De Europese Commissie overweegt in beroep te gaan tegen de beslissing van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) om Europese importheffingen op bepaalde ict-producten in strijd te verklaren met internationale afspraken uit 1996. Dat heeft een woordvoerder van de Commissie bekendgemaakt.
Volgens een WTO-beslissing zijn bepaalde Europese heffingen op onder meer computerschermen, printers en set-top boxes in strijd met een internationaal vrijhandelsakkoord uit 1996. De Wereldhandelsorganisatie volgt daarmee de redenering van de VS, Japan en Taiwan, die de zaak bij de WTO hadden aangekaart.
De EU lijkt zich daar echter niet zomaar bij neer te leggen. 'De Commissie heeft tot 21 september de tijd om te beslissen of ze in beroep gaat', verduidelijkt een woordvoerder in een eerste reactie. Hij wijst erop dat het WTO-rapport ruim 540 pagina's telt en eerst zorgvuldig moet worden bestudeerd.
Indien de beslissing toch standhoudt, kan dat de Commissie jaarlijks zo'n 300 miljoen euro kosten aan gemiste inkomsten. Een compensatie voor de heffingen uit het verleden zou niet nodig zijn.
VS, Japan, Taiwan
De Europese Commissie besliste destijds om de heffingen op te leggen, aangezien de producten in kwestie toch niet voorkwamen op de lijst van het betrokken vrijhandelsakkoord. De VS, Japan en Taiwan argumenteerden echter – succesvol – dat die lijst flexibel geïnterpreteerd moet worden, rekening houdend met de technologische vooruitgang.
Terecht dat het WTO bezwaar maakt tegen deze heffingen. Op deze manier gaat Europa steeds verder achterlopen in technologie en dat alleen om de Duitse en Franse elektronica te beschermen.