Hoewel de virtualisatie van desktop-systemen een logisch vervolg lijkt op server-virtualisatie, is dat toch minder eenvoudig. Elke leverancier hanteert een eigen benadering, afhankelijk van zijn historie en portfolio. Bovendien was server-virtualisatie een eendimensionale aangelegenheid, maar blijkt de desktop zich bij virtualisatie op te splitsen in drie lagen: besturingssysteem, applicaties en gebruikersprofiel.
Je zou denken dat iedereen inmiddels wel met virtualisatie aan de slag is. Deze technologie wordt immers al een paar jaar succesvol ingezet en levert bovendien fikse kostenbesparingen op. Toch blijken er nog ondernemingen te zijn die op dit moment nog geen enkel systeem hebben gevirtualiseerd. Willem van Enter, directeur voor VMware in de Benelux, spreekt daar zijn verbazing over uit. "Het is ook nog een behoorlijk grote groep die helemaal geen virtualisatie in huis heeft, ook niet voor hun servers. Dat is verbazingwekkend, zeker in het licht van de besparingen en de flexibiliteit die dat oplevert. Gelukkig begint men daar wel langzaam wakker te worden."
De andere twee groepen klanten die Van Enter noemt, zijn veel verder. Er zijn bedrijven die inmiddels naar de desktop kijken als een vervolg op de virtualisatie van hun servers. "Die groep is redelijk groot." Daarnaast zijn er klanten die al echt met de virtualisatie van hun desktops bezig zijn. Die hebben de virtualisatie van servers, storage en netwerken al goeddeels achter de rug.
Van Enter kan geen specifieke sectoren of marktsegmenten noemen die binnen deze onderverdeling opvallen. "Virtualisatie gebeurt overal, ook in productiebedrijven waar de budgetten heel beperkt zijn. Het heeft vooral met het type bedrijf te maken: hoe zie je jezelf en hoe innovatief ben je?"
Kosteneffectief
Wat vervolgens precies onder desktop-virtualisatie wordt verstaan, hangt ervan af wie je het vraagt. Of beter gezegd: wat iemand verkoopt. Citrix is groot geworden met XenApp-uitbreidingen (voorheen MetaFrame) voor wat tegenwoordig Microsoft Remote Desktop Services heet (voorheen Terminal Services). Die productlijn is twee jaar geleden uitgebreid met de overname van XenSource. Voor Citrix staat desktop-virtualisatie op basis van virtuele machines dan ook naast server-based computing (sbc).
"Voor ons staat de ervaring van de eindgebruiker centraal", aldus Peter van Leest, directeur Enterprise Accounts voor Citrix in de Benelux. "Als vdi (virtual desktop interface) ertoe leidt dat gebruikers hun oude desktop terug willen, heb je het niet goed gedaan." Volgens hem zijn de lage kosten een heel belangrijk argument om toch voor een sbc-oplossing te kiezen, vooral voor zogenaamde taakwerkers (de oude terminalgebruikers). "De kosteneffectiviteit daarvan is ongeëvenaard. En met elke volgende generatie Intel-processors wordt de applicatiedichtheid steeds beter." Volgens Van Leest zijn er Office-servers waar vierhonderd gebruikers op zitten, terwijl je met zestig, zeventig vdi-gebruikers op een server wel aan het maximum zit.
Mix
Citrix ziet sbc, vdi, streaming van operating system en applicaties en blade-pc’s dan ook als verschillende technologische modellen om desktop-virtualisatie te implementeren. Welke een bedrijf vervolgens kiest, hangt af van zijn gebruikers. "Wij geloven niet in één technologie voor alle scenario’s. Kleinere klanten zullen zo min mogelijk verschillende technologieën in huis willen hebben, maar een wat groter bedrijf komt daar niet mee weg. Die zullen een mix moeten maken."
Microsoft sluit zich daarbij aan. "Sbc zal veelal een lagere tco (total cost of ownership) hebben dan vdi", aldus Olivier van Noort, product solutions manager, Windows Client Business Marketing Organization. "Vdi is interessant voor werkplekken waar meer flexibiliteit nodig is. Dat kan zijn bij gebruikers die zelf applicaties kunnen installeren, denk aan contract-medewerkers, softwareontwikkelaars en educatie. In dat laatste geval moet een gebruiker snel weer met een schone machine kunnen starten. Vdi maakt dat heel eenvoudig omdat een nieuwe virtuele machine zo is aangemaakt."
Dynamisch
Bij VMware, dat geen sbc in zijn portfolio heeft, kijkt men hier vanzelfsprekend heel anders tegenaan. "Sbc en vdi zijn heel verschillend", aldus Van Enter. "Wij vinden dat gebruikers naar één technologie moeten worden overgezet. Het onderhouden van beide maakt het beheer onnodig complex."
Van Enter benadrukt daarbij de schaalbaarheid van hun View-client. "De sterke integratie in vSphere staat ons toe een groot aantal gebruikers op een server onder te brengen. Ons onlangs geïntroduceerde PCoverIP-protocol voegt daar weer nieuwe mogelijkheden aan toe. De achterliggende filosofie is om steeds maximaal gebruik te maken van de beschikbare resources. Als er maar één gebruiker aanwezig is, proberen wij de volledige netwerkbandbreedte voor hem in te zetten. Komen er meer gebruikers bij, dan wordt automatisch teruggeschaald. Dat maakt onze oplossing veel dynamischer."
Tweedeling
Diezelfde tweedeling zie je ook terug in de manier waarop VMware en Citrix over hun kanaal denken. Volgens die laatste is een partner met veel kennis van server-virtualisatie niet noodzakelijk ook een goede reseller voor desktop-virtualisatie. "Dat is echt een aparte discipline", aldus Van Leest. "Daarbij draait het vooral om gebruikers, hun desktops en hun applicaties. Wij zien ook klanten worstelen, die denken dat ze de virtualisatie van hun desktops er na hun servers wel even bij kunnen doen. Dat gaat mis. Daar wordt nu leergeld betaald. Vandaar dat wij die klanten helpen met ons Rescue for VMware VDI-programma. Samen met Microsoft compenseren wij hun licentiekosten." Klanten kunnen daarbij hun VMware View-licentie gratis omruilen voor een Microsoft VDI Standard Suite-licentie en een Citrix XenDesktop VDI Edition-licentie.
"Wij kijken daar heel anders tegenaan", aldus Van Enter. "Wij hebben juist heel veel partners die zowel server als desktop doen. Wij denken vanuit de infrastructuur en zien desktop-virtualisatie als een volgende stap op weg naar de (interne of externe) cloud. De desktop is voor een deel wel een ander kennisgebied, maar uiteindelijk draait het allemaal in hetzelfde datacenter. Wij hebben al veel partners die zich ook op de desktop certificeren. We selecteren ze ook op basis van hun kennis van desktop-virtualisatie."
Verschillende markten
Luc van Stappershoef, directeur Business Development van Force Fusion, geeft beide leveranciers voor de helft gelijk. "Server- en desktop-virtualisatie zijn inderdaad verschillende markten. Ze dienen anders benaderd te worden, maar wel op basis van dezelfde virtualisatie-technologie." Volgens hem is desktop-virtualisatie complexer. "Je hebt te maken met gebruikers en hun behoeften, met een organisatie en diens beleid en met de applicatiebeheerders. Om dat op elkaar af te stemmen, heb je kennis van organisaties en mensen nodig."
Technisch ziet Van Stappershoef weinig verschil tussen vdi en sbc. "Sbc is ook desktop-virtualisatie. Het grote verschil is dat je bij vdi hardware resources hard toewijst aan gebruikers. Die hebben dus geen last van anderen. Daarmee hebben ze zo zowel technisch als visueel (achtergrond en andere instellingen) hun eigen omgeving."
Dat laatste is cruciaal. "Je wilt je applicaties helemaal lostrekken van het operating system." Hetzelfde geldt voor de gebruikersinstellingen (zijn profiel). Daarmee zet Van Stappershoef sbc neer als ‘legacy’. "Ik denk niet dat daar de toekomst ligt." Hetzelfde geldt voor de streaming van operating systems en applicaties naar de thin client van de eindgebruiker. Straks draait alleen de gebruikersinterface nog op de client.
Eigen verhaal
Werner van Unen, directeur Nederland van Quest, merkt dat alle leveranciers inderdaad hun eigen verhaal houden, vooral gebaseerd op de technologie die ze zelf verkopen. Voor hem is het belangrijker dat klanten een open structuur opbouwen, bijvoorbeeld onafhankelijk van de gebruikte hypervisor. Daarentegen geeft hij wel aan zelf vooral op de technologie van Microsoft voort te bouwen. "Je probeert toch aansluiting te zoeken bij het meest gebruikte platform."
Microsoft noemt Citrix en Quest inderdaad als belangrijke partners, vooral bij de levering van de connection broker. "Desktop-virtualisatie wordt nu echt als een totaaloplossing aangeboden, met kostenreductie en flexibiliteit als belangrijkste speerpunten", aldus Van Noort. "De focus ligt nu op de virtualisatie van het besturingssysteem, om deze centraal vanuit het rekencentrum aan te bieden en het beheer te vereenvoudigen. Andere ontwikkelingen zijn 64 bits applicatie-virtualisatie met App-V (voorheen SoftGrid), in combinatie met vdi."
Beheer
Ten slotte nog iets over het beheer. Volgens Van Noort is er nauwelijks verschil in het beheer van virtuele werkplekken in een vdi-omgeving en een fysieke desktop. "Daar komt wel het onderhoud van server-park, virtuele machines en opslag bij. Daardoor nemen de kosten alsnog toe."
Terwijl bij server-virtualisatie het hele operating system in één keer wordt gevirtualiseerd, wordt dat bij desktop-virtualisatie dan ook ingewikkelder. Daar worden besturingssysteem, applicatie en gebruikersprofiel uit elkaar getrokken.
Blade-pc’s
Blade-pc’s bieden een oplossing waar volledig gevirtualiseerde desktops niet voldoen. Dat is vooral het geval bij processor-intensieve toepassingen. De werkstations worden dan niet gevirtualiseerd, maar wel gecentraliseerd. Gebruikers krijgen toegang op dezelfde manier als waarop ze toegang zouden krijgen tot een gevirtualiseerde desktop. In dit geval hoeven zij de hardware echter niet met anderen te delen en is er altijd voldoende verwerkingskracht beschikbaar. Voordeel is dat via de connection broker de high-end hardware op sessieniveau door meerdere gebruikers gedeeld kan worden: zij loggen alleen in op een blade-pc op het moment dat ze die echt nodig hebben. Is dat niet het geval, dan doen zij het met een gewone virtuele desktop.
Geen van de geïnterviewden is erg enthousiast over de blade-pc’s. Werner van Unen (Quest) heeft onlangs samen met een klant geprobeerd de AutoCAD-werkstations over te zetten naar blade-pc’s. De performance van het RDP+OEP-protocol bleek goed genoeg, maar er waren problemen met de weergave van de cursor. RGS had daar geen last van, maar verbruikt veel meer bandbreedte en is duur.
Volgens Microsoft vormen de blade-pc’s zelfs geen valide oplossing meer. "Ze bieden nauwelijks voordelen ten opzichte van een vdi-omgeving", aldus Olivier van Noort. "Het operating system is nog steeds met de hardware versmolten. De paar organisaties die blade-pc’s toepassen, hebben ze alweer uitgefaseerd of zijn dat van plan."
Trends
– de fysieke werkplek staat steeds verder af van de desktop
– die ontwikkeling is onderdeel van een veel bredere maatschappelijke ontwikkeling, denk aan het nieuwe werken
– dat vraagt om veel meer flexibiliteit van de it-infrastructuur, maar ook om veel betere beveiliging
– applicaties en gebruikersprofielen worden gescheiden van het besturingssysteem
– blade-pc’s worden nog wel ingezet, maar relatief beperkt
– desktop- en andere virtualisatie wordt gezien als de volgende stap naar cloud-gebaseerde it
– het motief achter desktop-virtualisatie is niet altijd kostenbesparing, soms ook security of juridisch
– ondanks de economische crisis zijn vanaf de tweede helft van vorig jaar toch weer grote projecten opgestart
– wel zijn de beslissingstrajecten aanzienlijk langer geworden
– vooral manufacturing blijkt een lastige sector te zijn
Kansen
– vanwege de kostenbesparingen en het terugdringen van complexiteit, is (desktop-)virtualisatie ook in moeilijke tijden goed te verkopen
– de onderliggende virtualisatie-technologie is stabiel, daarbovenop is alles nog volop in ontwikkeling
– de komende jaren worden nog enorm veel virtualisatie-trajecten uitgevoerd
– desktop-virtualisatie vraagt veel kennis van gebruikers en applicaties
– bovendien zijn er verschillende technologieën voor implementatie
– partners kunnen de adviesrol naar zich toe halen, de business case maken en hun klanten begeleiden bij de implementatie
– daarbij zijn de gebruikerservaring en de performance belangrijke aandachtspunten
– elke euro geïnvesteerd in software levert tien euro aan diensten op
De laatste loodjes
Eindklanten blijken meestal maar tot zeventig, tachtig procent van hun gebruikers over te kunnen zetten naar desktop-virtualisatie. De rest loopt stuk op applicaties die specifieke hardware vereisen of op grafisch- of processor-intensieve toepassingen – denk aan CAD (computer-aided design), GIS (geographical information systems), of de analyse van medische scans.
Voor de virtualisatie van werkstations zijn allerlei oplossingen beschikbaar. Zo introduceerde VMware onlangs het PCoverIP-protocol in zijn laatste View-software. De technologie is afkomstig van Teradici en verdeelt het scherm in verschillende blokken voor verschillende media-types. Eventueel kan de (de)codering met een hardware-accelerator worden versneld.
HP levert al langer RGS (remote graphics software). De technologie is destijds ontwikkeld om de beelden van de Mars Pathfinder door te zenden. Licenties zijn echter duur en de technologie vraagt toch behoorlijk wat bandbreedte.
Een andere leverancier is Red Hat. Het Spice-protocol, onderdeel van de kvm-virtualisatie-suite, is sinds kort als open source beschikbaar. "Als zij het goed aanpakken, leggen zij daarmee toch een bommetje onder de proprietary-protocollen", aldus Luc van Stappershoef (Force Fusion). Hij noemt bovendien Pano Logic als een leverancier van echte zero-client technologie.