Overheden zullen het ministerie van Binnenlandse Zaken niet raadplegen over open source-aanbestedingen, hoewel dat wordt aangeraden door het ministerie. Ze moeten voorafgaand aan een aanbesteding advies inwinnen over de juiste gebruiksrechten, maar weten dan nog niet of open source-leveranciers aan de aanbesteding meedoen. Ook mogen overheden de bepalingen niet tussentijds aanpassen. Dat meent juridisch adviseur en universitair docent ict- en aanbestedingsrecht Mathieu Paapst.
De nieuwe Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-Overeenkomsten (Arbit) die begin juli 2010 werden gepubliceerd, hebben weinig oog voor open source-leveranties. Volgens een woordvoerder van het ministerie moeten overheden die open source-software willen gebruiken, eerst de juridische afdeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken inschakelen. Die zorgt er voor dat de juiste bepalingen over gebruiksrechten worden opgenomen in de leveringsvoorwaarden.
Aanbestedingsrecht
Het op die manier tussentijds aanpassen van de leveringsvoorwaarden is echter in strijd met het Europees aanbestedingsrecht, schijft universitair docent Paapst in een opiniebijdrage voor Computable. Bij een aanbesteding moeten overheden de voorwaarden namelijk vooraf bekendmaken. Doordat ze dan nog niet weten of open source-leveranciers aan de aanbesteding meedoen, zullen overheden het ministerie helemaal niet raadplegen, redeneert Paapst.
'Het raadplegen van het ministerie zou in een dergelijke procedure kunnen zorgen voor onaanvaardbare vertragingen en mogelijk zelfs rechtsongelijkheid. Resultaat zou kunnen zijn dat aanpassingen gedurende de aanbestedingsprocedure niet worden toegestaan. Daarmee maakt men het de leveranciers dus bewust moeilijk zoniet onmogelijk om met een open source-product in te schrijven.'
Addendum
Paapst adviseert overheden om te wachten met het gebruik van de nieuwe ict-leveringsvoorwaarden totdat er een addendum voor gebruik van open source-software is. Die wordt in het najaar van 2010 verwacht.
De docent vindt het een faux pas dat de ambtenaren die de rijksvoorwaarden opstelden er schijnbaar van uitgingen 'dat de overheid eigenlijk alleen closed source-producten zou verwerven en dat open source alleen iets is waarvan je de toepassing zoveel mogelijk moet beperken.'
Ook het programmabureau Nederland Open in Verbinding (NOiV) is niet blij met de gepubliceerde voorwaarden. 'De Arbit-voorwaarden bevatten bepalingen die ongunstig zijn voor leveranciers van open source-software', meent juridisch adviseur Walter van Holst van NOiV. De overheid tuigde het programmabureau juist op om het gebruik van open source te stimuleren.
Hoewel het als faux pas van de (rijks) ambtenaren kan worden aangeduid dat zij in hun denken over de voorwaarden alleen aan closed source software hebben gedacht, lijkt het me ook logisch. Ik veronderstel dat opstellen van voorwaarden meer juridisch is en advies vragen en onderzoek doen als vertragend en kostbaar is bestempeld.
Ik ben eveneens een voorstander van ‘afspraak is afspraak’. Tussentijds eenzijdig wijzigen zou geen open en eerlijk beleid zijn.
De opstellers van de rijksvoorwaarden zouden echter, juist op basis van ‘afspraak is afspraak’ terug naar de tekentafel kunnen worden verwezen. De afspraak is namelijk gemaakt dat de overheid open source software gebruikt tenzij daartoe geen mogelijkheden bestaan.
Het grappige van open source software is, kort door de bocht geformuleerd, het doet altijd wat je wil dat het doet. Doet het namelijk nog iets anders dan je wil, pas je het gewoon aan. Dat recht en die vrijheid heb je. Wanneer je dan voor ogen houdt dat heel de rijks-, provinciale, gemeentelijke en semi overheid deze programmatuur gaan gebruiken dan wegen de kosten van het aanpassen altijd op tegen het aanschaffen van closed software.
Theoretisch is nooit meer sprake van de noodzaak om closed software in te zetten.
Ik ben het niet geheel eens met de redenering van G-J van der Wolf.
Ten eerste is het de grootste misconceptie dat Open Source makkelijk aan te passen is en dat de kosten opwegen tegen de aanschaf van closed software. Als je als voorbeeld bijvoorbeeld open office neemt, dan zie je in de support voorwaarden van alle in NL gevestigde bedrijven die open office ondersteunen dat alleen support wordt gegeven op open office in de major talen (Engels, Duits, Spaans, Japans).
Aangezien binnen de overheid het uitgangspunt is dat de primaire taal voor programmatuur Nederlands is, heb je hier zowiezo al een een probleem.
Ondanks dat ik van mening ben dat de overheid een voorbeeldrol heeft in het toepassen van Open Source & en Open Standaarden, denk ik dat het een rechtsongelijkheid is om Open Source voor te trekken op Closed Source. Door te stellen Open Source tenzij, sluit je bepaalde partijen uit.
Er is natuurlijk een ‘ bepaalde’ partij die in een bepaalde hoek wordt gedreven, echter valt er klaarblijkelijk niemand over de monopolie van bijv. IBM. De meeste software (Open & Closed source) draait alleen maar op IBM-Compatible hardware.
Het zou een stuk beter zijn als de focus meer op het functionele dan op de productselectie zou liggen. Indien je de functionele eisen helder en uitgebreid omschrijft, dan kan op basis daarvan het beste product en/of leverancier geselecteerd worden en mag het niet uitmaken of dit nou Open of Closed Source is.
My 50 cent.
@Erik Luppes
Wat bedoel je met IBM-Compatible hardware?
IBM heet de iSeries, xSeries, pSeries en zSeries. Dat zijn stuk voor stuk behoorlijk verschillende platformen.
Veruit de meeste open source software is platformonafhankelijk.
@Erik Lupus
Van opensource heb je niet veel verstand, een uitspraak als “Ten eerste is het de grootste misconceptie dat Open Source makkelijk aan te passen is” toont dat aan.
Een simpel voorbeeld, je wilt je offce pakket aanpassen om te koppelen met een dokument-management-systeem.
Met MS Office, onmogelijk want je hebt de sources niet.
Met Open Office mogelijk want je hebt de sourcecode.
Ondersteunig voor het nederlands zal zeker mogelijk zijn, als je er om vraagt.
Wat voor rechtsongelijkheid bedoel je, een overheid moet een lange termijn planning hanteren daarbij zijn open standaards essentieel en biedt open source een hogere graad aan zekerheid m.b.t. het voortbestaan en in stand houden van cruciale systemen omdat je niet afhankelijk bent van een leverancier.
Dat de meeste software alleen op “IBM compatibel” hardware draait is niet waar. Die uitspraak was 20 jaar geleden misschien waar. Met virtualisatie ben je inmiddels niet meer volledig afhankelijk van een bepaalde hardware leverancier.
Overigens is de amerikaanse kreet “my 2 cents” 50ct is een popmuzikant.
@Willem
Veruit de meeste Open Source draait op x86(-64) op specifieke vormen van Linux. Platform onafhankelijkheid is een fabeltje. (zelfs Java applicaties zijn vaak nog platform afhankelijk (en dan bedoel ik uiteraard niet al die vage applets die je her en der ziet), en die draaien in hun eigen VM)
Installeer maar eens de oudste nog actieve (en regelmatig geupdate) Linux distro Slackware – en probeer dan maar is allerlei software te installeren. Je zal zeer regelmatig tegen zaken aanlopen. Er zijn heel veel drivers die alleen onder Ubuntu out of the box werken). Kijk naar een Red Hat die afhankelijk is van een prehistorische versie van Python (2.4). Of nog mooier. Installeer OpenSolaris maar eens. Kijk maar is hoeveel er niet zal werken out of the box.
@Jan van Leeuwen. Als het wel makkelijk aan te passen is, dan stel ik voor dat u er even voor zorgt dat alle fouten uit de Linux kernel en Open Office gehaald worden. Flauwe opmerking. Ik weet het. Maar het is wel waar.
Het is namelijk niet ‘makkelijk’ om zaken aan te passen in projecten als Open Office, Apache of Firefox. Men moet eerst door de code heen ploegen, de gedachtegangen van de (vele verschillende) programmeurs begrijpen, en hopen dat de programmeurs allemaal ongeveer dezelfde programmeerstijl aanhouden, en dat er een board is die dat allemaal goed in de gaten houdt. Bij closed source is het inderdaad uitgesloten. Maar makkelijk aan te passen is een complete misconceptie.
Het voorbeeld dat je aandraagt voor het dokument-management-systeem is trouwens wel te doen met MS-office, omdat Microsoft namelijk erg veel goed gedocumenteerde APIs heeft waarmee gepraat kan worden.
(en de 50 ct is denk ik met inflatie 😉 )
@lw
geen enkel groot softwarepakket is makkelijk aan te passen, dat beweren ook de OSS ontwikkelaars niet.
De misconceptie zit dus bij Erik Luppes.
Echter, ook closed source is vaak nauwelijks aanpasbaar omdat die ene geniale programmeur nu bij de concurrent werkt en niemand weet wat hij precies gedaan heeft.
Wanneer we over een API spreken dan heeft OpenOffice dat ook al jaren met een enorme hoeveelheid toepassingen en m.i. veel flexibeler.
Dat je van Linux niet veel begrijpt laat je zien door Open Solaris met Linux te vergelijken, dat is geen Linux maar een Unix, een andere Kernel dus.
Voor je verder uitspraken over distro’s doet zou ik eerst eens wat meer lezen.
@Jan van Leeuwen
Echter, ook closed source is vaak nauwelijks aanpasbaar omdat die ene geniale programmeur nu bij de concurrent werkt en niemand weet wat hij precies gedaan heeft.
Dat is enigszins onzin natuurlijk wat je daar stelt. Van menig serieus closed source pakket is er wel uiteraard interne documentatie aanwezig. De functionele design, de technische design en uiteraard datgene wat her en der in de source zelf vermeld staat.
@ Erik Luppes, er is een Comply or Explain beleid t.a.v. open standaarden en open source. Dat is wat anders dan jouw formulering van Open Source tenzij. Het sluit bepaalde partijen dan ook niet uit.
Het klopt dat bij de overheid de primaire taal voor programmatuur het Nederlands is. Maar dat is geen groter probleem voor Open Source dan bij Closed Source.
Integendeel; veel mensen werken als vrijwillige vertaler mee aan Open Source projecten. Dat doen ze niet voor Closed Source bedrijven en die bedrijven vertalen pas naar het Nederland als ze denken genoeg te gaan verdienen. Omdat er relatief weinig Nederlandstaligen zijn, is de ondersteuning vaak beperkt.
@Jan van Leeuwen
Ik maak geen vergelijking tussen Linux en Open Solaris. Ik geef aan dat ‘cross-platform’ een fabeltje is (noem het dan “works on popular Linuxes”).
Ik heb al enige jaren ervaring met diverse UNIXen (waaronder AIX, Solaris en Red Hat EL) bij diverse grote banken, en thuis hobbiematig met diverse (niet) Enterprise Linux distro’s en Open Solaris. Ik weet goed waar ik over praat.
Mijn vergelijkingen tussen de distro’s gaat overigens zeker wel op, en was ook zuiver bedoeld om het cross-platform-gehalte op de Linux distro’s te ontkrachten.
Erik Lupes geeft aan dat die misconceptie over OSS bestaat. (hij zegt nergens dat de ontwikkelaars dit zeggen. Niet voor een ander denken is het sleutelwoord hierin). Die misconceptie bestaat bij heel veel mensen zeker wel. Regelmatig wordt er door OSS-fanboys geroepen: “dat iedereen het aan kan passen”. Dit is uiteraard een fabeltje.
In mijn beleving suggereerde jij overigens dat het wel makkelijk aanpasbaar was. Blijkbaar bedoelde je dit niet.
Of de code moeilijk aanpasbaar is, omdat één programmeur weg is gegaan durf ik geen uitspraken te doen. Ik mag aannemen dat de grotere/betere softwarehuizen veel kwaliteitscontrole hebben op commentaar in code en goede documenten bijhouden. (ik ben het dus een met Jachra hierin)
(in mijn ervaring schort het hier aan bij veel OSS projecten, positieve uitzonderingen die ik zelf dan wel voorbij heb zien komen zijn o.a. gcc en Apache)
Overigens komt het een beetje raar over om woorden van mensen te verdraaien. (Ik maak een vergelijking tussen twee Open Source OS-en onder het mom van niet bestaand cross-platorm. Niet een vergelijking tussen twee UNIX
kernels (in dit geval die van Linux(en) en OpenSolaris). Erik Luppes geeft aan dat er een misconceptie bestaat. Hij zegt niet dat heel de wereld die mening deelt)
Allicht is dit jouw manier van communiceren. Ik adviseer je om hier op te letten. Het kan erg onprettig over komen naar mensen.
@jachra
ik weet niet bij hoeveel software-bedrijven je gewerkt hebt maar de praktijk is dat er overal van die programmaatjes zijn waar niemand aan komt omdat niemand begrijpt hoe ze precies gemaakt zijn, ook bij zogenaamd serieuze bedrijven.
@lw
“stel ik voor dat u er even voor zorgt dat alle fouten uit de Linux kernel . . ” wellicht is dit jouw manier van communiceren.
“OSS-fanboys geroepen: ‘dat iedereen het aan kan passen”
Dat is geen fabeltje, maar je moet natuurlijk wel kunnen programmeren. Met de uitspraak OSS-fanboys plaats je jezelf wel meteen in een bepaalde hoek.
Ik vraag me af of de mensen die hier reageren wel eens een kompleet trajekt van implementatie van een OSS pakket gedaan hebben. Als ik de software en de dokumentatie vergelijk die ik vroeger vond in closed source projekten en die ik nu vindt in open source projekten dan is de laatste zeker niet slechter.
Wat linux betreft raad ik aan eens naar het LSB-projekt (linux standard base) te kijken, er wordt hard aan gewerkt om een standaard te bereiken. De vele distros zijn een ramp voor ontwikkelaars maar voor de gebruiker nauwelijks, zit je pakket eenmaal in de repository dan kan de gebruiker de software simpel installeren.
Bij grotere paketten zie je vaak dat ze hun “eigen” installatieroutines willen gebruiken en dan gaat het fout. Dat is echter onafhankelijk van open of closed source. Ik heb zelfs VMS zien crashen met zoiets, een (grote serieuze) leverancier die het bootblock met zijn routine overschreef of zo met het printspool systeem rommelde dat het systeem langzaam aftaaide.
Het overwegende voordeel bij opensource is dat je dan kunt ingrijpen, dat gaat niet bij closed source.
We zijn langzaam off-topic.