In allerhande publicaties op websites, forums en (vak-)bladen wordt steeds vaker gehamerd op het groene datacenter. Bij een vluchtige lezer kan dit leiden tot een onderdrukte glimlach, want immers een ruimte vol met draaiende computerapparatuur die ook nog gekoeld dient te worden, kan de term groen toch moeilijk passend gemaakt worden. Gerenomeerde organisaties zoals Greenpeace plaatsen hierbij ook hun kanttekeningen.
Bezoekers op een datavloer weten hoeveel servers/storage en netwerkcomponenten operationeel zijn (gelet op de lampjes en herrie) en dus ook hoeveel koeling nodig is om deze ruimte in conditie te houden. Hoe kan een dergelijk datacenter nu ooit groen genoemd worden?
Nu niet nadenken over een groen datacenter, betekent een enorme achterstand over enkele jaren. Als maatschappij, waar it een onlosmakelijk onderdeel is, dienen we 'sustainable' te worden. Dus ook rondom het it-landschap dienen we afwegingen te maken zoals stroomverbruik, vervuiling en efficiënte inzet. Hierbij zijn vele manieren denkbaar, waarvan ik een paar wil toelichten die ook binnen onze organisatie de revue hebben gepasseerd. Daarbij viel al snel op dat het duurzaam inzetten van it-middelen verder reikt dan de muren van een datacenter. Ook hier valt dus winst te behalen. En ook wij zijn er nog niet en zien nog steeds verbetering.
Groene stroom
Het volledig voorkomen van stroomgebruik is niet mogelijk in de it. De soort stroom is natuurlijk wel te beïnvloeden. Bij een eigen datacenter/serverruimte kan gekozen worden de stroom als groene stroom in te kopen. Bij huren van faciliteiten kan dit een selectie-criterium zijn. Als je dit dan doortrekt naar de levering op de kantoorlocaties (waar uiteindelijk de werkplekken ook hun deel van de stroom verbruiken), heb je een eerste grote stap gezet. Het allerbeste is echter stroomverbruik te reduceren, dus ook te kijken naar 'slaap'-standen, afvoer van onnodige apparatuur en vervanging van energie-onzuinige apparatuur.
Kooldioxide neutraal
Bij het kiezen van een datacenter kan worden geselecteerd op een kooldioxide neutraal datacenter of minimaal een datacenter wat voornemens is dit in een beperkte periode te worden. De niet groene stroom is op dit moment nog te compenseren (in samenwerking met bijvoorbeeld de Climate Neutral Group), maar groene stroom is al wel een belangrijke graadmeter geworden. Bedrijven die zelf 'groen' willen of moeten zijn (als onderdeel in een keten), nemen deze waarde op als selectie-criterium. Immers de (toe)-leveranciers van een groen eindproduct dienen ook hun maatregelen te nemen om als duurzaam bedrijf te opereren.
PUE-waarde
Binnen de datacenters wordt op verschillende manieren het energieverbruik gemeten. Een belangrijke meetmanier is bepalen van de Power Usage Effectiveness (PUE). Deze waarde drukt in een getal uit hoeveel van de inkomende stroom (gemeten door de energieleverancier) daadwerkelijk aan it toekomt (hieraan kun je herleiden hoeveel stroom (naar verhouding) op gaat aan andere zaken dan computerapparatuur (zoals koeling, verlichting, facilitaire installaties etc.). De mooiste PU- waarde is dan 1,0. Deze waarde is nu nog theoretisch maar er bestaan inmiddels datacenters met een waarde van minder dan1,15. Het Google datacenter zit op een PUE van 1,11.
Een lage PUE-waarde betekent in de basis dat de facilitaire voorzieningen van het datacenter duurzaam zijn opgezet, bijvoorbeeld koeling door middel van externe lucht (eventueel in combinatie met condensers) of ook opbouw van warme/koude gangen inclusief afsluiting luchtstromen. Een datacenter kan in samenwerking met de huurders veel bereiken. Immers de verhuurde racks moeten ook efficiënt worden gevuld (afsluiten van niet gebruikte hoogte-eenheden (blanking panels) en het afsluiten van kabel-doorvoering (om lekken in koude lucht te minimaliseren)).
Technologie op HW/SW gebied
De PUE-waarde levert voornamelijk informatie op hoe een eigenaar van een datacenter omgaat met duurzaam ondernemen. Immers het getal zegt niets over de hoeveelheid stroom in totaliteit opgaat. Zie bijvoorbeeld ook het artikel 'PUE: Cold Con-Fusion in the Data Center', dat een kritische voetnoot bij PUE plaatst. Het totale verbruik is echter bij pure verhuur van rackruimte natuurlijk ook niet te bepalen voor een datacenter. De functionaliteit wordt gebouwd door de huurder en kan eventueel leiden tot een inefficiënte infrastructuur, waardoor het datacenter groen is, maar de huurder niet.
Beoordeel dus bij het opbouwen van een it-infrastructuur goed welke technologie aan kan sluiten op de groene uitgangspunten. Bekend zijn natuurlijk virtualisatie en bijbehorende techniek om rekenkracht 'af te schakelen' in daluren (software-matig). Een belangrijke invloed heeft ook de hardware, aangezien nieuwere serverplatformen in veel gevallen veel minder stroom verbruiken dan vergelijkbare rekenkracht van drie jaar of ouder. En veel nieuwe hardware wordt tegenwoordig voorzien van Power Capping. Ook in storage-land zijn inmiddels energiezuinige san's te verkrijgen waarbij slim wordt omgegaan met storage-tiers en bijvoorbeeld diverse type disken (waaronder solid state) worden ingezet.
Bedenk daarom ook altijd of het wel verstandig is om die 'oude' server te gebruiken als testserver (zie ook het hoofdstuk 'inkoopbeleid').
Technologie van inrichting
In veel technische ontwerpen van de afgelopen tien jaar werd een belangrijke tendens duidelijk. Steeds meer functies werden gescheiden van elkaar opgebouwd, om eventuele verstoringen/piekbelasting et cetera te voorkomen. Om de continuïteit te borgen werd ook de meeste functionaliteit redundant gebouwd. In het licht van duurzaam it-ondernemen loont het ook de moeite om te kijken of dit principe nog steeds noodzakelijk is. In combinatie met onder andere virtualisatie en de ingebakken mogelijkheden, is het misschien allemaal niet zo star meer. Misschien is de test- en acceptatie omgeving heel goed op één omgeving te plaatsen (eventueel gescheiden met virtuele hosts) of kunnen de DHCP-server en DNS-server best gecombineerd draaien met de AD-server (in plaats van drie verschillende servers (en dan nog dubbel)).
Ook een belangrijke winst valt eventueel te behalen bij het centraliseren van de omgeving. In onze organisatie werden op vele verschillende locaties test- en acceptatie-omgevingen in de lucht gehouden. Al deze omgevingen kunnen ook samengevoegd worden in een groen datacenter, gevirtualiseerd en aangeboden op energie-zuinige hard- en software. Ook de energie-verslindende kleine airco's op deze satelliet vestigingen konden daarmee worden ontmanteld.
Inkoopbeleid
Hoe lang maakt je gebruik van aangekochte computers, servers, netwerkapparatuur en printers ? En wat doe je als deze apparatuur niet langer benodigd is in de organisatie (defect/afgeschreven)? Deze vragen werden in onze organisatie ook gesteld en leidden tot een discussie dat wij als it-organisatie ook het nodige eWaste veroorzaakte. It was en is een onlosmakelijk instrument voor onze organisatie, maar door de levensduur te verlengen, te centraliseren en consolideren en in geval van afval hier verstandig mee om te gaan, is het ook een belangrijk onderdeel van duurzaam ondernemen.
Samenvattend
Met de titel in gedachten zou je kunnen zeggen dat we vaak veel groenere datacenters kunnen selecteren of inrichten dan we nu gebruiken. Het is maar het begin, er is nog veel meer te bereiken met datacenters in containers, nieuwe virtualisatie technieken die energy-aware zijn, aanpassingen in software en hardware in de komende jaren waardoor deze rekening houden met hun eigen footprint. En een groen datacenter kan alsnog grijs worden ingericht en gebruikt. Bij het maken van alle keuzes blijkt al snel dat verschillende discplines hierbij betrokken dienen te worden. Kijk dus verder dan alleen de it-afdeling of afdeling Inkoop.
Bovengenoemde onderwerpen zijn onderdeel van een bottum-up strategie. Een top-down strategie zou bij het groener maken van een datacentrum meer toegevoegde waarde leveren. Begin bij de bedrijfsprocessen en kijk wat daarvan nu daadwerkelijk geautomatiseerd moet worden. Kijk bij in eigen huis geschreven software naar de functiedekking en de efficientie van applicaties. Ieder niet benodigde CPU cyclus scheelt namelijk minimaal 2/3 van het energieverbruik: 1/3 vanuit warmteontwikkeling en 1/3 voor de koeling ervan.