Je ziet ze overal. Groepjes mensen in organisaties die de toestand in de wereld doornemen en bespreken wat zij zouden doen als zij de macht hadden.
En dat is natuurlijk het probleem. Al hebben zij vaak veelbelovende ideeën, zij missen nu eenmaal de macht om er iets mee te doen. Ik noem hen directies in ballingschap. Een karakteristiek van regeringen in ballingschap is dat zij in andere landen verblijven. Dat geldt ook voor directies in ballingschap, figuurlijk gesproken. Zij leven in fictieve werelden en hebben de neiging om aan te nemen dat zaken georganiseerd zijn zoals zij die zelf zouden organiseren. Geen wonder dat zij verrast en teleurgesteld zijn als zaken anders lopen. Kennelijk is het makkelijker om in ontkenning te zijn dan te aanvaarden dat iemand anders met andere ideeën dan de hunne het voor het zeggen heeft. Even wat zelfreflectie: in welke wereld leef jij: de wereld die je zou willen hebben of de echte wereld?!
Het achtervoegsel ‘in ballingschap’ kun je op allerlei functies loslaten. Neem de cio. Ik ken genoeg architecten die voor 90 procent van hun tijd tussen perfect samenhangende informatiesystemen leven. De enige tijd dat hun idyllische wereld verstoord wordt, is als zij de lift nemen van de twaalfde verdieping naar het bedrijfsrestaurant op de begane grond en horen wat mensen in de echte wereld zeggen. Dat moet natuurlijk een aberratie zijn, denken zij, want wat zij horen past niet in de enterprise-architectuur. Dat zijn typische cio’s in ballingschap, die niet kunnen bevatten dat zij werken in organisaties waarin het gewoon niet eerlijk is wie de macht heeft en dat die mensen alleen maar pragmatische oplossingen willen voor problemen in de echte wereld. Niet minder en zeker niet meer. Zelfs als wij denken dat zij op de langere termijn zouden moeten investeren, het is hun geld en dus hun beslissing. Het enige dat je kunt en moet doen is de voordelen en nadelen van keuzes voorleggen.
De essentie is dat wij moeten accepteren dat de wereld imperfect, ongelijk en zelfs oneerlijk is en dat wij ons meer als politici moeten gedragen en ons in de kunst van het mogelijke moeten bekwamen.
Een Nederlandse politicus zei ooit: als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan.