigens deel uitmakend van de bouwstenen van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP).
Met de invoering, destijds in 2007, van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning – WMO (bestaande uit de Wet voorzieningen gehandicapten, de Welzijnswet en de huishoudelijke hulp uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten – AWBZ) zijn, naast de hierboven genoemde, aan de gemeenten gedelegeerde verantwoordelijkheid voor werk en inkomen, taken op het vlak van maatschappelijke ondersteuning en zorg toegevoegd. En dit alles onder het motto betere dienstverlening bij gemeenten in het ondersteunen van de eigen burgers vanuit één loket.
Eén en ander heeft er toe geleid dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) niet meer verantwoordelijk is voor de indicering van de taakvelden die vanuit de AWBZ zijn overgaan naar de WMO, maar dat de gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor die toegang.
De betreffende burger, die toch al in een bijzondere doelgroep valt, namelijk ‘zorg nodig' als gevolg van ziekte, een beperking of ouderdom en alleen maar in aantal groeit als gevolg van de vergrijzing, heeft te maken met een zeer divers en uitgebreid werkveld van een groot aantal organisaties binnen zowel het publieke als private domein. En juist dat vraagt om een optimale (keten)samenwerking van de betrokken partijen (CIZ, gemeenten, zorgkantoren, zorgverzekeraars en zorgaanbieders) op het vlak van gegevensuitwisseling en registratie. Juist het voorzien in éénmalige, éénduidige registratie en meervoudige uitvraag van zorgcliënten binnen deze keten, zal bijdragen aan administratieve lastenverlichting en kwaliteit koppelen aan doelmatigheid.
Voor de publieke partijen is de win/win-situatie evident, deze sluit immers aan op de strategie van het NUP om digitaal één overheid te zijn met daarbij de burger centraal en zou hiermee een nieuwe ‘bouwsteen' kunnen toevoegen. Voor de private partijen (de zorgkantoren, zorgverzekeraars en zorgaanbieders) zal de win/win-situatie moeten worden gecreëerd door de voordelen van digitale gegevensaanlevering expliciet te maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan snel inzicht in statusinformatie, proactieve dienstverlening, maar juist ook een goed gebruik en onderlinge afstemming van ict, vermindering van administratieve lasten en een efficiënte bedrijfsvoering.