Het nieuwe werken is het credo van 2010. Altijd en overal verbinding tot het internet zodat je kunt werken waar en wanneer je wilt. Vanzelfsprekend toch? Behalve als je voor 100 procent afhankelijk bent van een mobiele internetverbinding. Want dan is de dekking toch een probleem, zo bleek tijdens de invoering van digitale dossiers in de Jeugdgezondheidszorg.
Sinds 1 juli van 2010 zijn alle professionals in de jeugdgezondheidszorg verplicht met digitale dossiers (DD JGZ i.c. het Elektronisch Kind Dossier) te werken. Professionals die hun werkzaamheden op locatie uitvoeren, zoals bijvoorbeeld schoolartsen of wijkverpleegkundigen op huisbezoek, zijn daarbij afhankelijk van de beschikbaarheid van een internetverbinding. De meeste DD JGZ-applicaties bieden namelijk geen offline-functionaliteiten. Vaak gebruiken deze professionals hiervoor een dongel met umts/hsdpa-verbinding bij hun laptop. In de praktijk levert dit op veel locaties problemen op, omdat er geen of onvoldoende dekking is (ook in delen van de Randstad) of dat deze dekking onvoldoende vermogen biedt voor een goede verbinding binnenshuis. De mogelijkheden van het digitale dossier bij het werken op locatie dreigen hierdoor in veel gevallen onbenut te blijven. Er zijn workarounds maar die zijn omslachtig en tijdrovend, ook al zijn sommige oplossingen heel innovatief:
– Zorg op de werklocatie voor een werkplek bij het raam of leg met een usb-verlengkabel je dongel bij het raam. Dat kan net het bereik bieden wat je nodig hebt. Stabiliteit is natuurlijk niet gegarandeerd.
– Registreer eerst op papier. Het bestaande dossier of een formulier hiervoor moet vooraf worden geprint, wijzigingen worden met de pen genoteerd en later op kantoor weer ingevoerd. Tijdrovend, omslachtig en vatbaar voor fouten.
– Gebruik een digitale pen. Deze pen slaat de tekst/tekens digitaal op en kan later automatisch in het elektronisch dossier worden uitgelezen. Hiertoe dienen wel speciale templates ontwikkeld te worden om de elektronische uitwisseling van gegevens mogelijk te maken. Innovatief en goed werkbaar (www.digitaalschrijven.nl).
– Uitwijken naar een locatie waar wel verbinding mogelijk is. Het grote nadeel daarbij is toenemende ‘no-shows', omdat leerlingen dan bijvoorbeeld niet op de school zelf bij de schoolarts terecht kunnen, maar allemaal individueel naar een externe locatie moeten gaan reizen (de JGZ heeft nu een bereik van 98 procent (nagenoeg alle kinderen worden gezien/gecontroleerd)).
Uiteindelijk wil de jeugdgezondheidszorg natuurlijk naar een structurele toekomstvaste oplossing. Welke maatregelen kunnen GGD en zorgorganisaties, als verantwoordelijke voor de uitvoering van deze werkzaamheden, nemen om tot structurele oplossingen te komen. Zij kunnen zelf eigenlijk heel weinig doen en zijn afhankelijk van derden. Zij kunnen probleemlocaties zoals scholen en gezondheidscentra melden bij de eigenaar/beheerder, vaak de gemeente, met het dringende verzoek een vaste internetverbinding beschikbaar te stellen. Dit lijkt voor de hand liggend en eenvoudig te realiseren. De praktijk is echter weerbarstig. Voor scholen bijvoorbeeld is het door ruimtegebrek vaak lastig een goede ruimte met internetverbinding beschikbaar te stellen. En de discussie over wie opdraait voor de kosten is vaak weinig verheffend.
Eigenlijk dient het probleem gewoon te worden opgelost door de veroorzaker. De GGD en zorgorganisaties moeten probleemlocaties melden bij de betreffende provider met het verzoek om de dekking te verbeteren en/of het vermogen van de zender/ontvanger te verhogen. Dat is echter een tijdrovende procedure waarbij structurele aanpassingen vaak extra investeringen van de provider vragen. Bepaald geen korte termijn oplossing dus. Toch ligt de verantwoordelijkheid voor het oplossen van deze problemen bij de providers. Zij voeren samen een strijd om steeds meer bandbreedte te bieden. Investeringen in nieuwe technologie als lte hebben prioriteit, maar zolang er serieuze problemen blijven bestaan met de dekking van de mobiele netwerken (van umts tot lte) is professional gebruik in verschillende sectoren onmogelijk. Providers moeten daarom prioriteit geven aan het verbeteren van de dekking en het bereik van hun mobiele netwerken boven het bieden van meer bandbreedte.
Cloud computing belooft een mooie toekomst, maar dan moeten we wel bij onze gegevens kunnen.
Ed Magnée
Innovatie-adviseur
Alares
“…en/of het vermogen van de zender/ontvanger te verhogen.”
Het verhogen van het vermogen heeft niet zoveel zin.
Het is wel leuk dat ik dan het UMTS netwerk beter ontvang, maar wat heb ik er aan als het signaal van mijn dongel te zwak is om verbinding te maken met de zendmast!?
Wie is de veroorzaker dan?
Is dat wel de provider? Is het niet de architect, die zijn creatie zo ver volgestouwd heeft met beton, ijzer en isolerend glas met speciale coatings tegen de hitte en vervuiling, dat daardoor ontvangst in het gebouw nagenoeg onmogelijk is?
Is het niet het “proces” van de JGZ wat niet handig in elkaar steekt? Als je vooraf weet welke scholieren/patiënten je op bezoek krijgt, hoe moeilijk kan het dan zijn om vooraf de betreffende dossiers tijdelijk op je laptop te zetten, en deze de bij de eerstvolgende gelegenheid weer te uploaden naar de servers?
Kortom, er zijn volgens mij meerdere alternatieven mogelijk dan het opschroeven van het vermogen van de zenders (wat, zoals cavewalker al aangeeft, ook niet per definitie hoeft te helpen)