De faculteit Wiskunde en Informatica van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) gaat analysetools ontwikkelen om de efficiëntie te meten van cloud-infrastructuursoftware die IBM bouwt binnen EU-gefinancierd onderzoek. De analysetools van de TU/e worden gebaseerd op process mining. 'Met process mining kun je processen sneller, met minder fouten en tegen lagere kosten laten verlopen.'
Het idee achter het door IBM geleide Artifact-Centric Service Interoperation (ACSI)-onderzoek is om data die online dienstverleners met elkaar uitwisselen te plaatsen op één gemeenschappelijk 'prikbord'. Dat moet synchronisatieproblemen voorkomen wanneer bij één internetdienst verschillende leveranciers betrokken zijn. IBM heeft vorig jaar een eerste prototype van een engine gebouwd, waarmee SaaS kan worden gebouwd die werkt volgens dit 'prikbord-principe'.
'Er moeten ook tools komen om de efficiëntie van die engine te analyseren. Dat is de rol van de faculteit Wiskunde en Informatica van de TU/e', legt hoogleraar Wil van der Aalst van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) uit. 'Onze onderzoeksgroep is wereldleider op het gebied van process mining', vertelt hij.
Er zit al 'meer dan meer dan vijftig manjaar aan onderzoek' in ProM, een open-source framework voor het bouwen van process mining tools. Volgens van der Aalst kun je met de loggegevens die ProM oplevert 'toveren': 'Je kunt er processen sneller, met minder fouten en tegen lagere kosten mee laten verlopen.'
Model en realiteit
Het probleem met bestaande procesmodellen is volgens van der Aalst dat niet altijd alle details aan de orde komen. 'Bovendien gaan die modellen over het ideale scenario. Dat maakt dat de overlap tussen model en realiteit vaak maar dertig à veertig procent blijkt. Voor organisaties is het vaak een eye opener om te zien hoe processen in de realiteit verlopen. Meestal hebben ze vantevoren toch een wat naïef beeld daarover, terwijl de werkelijkheid weerbarstiger is.'
ProM is binnen ongeveer honderd vooral Nederlandse organisaties toegepast, waaronder ASML, Rijkswaterstaat, Océ, diverse gemeentes, de Rabobank en Philips Healthcare. Van der Aalst: 'In dit project krijgen we de kans om ons meer te richten op processen tússen organisaties.'
Cloud-infrastructuursoftware
De cloud-infrastructuursoftware die het consortium gaat ontwikkelen, is volgens van der Aalst 'voor allerlei partijen interessant: Voor aanbieders van internetdiensten, van reisorganisaties tot banken. Maar bijvoorbeeld ook voor bedrijven met een netwerk van op het internet aangesloten apparaten.'
Een voorbeeld van dat laatste zijn bijvoorbeeld energiebedrijven, die via smart metering energiestromen in kaart proberen te brengen. 'Of bedrijven als Philips Healthcare, die over de hele wereld medische apparatuur hebben staan. Die hangen aan het internet en spuwen de hele dag events uit, die ze allemaal naar het Brabantse Best sturen. Als Philips die loggegevens analyseert, kunnen ze zien hoe systemen in het veld worden gebruikt. En als dezelfde storing vaak optreedt, kunnen ze de omstandigheden waaronder dat gebeurt achterhalen.'
Opensourcelicentie
De TU/e gaat de nieuw ontwikkelde analysegereedschappen, die bovenop de SaaS-engine van IBM draaien, waarschijnlijk vrijgeven onder een opensourcelicentie, net zoals dat al lange tijd gebeurt met de ProM-gereedschappen.
De nieuwe analysetools zijn overigens ook te gebruiken zonder Barcelona, zoals IBM's toekomstige SaaS-engine wordt genoemd. Van der Aalst: 'Process mining is zeer breed toepasbaar en stelt het weinig eisen aan het onderliggende informatiesysteem.'