De Raad voor de Rechtspraak maakt binnen enkele weken bekend welke partij het nieuwe informatiesysteem VIRO mag ontwikkelen. Qurius hoort daar zeker niet bij. De automatiseerder werd niet toegelaten tot de offertefase van de aanbesteding omdat het te weinig punten kreeg voor de opgegeven referenties. Het bedrijf verloor eerder een kort geding. Qurius gaat niet in hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak, de bedrijfsvoerende instantie binnen de rechterlijke macht, wil zijn primair systeem vervangen. Het nieuwe systeem VIRO (Vernieuwing Informatiesystemen Rechtspraak Organisatie) zal bestaan uit standaardsoftware met servicegeoriënteerde, inter-operabele en zelfstandig inzetbare componenten. Functioneel gaat het om aspecten als zaaksturing, casemanagement, digitale proces- en documentafhandeling en het ontwerpen van een user interface.
De raad heeft voor het vierjarige ontwikkel-, implementatie- en beheertraject tien miljoen euro gereserveerd. Voor de aanbesteding van dit project zijn vijf partijen geselecteerd. Binnen enkele weken wordt bekend welke partij de opdracht in de wacht sleept, laat een woordvoerster weten.
Referenties
Van een partij is bekend geworden dat het niet is toegelaten tot de offertefase: Qurius. De Zaltbommelse Microsoft-dienstverlener was het niet eens met de afwijzing en spande een kort geding aan. Naar nu blijkt werd stelde de rechtbank in Den Haag Qurius in het ongelijk. Het bedrijf is niet in hoger beroep gegaan, aldus een zegsvrouw van het gerechtshof.
De Raad voor de Rechtspraak sloot Qurius uit als partij in de niet-openbare aanbesteding, omdat de automatiseerder te weinig punten scoorde met de twee opgegeven klantreferenties: BDO en FNV Bondgenoten. De raad oordeelde dat het informatiesysteem voor de vakbond te kleinschalig was om als referentie te dienen voor het nog te bouwen VIRO. Over het systeem voor advies- en accountancykantoor BDO stelde de raad vast dat dit nog de status van proefproject had en daardoor niet kon worden gezien als een volledige afgeronde klantcase.
Uitspraak
Volgens Qurius heeft de raad de twee aanbevelingen niet correct beoordeeld. Was dit wel gebeurd, dan had de automatiseerder een totaalscore bereikt waarmee het zich kwalificeerde als een van vijf selectiekandidaten. De rechter in Den Haag stelde de Raad voor de Rechtspraak echter in het gelijk en verwierp ook een aantal procedurele bezwaren die Qurius had aangedragen over de transparantie en objectiviteit van het aanbestedingsproces. Het bedrijf heeft zich bij de uitspraak neergelegd.