Branchevereniging ICT~Office vindt de nieuwe Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (Arbit) een gemiste kans in de samenwerking tussen overheid en ict-bedrijfsleven. De organisatie is ‘niet gelukkig met de uitkomst’. De ministerraad keurde vrijdag 2 juli 2010 de nieuwe leveringsvoorwaarden goed. Een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken verwacht dat de voorwaarden uiterlijk vrijdag 9 juli 2010 van kracht worden.
ICT~Office vindt dat de voorwaarden vooral zijn opgesteld vanuit de overheid. ‘De vraag is of het een werkbaar geheel is. We zetten daarbij onze vraagtekens’, zegt woordvoerder Michel van Schie. De brancheorganisatie vindt dat het risico nu vooral bij de leverancier wordt neergelegd.
Een voorbeeld dat de woordvoerder noemt, is de betaling van een opdracht. ‘Er is geen rekening gehouden met het feit dat een leverancier voor een bepaalde datum omzet moet boeken. Het zijn clausules met een open einde’, zegt Van Schie.
Wat de branchevereniging ook hekelt is het aansprakelijkheidsrisico. ‘In de voorwaarden staat dat de aansprakelijkheid vier keer de contractprijs bedraagt. Dat betekent dat een leverancier bij een onderhoudscontract van vijf jaar een aansprakelijkheid heeft van twintig keer de contractprijs. Dat is buiten proportie’, vindt de woordvoerder.
Veel overleg
Volgens ICT~Office is het opstellen van de voorwaarden vanuit de overheid gebeurd. ‘Tussentijds zijn we wel geïnformeerd, maar dat is iets anders dan dat ze gezamenlijk zijn opgesteld’, zegt Van Schie. Een woordvoerder van het ministerie zegt dat er juist veel overleg heeft plaatsgevonden met de sector. ‘Beide partijen is recht gedaan met deze voorwaarden’, vindt hij.
De brancheorganisatie noemt de nieuwe voorwaarden een gegeven. ‘Bepaalde dingen zijn een fact of life. In de praktijk moeten blijken wat er uitkomt. De voorwaarden zijn niet verplicht, maar een aanbeveling. Het is spannend wat er gaat gebeuren’, zegt Van Schie. ICT~Office hoopt over vijf jaar uniforme leveringsvoorwaarden op te stellen. ‘Dit traject willen we samen met de overheid doen, omdat de overheid een belangrijke opdrachtgever is. Het opstellen van dergelijke voorwaarden heeft wat voeten in aarde. Vandaar dat we daar een termijn van vijf jaar voor aanhouden.’