De Raad voor de Rechtspraak maakt binnen enkele weken bekend welke partij het nieuwe informatiesysteem Viro mag ontwikkelen. Qurius hoort daar zeker niet bij. De automatiseerder werd niet toegelaten tot de offertefase van de aanbesteding omdat het te weinig punten kreeg voor de opgegeven referenties. Het bedrijf verloor eerder een kort geding. Qurius gaat niet in hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak, de bedrijfsvoerende instantie binnen de rechterlijke macht, wil zijn primair systeem vervangen. Het nieuwe systeem Viro (Vernieuwing Informatiesystemen Rechtspraak Organisatie) zal bestaan uit standaardsoftware met servicegeoriënteerde, inter-operabele en zelfstandig inzetbare componenten. Functioneel gaat het om aspecten als zaaksturing, casemanagement, digitale proces- en documentafhandeling en het ontwerpen van een user interface.
De raad heeft voor het vierjarige ontwikkel-, implementatie- en beheertraject tien miljoen euro gereserveerd. Voor de aanbesteding van dit project zijn vijf partijen geselecteerd. Binnen enkele weken wordt bekend welke partij de opdracht in de wacht sleept, laat een woordvoerster weten.
Referenties
Van een partij is bekend geworden dat het niet is toegelaten tot de offertefase: Qurius. De Zaltbommelse Microsoft-dienstverlener was het niet eens met de afwijzing en spande een kort geding aan. Naar nu blijkt werd stelde de rechtbank in Den Haag afgelopen juni Qurius in het ongelijk. Het bedrijf is niet in hoger beroep gegaan, aldus een zegsvrouw van het gerechtshof.
De Raad voor de Rechtspraak sloot Qurius uit als partij in de niet-openbare aanbesteding, omdat de automatiseerder te weinig punten scoorde met de twee opgegeven klantreferenties: BDO en FNV Bondgenoten. De raad oordeelde dat het informatiesysteem voor de vakbond te kleinschalig was om als referentie te dienen voor het nog te bouwen Viro. Over het systeem voor advies- en accountancykantoor BDO stelde de raad vast dat dit nog de status van proefproject had en daardoor niet kon worden gezien als een volledige afgeronde klantcase.
Uitspraak
Volgens Qurius heeft de raad de twee aanbevelingen niet correct beoordeeld. Was dit wel gebeurd dan had de automatiseerder een totaalscore bereikt waarmee het zich kwalificeerde als een van vijf selectiekandidaten. De rechter in Den Haag stelde de Raad voor de Rechtspraak echter in het gelijk en verwierp ook een aantal procedurele bezwaren die Qurius had aangedragen over de transparantie en objectiviteit van het aanbestedingsproces. Het bedrijf heeft zich bij de uitspraak neergelegd.
Sta er weer niet van te kijken dat Qurius een kort geding aanspande. Zeer juridisch/ contractueel ingestelde club met helaas te weinig focus op eigen kracht en het binnen halen van deals. Niet goed voor haar imago lijkt me.
Niet professioneel om na gesprekken met je (toekomstige) klant de rechtbank op te zoeken om zo alsnog je gelijk te halen. Indien men toch toegelaten zou worden op basis van een uitspraak, geeft je dat als leverancier toch ook te denken over een mogelijke SAMENwerking. Misschien de volgende keer de aangeleverde referenties zelf eerst beoordelen op geschiktheid!
Btw. Welke vijf doen er nog wel mee?
Ik sluit me aan bij bovenstaande reacties! Wat ik nog wel wil opmerken is dat de afkorting Viro (Vernieuwing Informatiesystemen Rechtspraak Organisatie) getuigt van weinig visie. Wat vandaag vernieuwend is, is morgen al weer oud. Het project van morgen heet dan ook weer Viro? Net zo vernieuwende als het vorige… Hanteer gewoon een afkorting die de lading (tijdloos) dekt of noem het gelijk Viro I.
Niet de feiten kennende van deze specifieke zaak, wil ik opmerken dat ik het in algemene zin niet eens ben met ‘Nieuwsvolger’. Dat een procedure aangespannen wordt (ook nadat je hebt gesproken met de toekomstige klant, laten we zeggen dat dit de bezwaar/evaluatiefase is), is binnen het juridische kader van aanbestedingswetgeving een normale en logische volgordelijke gang van zaken. Als eenmaal een afwijziging defitief is gedaan, kun je dit niet terugdraaien als aanbestedende partij. Want andere partijen zullen zich dan benadeeld voelen (en zullen weer daarop procederen).
Dus als een inschrijvende partij alsnog een afwijzing ongedaan wil maken, zit er niets anders op dan een procedure opstarten.
Zo werkt dat volgens mij in ons (Europees) rechtsysteem. … En ja, wij Nederlanders zien dat helaas vaak als negatief.