Het ict-team van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch was op zoek naar een ict-oplossing voor duurzame opslag van statische data. Deze data worden af en toe nog geraadpleegd. Door deze van het storage area network (san) te verwijderen, blijft daar meer ruimte over voor nieuwe data. De keuze is gevallen op een DISC Blu-raysysteem, meldt het ict-team van het BHIC.
Vooral de duurzaamheid van het Blu-raysysteem in combinatie met de ruime opslagcapaciteit (en uitbreidingsmogelijkheid) heeft hieraan bijgedragen, aldus het BHIC. Het gekozen Blu-raysysteem heeft een capaciteit van 13TB en kan later nog worden uitgebreid. Het systeem wordt aangestuurd met de hierarchische storagemanagementsoftware van Qstar Technologies. Deze zogeheten HSM draait op een QStar server (SntryStr 6000) met 6TB aan harddisk storage voor de tijdelijke opslag en cachefunctie waarop het platform is geïntegreerd. Deze zorgt er voor dat de te archiveren data op de juiste wijze naar het Blu-raysysteem worden verplaatst. Deze hsm-migratieoplossing biedt volledige transparantie naar de netwerkgebruikers.
In het maken van automatische kopieën van de Blu-ray discs die als master back-up dienen, is ook voorzien. Met deze oplossing kunnen alle digitale bestanden zoals born-digital documents (die bij aanvang reeds digitaal zijn), scans, documenten vanuit een DIV-systeem, foto's (historisch beeldmateriaal) en alle andere documenten, veilig en duurzaam worden opgeslagen.
Het BHIC is ontstaan uit de fusie van het Rijksarchief in Noord-Brabant, het Streekarchief Langs Aa en Dommel en het Streekarchief Brabant Noordoost.
Dat ‘duurzaam’, daar moet je niet te sterk in geloven. Wellicht duurzamer dan sommige andere oplossingen, maar zeker niet failsafe. Een krasje, wat vocht, vingerafdrukken die je niet wegkrijgt zonder krasjes te veroorzaken, een schimmel, een brandje (bijv. door blikseminslag) of diefstal: weg gegevens. Verder werden voor CDR’s ook gigantisch lange duurzaamwaarden gegeven – die bleken ook niet te kloppen.
Backups maken is dus inderdaad het toverwoord. Er zijn meerdere backups nodig, en die wil je ook periodiek testen (bijv. in een gebouw elders).
Het zou de eerste keer niet zijn dat, nadat het origineel faalde, er geen goede backup voorhanden bleek te zijn.
Duurzaam moet in dit verhaal ook worden bezien in het kader van onder andere warmteontwikkeling/energieverbruik. Een optische datadrager verbruikt net als een tape geen energie en ontwikkel dus geen warmte. Dat past weer prima in een “duurzaam ondernemen” oplossing.
Daarnaast staat in het artikel dat de Blu-ray onderdeel is van een HSM omgeving. Een back-up maken van data op het Blu-raysysteem kan hier dus onderdeel van uit maken.
“Duurzaam moet in dit verhaal ook worden bezien in het kader van onder andere warmteontwikkeling/energieverbruik.”
Ik kan het voor dit geval niet ontkrachten, maar dat wordt er in archiefterminologie nooit mee bedoeld, en ik zie in dit artikel ook geen aanwijzingen dat dat hier wel het geval is.
Vind dit overigens vooralsnog niet zo’n logische keuze, zo geweldig is volgens mij de penetratiegraad van Blu Ray nog niet, misschien blijkt dit binnenkort toch weer een tussentechniek te zijn?
“Duurzaam digitaal werken betekent:
het op zodanige wijze vastleggen, bewaren, beheren en beschikbaar stellen van digitale documenten (in de brede zin van het woord), dat deze ook na verloop van tijd raadpleegbaar, toegankelijk en authentiek zijn.”
Bovenstaande is de definitie vanuit het Nationaal Archief en Blu Ray kan aan deze stelling voldoen. Of Blu Ray een verstandige keuze is? Dan zul je de term “na verloop van tijd” concreter moeten maken.
De keuze van de drager vormt maar een vrij klein onderdeel van het ‘digitaal duurzaam werken’, het is leuk als die Blu-Ray het na bijvoorbeeld vijftig jaar nog zou doen, maar of je dan nog iets met je data kunt is een tweede. Daar zijn inmiddels boeken over vol geschreven en de verwachtingen zijn weinig hoopvol voor de lange termijn.