De gemeente Hellendoorn heeft het thin clients-contract met infrastructuurspecialist Dataman ontbonden. Aanleiding is de surséance die het Utrechtse bedrijf aanvroeg. Inmiddels is Dataman failliet verklaard. Hellendoorn schrijft een nieuwe aanbesteding uit en hoopt op een betere respons dan bij de eerste tender. Die leverde maar één inschrijver en winnaar op: Dataman.
De Overijsselse gemeente schreef eind mei 2010 een aanbesteding uit voor de levering van 275 ultra thin clients met een optionele nalevering van nog eens maximaal vijftig stuks. De order betrof niet alleen de levering van de thin clients, maar ook de levering van de bijbehorende servers en software en de installatie en het onderhoud van de apparatuur en de software.
Financiële problemen
Tot teleurstelling van de gemeente schreef alleen Dataman zich in, ondanks dat 23 partijen interesse hadden getoond in de aanbesteding. Omdat dit bedrijf aan alle eisen voldeed, won het de tender. Een paar maanden later is het contract alweer ontbonden. Dataman verkeerde in financiële problemen en is inmiddels na surséance failliet verklaard.
Directeur/eigenaar Arno Schoenmakers wil niet aangeven waarom zijn bedrijf in geldnood verkeert. Hij hoopt de komende week uitsluitsel te kunnen geven over een mogelijke doorstart van Dataman (vijftig man), dat opslag-, back-up & recovery-, netwerk- en beveiligingsoplossingen levert.
Niet inhoudelijk
Hellendoorn gaat een nieuwe, vergelijkbare thin client-aanbesteding uitschrijven. De gemeente heeft onderzocht waarom de respons op de eerste aanbesteding zo slecht was. Een woordvoerster vertelt dat hieruit geen of nauwelijks redenen naar voren zijn gekomen die inhoudelijk met de aanbesteding te maken hadden. ‘Het gros van de destijds geïnteresseerden is gebeld. Eén à twee partijen gaven aan dat ze hadden ingeschat geen goede aanbieding te kunnen doen vanwege de bestaande omgeving, ondanks de vermelding dat de gemeente ook openstond voor een andere oplossing. Een paar bleken geen leveranciers te zijn, maar fabrikanten die gewoon geïnteresseerd waren, maar niet van plan waren zelf een bieding te doen. En de rest, de overgrote meerderheid dus, had praktische redenen zoals personeelsgebrek wegens vakantieperiode of ziekte.’