De ict-infrastructuur van Nederlandse bedrijven is onvoldoende voorbereid op het toenemende gebruik van consumentenelektronica op de werkvloer. Vooral de ondersteuning en de beveiliging schieten te kort. Toch gebruikt 95 procent van de medewerkers die op het bedrijfsnetwerk zitten, minstens één apparaat dat door henzelf is aangeschaft. Dat blijkt uit onderzoek van het bureau IDC in opdracht van technologiebedrijf Unisys.
Veel meer Nederlandse medewerkers gebruiken privé-apparaten dan hun werkgevers verwachten. 27 procent gebruikt op het werk een privé-smartphone en 18 procent een privé-notebook. Hun werkgevers denken dat dit respectievelijk 9 en 4 procent bedraagt. Doordat de privé-apparaten, zoals Blackberry's, iPhones of consumentennotebooks, zowel voor zakelijke als privédoeleinden worden gebruikt, zal er behalve persoonlijke gegevens ook bedrijfsinformatie op staan.
Uit het onderzoek blijkt dat zowel de medewerkers als de ict-beheerders vinden dat hun organisatie consumentenelektronica slecht ondersteunt en beveiligt. De beheerders schatten dit wel beter in dan de medewerkers zelf. Ook de ondersteuning van social networks laat volgens de respondenten te wensen over.
Innovatief
Het zijn vaak technologisch innovatieve medewerkers die privé-apparaten op hun werk gebruiken. Organisaties zien vaak niet in welke mogelijkheden de technologieën en toepassingen kunnen hebben, merken de onderzoekers op. Bedrijven die weten hoe zij hieruit voordeel kunnen halen zonder hun bedrijfssysteem in gevaar te brengen, kunnen zich beter staande houden, aldus IDC.
42 procent van de onderzochte Nederlandse organisaties biedt zijn medewerkers gunstige aankoopregelingen voor consumentenelektronica. 57 procent van de organisaties vergoedt de aankopen van de medewerkers, waarbij alle zakelijke gebruikskosten worden gedekt.
Overigens bieden in Nederland bijna tweemaal zo veel organisaties dergelijke regelingen, vergeleken met bijvoorbeeld België en het Verenigd Koninkrijk. Daar wordt werknemers vooral de apparatuur geboden die voor de organisatie standaard wordt ingekocht.
@John van Voren, ik heb helaas geen uitgebreide ervaring met gadgets en NAC en VDI. Wel weet ik dat Cisco helaas nog niet verder gaat dan Windows en Mac OS. Je kunt devices natuurlijk op basis van MAC adres en user/pw toelaten, maar dan ben je de controle over het device dus kwijt.
Als je eenmaal binnen bent, dan is het zaak dat je resolutie voldoende is en je een handige toetsenbord en muis hebt voor de VDI desktop, lijkt me. Een simpel netbook of een fancy smartphone moet voldoende zijn. Moet je wel de betreffende VDI client kunnen draaien natuurlijk.
Gezien dat de trend naar bring your own niet te stuiten is, denk ik dat er op afzienbare termijn ondersteuning voor zowel NAC als VDI voor de “gadget” markt zal komen. Kan geen kwaad om er om te vragen bij je leverancier!
Citrix heeft op Synergy 2010 in de USA hier een interessante sessie over gegeven.
Erwin, je hebt gelijk. Als beheerder zou ik de verantwoordelijkheid voor de SLA ook alleen kunnen nemen als ik voldoende controle en middelen heb om mijn werk voor de gebruikers goed te kunnen uitvoeren.
Zou wel willen opmerken dat leveranciers zoals Unisys een ander belang hebben dan de opdrachtgevers die moeten betalen voor de toegankelijkheid tot en de beveiliging van de systemen. Zij mogen bepalen of een oplossing zoals genoemd door Richard de Jong, voor hen zin heeft.
Erwin, ik heb vroeger ook vaak meegewerkt aan dit soort onderzoeken. Heb je als tegenprestatie nog een kopie van het onderzoek gekregen of alleen maar de gratis samenvatting?
En t.o.v. je laatste opmerking. Als die werknemers met gadgets een win-win relatie willen, dan zal de werkgever meewerken aan een oplossing uit eigen belang. De meeste bazen hebben zelf ook de nieuwste gadgets. Als werknemers daarbij geen win-win relatie willen, dan zal de werkgever blij zijn als die werknemers vertrekken.
Organisaties die BYO (bring your own)-programma’s opzetten waar personeel hun privé-laptop of -smartphone kunnen gebruiken voor het werk, bieden hun personeel keuzevrijheid en flexibiliteit. Maar de grote diversiteit aan platforms en apparaten kan zorgen voor grote uitdagingen voor de IT-afdeling.
Als organisaties voor dit soort programma’s kiezen, moeten zij ook nadenken over hoe de IT’er de ‘anytime, anywhere, any device’-medewerker op een effectieve manier kan ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan remote support tools, waarmee een helpdesk of IT-medewerker verbinding kan maken met alle PC’s, Macs en smartphones om IT-problemen op te lossen. Het opzetten van veilige, virtuele netwerken en desktops en het accuraat trainen van personeel is hierbij cruciaal.
Wat ik nog mis in de reacties is een stukje schaalbaarheid.
Als je in een klein software bedrijfje werkt met 25 man, is dit wellicht allemaal nog goed te behappen.
Maar wat als je op een R&D afdeling zit met 1000 man of meer?