Albert Heijn gaat met 55.000 medewerkers over naar Google Apps. Een enorme klus die Google in het bijzonder en de cloud computing-markt in het algemeen een nieuwe momentum geeft.
Want dat de markt op zoek is naar nieuwe opdrachten, en momentum op cloud computing-gebied, is inmiddels wel evident. Cloud computing in de realiteit draait nog teveel, en misschien wel nog volledig om emotie, om met name in de boardroom eerst het vertrouwen te geven dat cloud de volgende stap zal zijn. Leveranciers dienen aan te tonen dat onder andere beveiliging, compliance en de wijze waarop data is opgeslagen uitzonderlijk is geregeld. Het is Google gelukt op een zeer overtuigende wijze Albert Heijn te kunnen meenemen hoe hun beveiliging is vormgegeven en hun data-opslag is geclusterd. En dat is knap, want recent zijn er behoorlijk wat organisaties geweest die openlijk kritisch zijn geweest over cloud en op welke wijze deze uiteindelijk beheerd gaan worden. Welke system integrator deze klus gaat klaren bepaalt uieindelijk Albert Heijn uiteindelijk zelf.
Standaardisatie clouds
In de praktijk worden met name nog combinaties gevonden die deels in de publieke cloud-omgeving draaien en een deel in private clouds (eigen datacenters), 'hybrid clouds' met zo'n prachtig woord. Cio's vragen zich af hoe grip te houden op hun kritische data als deze verdeeld zijn over verschillende datacenters, laat staan over verschillende leveranciers (een combinatie van Google Apps, Microsoft BPOS en IBM is niet ondenkbaar).
De organisatie die met keurmerken (zoals bijvoorbeeld ISO-certificering) kan aantonen dat hun cloud-dienstverlening ook gestandaardiseerd is, biedt dan wellicht uitkomst. Meer sectorspecifieke oplossingen (bijvoorbeeld in de logistieke dienstverlening of de financiële sector) met hun eigen cloud-profiel zullen uiteindelijk ontstaan. De vraag is op welke wijze Albert Heijn zijn langetermijnvisie over bijvoorbeeld ketenintegratie van delogistieke partners meeneemt in dit Google-project.
Afhankelijkheid
Uiteindelijk zijn cloud-diensten, zoals de vergelijking met de energiesector, een type dienstverlening welke ten alle tijde beschikbaar dient te zijn en waar heldere afspraken aan ten grondslag liggen. De afhankelijkheid van de leverancier zal groter worden, waardoor de eisen die klanten zullen stellen aan hun leverancier zullen toenemen. Dat dit de nodige hoofdbrekens zal veroorzaken en daardoor ook nieuwe kansen zal creëren, lijkt inmiddels duidelijk.
Kortom, het wachten is op nieuwe champagnebubbels, de vraag is wanneer en met wie.