SLTN uit Almere trekt zich terug uit de grote tender van het ministerie van Defensie voor servers en opslagsystemen. De automatiseerder vindt de eisen die Defensie aan inschrijvende partijen stelt, veel te hoog. Vooral de gestelde omzeteis bij referenties in combinatie met de multivendor-voorwaarde is veel te scherp, geforceerd en concurrentiebelemmerend, vindt SLTN.
Defensie zoekt naar drie partijen om raamovereenkomsten te sluiten voor het leveren van server- en opslagsystemen, het onderhoud daarop en het onderhoud op de huidige geïnstalleerde computers. De totale geraamde waarde over vier jaar is 50 miljoen euro. Ivent, de ict-organisatie binnen Defensie die de tender coördineert, hanteert in de aanbesteding een ‘multileveranciersstrategie’, waarbij de exploitatie van de ict-infrastructuur op basis van apparatuur van meerdere fabrikanten plaatsvindt.
‘In eerste instantie wilden we meedoen aan deze tender’, vertelt Eugène Tuijnman, directeur van SLTN. ‘Totdat bleek aan wat voor strenge eisen een inschrijvende partij moet voldoen als het gaat om die multivendor-strategie.’ Tuijnman doelt hierbij op de eis dat een inschrijver drie referenties van vergelijkbare opdrachten in de periode 2007-2009 moet opgeven. De financiële omvang van de drie orders moet respectievelijk minimaal 30, 17 en 12 miljoen euro bedragen. En de referenties moeten multivendor zijn, wat betekent dat een leverancier meerdere merken computerapparatuur heeft afgeleverd.
Belachelijk
Tuijman noemt die gecombineerde eis belachelijk. ‘Wij bedienen grote klanten, maar die hanteren een standaardisatiebeleid waarin ze kiezen voor een standaard server- of storagepark van één fabrikant.’ Het frustreert hem dat SLTN wel multivendor is – het is van oudsher een IBM-huis, maar levert sinds een aantal jaren ook spullen van andere fabrikanten – en grote klanten bedient met orders die overeenkomen met de gevraagde referenties, maar vanwege de combinatie-eis niet mee kan doen aan de aanbesteding. ‘Natuurlijk kunnen we bij zo’n grote klant, die bijvoorbeeld IBM-spullen heeft staan, even snel een HP-computer neerzettten. Maar dat zou een vreemde gang van zaken zijn.’
De directeur van SLTN vindt de aanbesteding die Defensie heeft opgesteld te complex (‘een boekwerk’) en geforceerd. De keuze voor een multileveranciersstrategie vindt hij logisch, maar niet in combinatie met de hoge omzeteisen. ‘Zo creëert Defensie veel te hoge drempels, waardoor slechts een beperkt aantal aanbieders kan meedoen aan deze tender. Ik krijg de indruk dat dit bewust beleid is van het ministerie. Kennelijk hebben ze al een partij op het oog. Zo’n aanpak is eerder concurrentiebelemmerend dan concurrentieverhogend. Dat lijkt mij niet de bedoeling van een aanbestedingstraject.’
Aansluiten op markt
Hij vraagt zich af waarom Defensie niet een ander eisenpakket heeft opgesteld, dat meer aansluit bij de situatie op de Nederlandse leveranciersmarkt. Bijvoorbeeld met de eis dat een inschrijvende partij moet kunnen aantonen dat bijvoorbeeld minimaal 15 of 25 procent van zijn omzet multivendor is. ‘Met zo’n realistische opzet bied je veel meer partijen een kans om mee te dingen naar de opdracht.’ Samenwerking met andere partijen in een coalitie om toch die omzetdrempels te halen, is ook geen optie, merkte Tuijnman. ‘Die minimumeisen gelden voor alle deelnemers afzonderlijk. Daar schiet je dus niets mee op.’
Niet objectief
Een ander punt uit het aanbestedingsdocument dat bij hem de wenkbrauwen deed fronsen, was het beoordelingsmodel voor de biedingen. De economisch meest voordelige inschrijving wint, maar prijs speelt als wegingsfactor een weinig zwaarwegende rol. ‘Er kunnen vooral veel punten worden behaald aan de hand van subjectieve criteria. Dat is toch geen onafhankelijke selectiemethode? Met economisch meest voordelig heeft dit ook weinig te maken.’
Tuijnman noemt de opzet van de aanbesteding voor servers en storage ‘voer voor advocaten’. De SLTN-directeur overweegt bezwaar te maken tegen de opzet van de tender.