Webwinkel Bol.com werkt sinds 2009 volgens de methode Scrum. Daarbij hoort dat de wensen van de business worden besproken tijdens een zogenaamde pokersessie. Daarin wordt bepaald hoeveel werk een bepaalde aanpassing is.
Roze, groene en gele post-its sieren de muren van de ict-afdeling van webwinkel Bol.com. Voor een muur staat een groepje ict'ers naar de post-its te kijken. ‘Zij houden een stand-up sessie', zegt Scrumcoach Frederieke Ubels van de webwinkel. De ontwikkelafdeling van Bol.com werkt sinds vorig jaar volgens de Agile-methode Scrum. ‘De receptie heeft zich wel eens afgevraagd hoe het komt dat we twintig keer zoveel meer post-its gebruiken dan vorig jaar', lacht Ubels.
Een verdieping hoger lopen zes medewerkers een kamer in. Een aantal heeft een mok vast met het logo van de webwinkel er op. Een van de ict'ers heeft ook een plastic doosje van met kaarten vast. Die kaarten worden uitgedeeld aan de zes deelnemers, die inmiddels rond een vierkante tafel zijn gaan zitten. Terwijl de producteigenaar (productowner) de laptop opstart, speelt de informatie-analist met de kaartjes en kijkt de ruimte rond. Twee Java-ontwikkelaars kletsen nog even. ‘Goed', zegt de producteigenaar als de laptop is opgestart en op een diascherm zichtbaar is. ‘Deze bijeenkomst is niet voor sprint negentien, de volgende sprint. De stories zijn voor sprint twintig of later, we willen de voorraad op orde houden', zegt ze. Ze start een zogenaamde pokersessie.
Wensen
Werken volgens de Agile-methode Scrum betekent dat een ontwikkelteam elke vier weken (sprint) een werkend product oplevert. Dat doet het aan de hand van de wensen, stories genoemd, van de medewerkers uit het bedrijf. Tijdens een pokersessie worden deze verbeteringen besproken en moet het ontwikkelteam duidelijk maken hoeveel tijd het kost een verbetering te maken. Die tijd drukken ze uit in punten. Twee keer zoveel punten betekent twee keer zo ingewikkeld om te realiseren. Elk team heeft zijn eigen snelheid, zodat een producteigenaar goed kan inschatten hoeveel verbeteringen tijdens een sprint kunnen worden gebouwd. Daar geven ze dan punten aan. Zo kan een producteigenaar beter inschatten hoeveel verbeteringen er tijdens een sprint kunnen worden gebouwd.
Op een witte muur naast de deur projecteert een beamer de applicatie Jira. In deze applicatie worden alle wensen verzameld. ‘Default zoeken op tweedehands', staat er op de witte muur. In het blokje eronder wordt uitgelegd wat er mee wordt bedoeld. ‘Is dat nu niet dan', zegt een van de Java-ontwikkelaars. De producteigenaar roept de website op en klikt het blokje tweedehands aan. ‘Nee, hier staat zoeken in alle artikelen. Dat moet worden aangepast.'
De deelnemers kijken op hun kaartjes. ‘Pff', zegt de informatie-analist. Hij trekt een kaart uit het stapeltje dat hij vast heeft en legt deze omgekeerd op tafel. De andere deelnemers doen hetzelfde. Dan draait iedereen tegelijk zijn kaartje om. Op tafel verschijnen een aantal enen, tweeën en drieën. De tester legt een vijf op. ‘Jij vindt dit eng?', vraagt een Java-ontwikkelaar. ‘Ja', knikt de tester. ‘Ligt het te ver uit elkaar', zegt de informatie-analist. ‘Nee, we kunnen wel middelen', zegt de producteigenaar. Het gemiddelde komt uit op drie. ‘Goed?', vraagt ze aan de tester en de java-ontwikkelaar die de laagste kaart oplegde. Beiden knikken.
Officiële manier
‘Eigenlijk moet degene met de laagste en met de hoogste score uitleggen waarom ze deze score gegeven hebben', zegt Ubels. ‘Daarna moeten de deelnemers nog een keer een kaart opleggen en dan mag er een gemiddelde worden gerekend. Dat is de officiële manier.' De teams bij Bol.com werken echter al zo lang samen, dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld. ‘Ieder team heeft zijn eigen werkwijze ontwikkeld.
‘Wie kan ik de story toewijzen', zegt de producteigenaar. ‘Het was niet voor sprint negentien?', vraagt een Java-ontwikkelaar. ‘Nee, ik weet nog niet voor welke sprint', is het antwoord. ‘Dat doe ik wel', zegt dezelfde Java-ontwikkelaar. De producteigenaar kijkt op de post-it die ze op tafel naast de laptop heeft geplakt. In de zoekfunctie van de applicatie voert ze een vijfcijferige code in. Er verschijnt een nieuwe story op de muur. Dat gebeurt nog ongeveer tien keer. Wat gepokerd wordt, dat besluit de producteigenaar. ‘Normaal gesproken is dat we pokeren wat opgeleverd moet worden in de volgende sprint. Deze keer zijn de stories die met performance te maken hebben besproken.'
Als de laatste story is besproken, schuiven de ict'ers hun kaartjes naar een van de Java-ontwikkelaars. Hij doet alle kaarten in het plastic doosje. De stoelen worden aangeschoven en de Bol.com-mokken gepakt. Het is tijd om aan de verbeteringen te werken.