De Universiteit Twente wordt de thuisbasis van Centre4Cloud (C4C), een kenniscentrum voor cloudcomputing. Het centrum opent 1 augustus 2010 officieel de deuren. C4C is opgericht in samenwerking met Kennispark Twente, een projectgroep van de Provincie Overijssel en leverancier van clouddiensten, Caase.com. Afhankelijk van de toegekende subsidies wordt er gestart met vier of vijf vaste medewerkers. Bij het initiatief zijn ook bedrijven als Google, KPN en IBM betrokken.
De medewerkers van de deelnemende bedrijven moeten een aantal uren per week beschikbaar zijn voor werkzaamheden bij het kenniscentrum. Precieze afspraken volgen nog. Ict-ondernemer Victor-Jan Leurs, directeur van Caase.com en initiatiefnemer van het centrum: 'Kennis en kunde over cloudcomputing is nog maar beperkt verspreid. Daardoor ontstond de gedachte om samen een kenniscentrum op te zetten.' Hij spreekt van de oprichting van het 'nationaal kenniscentrum voor cloudcomputing.'
Volgens Leurs is Enschede de ideale vestigingsplaats voor het kenniscentrum. Leurs: 'Door de aanwezigheid van een van de grootste ict-universiteiten van Europa met ruim 375 ict-assisstenten in opleiding (aio's red.) is dit de juiste vestigingsplaats.' Het kenniscentrum wordt ondergebracht in het gebouw The Corridor dat is gevestigd tegenover de campus van de universiteit.
Donderdag 17 juni 2010 worden de plannen van het kenniscentrum voor cloudcomputing officieel gepresenteerd. Tijdens die presentatie zullen Victor-Jan Leurs (Caase.com), Kees Eijkel (Kennispark Twente) de oprichting van het kenniscentrum toelichten en verdere plannen uit de doeken doen.
Erik de Muinck Keizer (Country Manager Google Benelux) en Monique Coebergh (Director IBM General Business) gaan in op de trends op het gebied van cloudcomputing.
Andere Nederlandse kennisclubs over cloudcomputing zijn het SaaS~Cloudnetwerk (voorheen ASP Forum) dat is ondergebracht bij brancheorganisatie Ict~Office en de Nederlandse tak van Eurocloud, een Europese netwerkclub voor bedrijven die zich bezighouden met cloudcomputing.