Een gebrek aan kennis en hun financiële situatie weerhouden Nederlandse MKB-bedrijven om online IT-diensten volledig door te voeren in hun onderneming. Dat blijkt uit een onderzoek van Vanson Bourne, in opdracht van Microsoft.
Een meerderheid (61,4%) van het Nederlandse MKB maakt wel gebruik van online diensten, maar dan met name ter vervanging van ’traditionele software’ voor website, e-mail en back-up. De meest gebruikte argumenten om online diensten niet volledig door te voeren in de organisatie zijn de huidige financiële situatie, een gebrek aan kennis en de wens om IT fysiek in het pand te houden. Verwarring over de gangbare termen voor online IT-diensten helpt niet mee. Bijna de helft (49%) van de MKB’ers heeft geen idee wat ‘cloud computing’ is.
Volgens Microsoft Nederland weten veel ondernemers nog niet goed wat het volledig doorvoeren van online diensten voor hun organisatie zou kunnen betekenen. "Dat weerhoudt hen om de overstap te maken naar een volledig online omgeving", stelt Arjan Oude Kotte, directeur MKB bij Microsoft Nederland. "Ondernemers weten niet goed wat het kost, hoe het wordt geïmplementeerd en wat het uiteindelijk oplevert. Zonde, want juist nú bieden online diensten – door de flexibele betaling en de extra tijd om je op je core business te richten – vaak uitkomst. Naast voorlichting en advies participeert Microsoft daarom ook in een overheidsproject als Digitale Mobiliteit, waarbij honderd ondernemers in de regio Amsterdam een half jaar lang kosteloos kunnen ervaren wat online diensten voor hun bedrijf kunnen betekenen. Zij weten straks echt waar het over gaat."
Voor- en tegenstanders gebruiken financieel argument
Ondernemers die wel online diensten gebruiken, maar deze nog niet volledig hebben doorgevoerd, laten zich onder meer weerhouden van volledige doorvoering door een gebrek aan kennis (18,8%). Terwijl online diensten op contractbasis en flexibel kunnen worden afgenomen, zijn financiën ook een reden om online diensten niet volledig door te voeren. Zo vindt een kwart van deze groep ondernemers (25,3%) dat zij onvoldoende gebruikmaken van IT om de investering in online diensten te rechtvaardigen en geeft 19,5% aan op dit moment over te weinig middelen te beschikken om te investeren (19,5%). Ook heeft 21,4% de wens om IT fysiek in het pand te houden. Voor 11,7% zijn zorgen over de veiligheid van hun IT-omgeving reden om niet over te stappen naar een volledige online omgeving.
Traditionele software nu online
Het Nederlandse MKB maakt vooral gebruik van online diensten ter vervanging van de ‘traditionele’ software. Van de ondernemers die gebruik maken van online diensten, gaat het met name om het hosten van de website (65,5%), e-mail (41,6%) en backup (38,3). 31,8% maakt gebruik van online diensten voor het delen van documenten en samenwerken.
Verwarring alom
Uit het onderzoek komt naar voren dat ondernemers door alle gangbare termen voor het gebruik van online IT-diensten, zoals ‘hosted services’ en ‘cloud computing’, door de bomen het bos niet meer zien. Zo geven slechts 5,2% van de ondernemers aan gebruik te maken van ‘cloud computing’ terwijl de meerderheid van de ondernemers (61,4%) daar gebruik van maakt. 46% geeft aan geen gebruik te maken van cloud computing. Van deze groep geeft 83,5% aan dat zij denken dat hun bedrijf niet zou profiteren van cloud computing. 49% geeft eerlijk aan niet te weten wat ‘cloud computing’ is. Peter de Haas, Online Strateeg van Microsoft: "De IT-industrie heeft de neiging continu nieuwe terminologie te introduceren voor klanten zonder helder uit te leggen wat deze inhoudt en wat de voors en tegens zijn. Terwijl het daar natuurlijk om gaat. De industrie moet daarover het gesprek aangaan met ondernemers en – als het even kan – hen in staat stellen te ervaren, bijvoorbeeld via online demo’s of proefabonnementen, wat de meerwaarde van een product of dienst is. Wat voor naam die ook heeft."
Over de cijfers
De cijfers zijn afkomstig uit het Microsoft Small Business Hosting Report 2010. In het onderzoek werden 3193 MKB-bedrijven met maximaal 500 medewerkers ondervraagd. Dat gebeurde in vijftien landen wereldwijd: Australië, China, Frankrijk, Duitsland, India, Japan, Nederland, Noorwegen, Polen, Singapore, Zuid-Afrika, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Aan het onderzoek namen 248 Nederlandse MKB-bedrijven deel.