Glasvezelleverancier Eurofiber heeft met telecomaanbieders Vodafone en T-Mobile langlopende miljoenencontracten gesloten voor de aanleg van glasvezelverbindingen. Computable sprak met Lars Alkema, de architect van de contracten met de twee telecomaanbieders, over de deals.
‘We zijn erg trots op de contracten die we met T-Mobile en Vodafone hebben gesloten. Het is fantastisch dat beide bedrijven voor ons kozen. We liggen goed in de markt doordat we onafhankelijk zijn. Wij faciliteren alleen het transport van diensten en niet de diensten zelf.
Bovendien speelde bij de twee telecomaanbieders nog iets anders: waarom zouden ze bij hun grootste concurrent glasvezelcapaciteit inkopen? Het is moeilijk de concurrentie aan te gaan als je voor een deel van je product afhankelijk bent van dezelfde concurrent (de grootste zakelijke glasvezelaanbieder is concurrent KPN, red.).
Als account director Mobile was ik vanuit Eurofiber de architect van de contracten met Vodafone en T-Mobile. Beide partijen wisten trouwens dat wij ook bezig waren met een deal met de ander. Ze hadden allebei drie jaar geleden een tender voor deze opdrachten uitgebracht. Het is een proces van de lange adem.
De contracten zijn een belangrijke stap voor Eurofiber. Het stelt ons in staat ons netwerk verder te vermazen. Door de samenwerking met beide telecomaanbieders zijn we niet meer weg te denken uit telecomland. We bestaan pas tien jaar en zijn in die tijd spectaculair gegroeid.
Met beide bedrijven werken we al langere tijd samen. Zo hebben we vanaf 2001 alle hublocaties van T-Mobile en die van Vodafone elk onderling via glasvezel verbonden. Dat zijn de centrale punten die bij elkaar de backbone van het netwerk vormen.
Voor het nieuwe contract gaan we nu ook de duizenden antennelocaties via glasvezel verbinden met de hublocaties. Fiber-to-the-site noemen we dat. Voor Online, de internetdochter van T-Mobile, leggen we bovendien glasvezel aan tussen de wijkcentrales en dezelfde hublocaties. Daar scheidt T-Mobile vervolgens het signaal van het telefoonverkeer en dat van het internetverkeer. Het contract heeft een looptijd van twintig jaar.
Bij Vodafone doen we hetzelfde: het verbinden van de opstelpunten met de centrale backbone. Alleen gaat het daar vooralsnog om honderden en niet om duizenden locaties, zoals bij T-Mobile. Ook verschilt de uitrolsnelheid waarmee Eurofiber de locaties moet aansluiten. Bovendien is de looptijd van het contract vijftien jaar en geen twintig.
Met Vodafone hebben we ook een overeenkomst gesloten om gezamenlijk fiber-to-the-office (FttO) te bieden aan hun zakelijke klanten, een glasvezelverbinding tot aan de voordeur van hun bedrijfspand. Die deal loopt tien jaar en bedraagt tientallen miljoenen euro’s. FttO is iets wat T-Mobile op dit moment niet biedt, maar wat het bedrijf vast binnenkort gaat onderzoeken. We hopen natuurlijk dat ze dan ook aan ons denken.’
Eurofiber, Vodafone en T-Mobile
Voor zowel T-Mobile als Vodafone verglaast Eurofiber de aansluiting van de zendmasten op de centrale netwerkhubs. Voor Vodafone regelt de leverancier bovendien de glasvezelontsluiting van zakelijke klanten. Daarmee wil Vodafone op termijn de op-één-na grootste aanbieder van fiber-to-the-office te worden. De telecomreus ziet met lede ogen aan dat concurrent KPN daar het grootste marktaandeel heeft.
Eurofiber heeft een glasvezelnetwerk van ruim tienduizend kilometer. Ruim 25 procent van het internetverkeer in Nederland gaat over het netwerk van deze leverancier. Van het mobiele communicatieverkeer is dat ruim de helft. Het bedrijf wordt geleid door de directeuren Bart Oskam en Alex Goldblum.
Lars Alkema was van april 2000 tot januari 2010 account director Mobile bij Eurofiber. Als zodanig was hij betrokken bij de totstandkoming van de diverse contracten met T-Mobile en Vodafone. Tegenwoordig leidt hij de Belgische tak van de glasvezelleverancier.