De provincie Groningen is sinds 1 februari gestart met de ‘uitrol’ van het signaleringsysteem ‘Zorg voor Jeugd’. De 23 Groninger gemeenten en maar liefst 219 (jeugdzorg)instellingen hebben zich hiermee verplicht tot signalering en samenwerking om de zorgcoördinatie ter hand te kunnen nemen. De voor gemeenten wettelijk verplichte Verwijsindex is met de ingebruikneming van het Zorg voor Jeugd-systeem nu ook in de provincie Groningen operationeel.
Zorg voor Jeugd is gericht op het vroegtijdig signaleren van risicokinderen in de leeftijd van 0 tot 23 jaar en het coördineren van de zorg (behandeling of begeleiding). Het systeem is in 2006 ontwikkeld en gebouwd in samenwerking tussen de gemeente Helmond en ict-dienstverlener Inter Access. Inmiddels hebben meer dan 120 gemeenten gekozen voor deze internetoplossing waarbij de focus ligt op het optimaal coördineren van hulp door het efficiënt uitwisselen van informatie. Hulpverleningsorganisaties kunnen met Zorg voor Jeugd elkaar ‘real time' informeren over hun bemoeienis. Op die manier wordt voorkomen dat zij in een bepaalde casus mogelijk langs elkaar heen zouden werken.
Samenspel
Pim de Bruijne, verantwoordelijk gedeputeerde van de provincie Groningen en Jannie Visscher, portefeuillehouder jeugd van de Vereniging van Groninger Gemeenten zijn opgetogen over de implementatie van het volgsysteem. De Bruijne schetst een beeld van wat vooraf ging: 'In 2005 is de nieuwe Wet op de jeugdzorg ingevoerd met als taak voor de provincies om uitvoering te geven aan die wet. Daarbij moest een waterscheiding worden aangebracht tussen diagnosestelling en uitvoering. Werkendeweg bleek dat het samenspel niet lekker verliep.' De Bruijne refereert aan problemen rond wachtlijsten, case management en indicering. 'Daar hadden kinderen en ouders uiteraard het meeste last van, maar gemeenten ook door de stagnatie in de keten.'
Uit contacten onderling tussen de portefeuillehoudende wethouders bleek dat niemand zich senang voelde in rollen en verantwoordelijkheden en dat er onvoldoende grip en sturing mogelijk was, stelt Jannie Visscher. Verkokering, verschillen in belangen en een keten waarin publieke en private taken en rollen dwars door elkaar heen liepen, leidde niet alleen in Groningen maar in het hele land tot inefficiëntie en niet altijd de meest adequate hulpverlening.
Met het Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 kwam het in Groningen tot een convenant tussen provincie en samenwerkende gemeenten. 'De Verwijsindex is daar slechts één onderdeel van', licht De Bruijne toe, 'maar het is een belangrijk instrument om ons doel, en dat is een zo goed mogelijk afstemming binnen de keten, te realiseren.' Visscher: "De Verwijsindex helpt ons in het verbeteren van de samenwerking. En een uniforme back office maakt de zaak een stuk overzichtelijker.'
Succes
Het echte succes van het volgsysteem moet nog blijken, stellen De Bruijne en Visscher, maar het uitgebreide denkwerk en overleg vooraf, de vastgelegde protocollen en gemaakte afspraken, zorgen voor een werkbaar fundament. De provincie stuurt Bureau Jeugdzorg nu rechtstreeks aan en de gemeenten de GGD. De implementatieperiode van het Zorg voor Jeugd-systeem is vastgesteld op een half jaar. Gedeputeerde en wethouders worden elke week bijgepraat over de voortgang.
Hoe reageert het werkveld?
'Eerst zien en dan geloven is een menselijke reactie', glimlacht De Bruijne. 'Naarmate het systeem gevuld wordt met informatie, zal de professional in het veld écht de voordelen gaan zien. Ik merk bij de betrokken instellingen een grote drive.'
Visscher merkt op dat er reacties zijn uit het veld over bestaande systemen. 'Als onderwijs zegt ‘wij hebben al een systeem', dan is het aan ons om hen een beter alternatief te bieden. Het betekent dat je ook datgene wat minder efficiënt is, moet durven saneren. Daarover zijn wij het als gemeenten eens.'
De Bruijne: 'Het gaat erom dat we de zorgstructuur zoals het onderwijs die kent en de zorgstructuur zoals de gemeenten en de provincie die kennen goed op elkaar afstemmen. Het impliceert in deze opzet dat het onderwijs haar zorgtaak goed moet definiëren. Waar begint en eindigt die? Wij kennen horizontale verbindingen, er is geregeld overleg met het platform van samenwerkende onderwijsinstellingen en met justitie.'
Chocola
Visscher stelt dat er vanuit de Rijksoverheid talrijke initiatieven worden ontwikkeld om ketens te vormen. 'Justitie is bezig met het Veiligheidshuis en daar moet zorg bij. Dan is het ministerie voor Jeugd en Gezin bezig met gelijknamige centra en richt zich met RAAK ook op de aanpak van kindermishandeling. De ministeries van Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn samen bezig met een aanpak en een keten voor huiselijk geweld. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakt regels voor de zorgstructuur in het onderwijs en bepaalt tevens hoe de provinciale jeugdzorg daar aan moet bijdragen. Als ik een heel klein beetje een klaagzang mag houden hier: het zijn diverse initiatieven van het Rijk waarvan de provincies en de gemeenten chocola moeten zien te maken.'
De Bruijne, met een lichte frons: 'Er liggen verschillende beleidsstukken en die impliceren verschillende sturing. Het is waar dat wij als lagere overheden daar maar chocola van moeten zien te maken… Hoe ze het in Den Haag doen zou eigenlijk niet moeten uitmaken, als wij er maar geen last van hebben. Dat is helaas niet altijd zo.' Visscher: 'De Rijksoverheid streeft naar ontkokering, maar dit soort initiatieven leidt tot nieuwe verkokering.'
Intussen gaat men in Groningen gedreven op de ingeslagen weg door. De Bruijne vertelt over de ‘Academische Werkplaats Zorg voor Jeugd' waarin UMC Groningen, Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool Groningen, gemeenten, provincie, zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg participeren. 'De werkplaats omvat een aantal parapluprojecten, zoals C4Youth, een onderzoek waarbij jongeren meerjarig worden gevolgd op de resultaten en effectiviteit van de zorg/hulpverlening. Wij kennen hier in Groningen een zeer goed academisch medisch klimaat en wij verstaan de kunst van het goed met elkaar kunnen omgaan. Er zijn weliswaar veel spelers, maar de sleutelfiguren weten elkaar gemakkelijk te vinden.'
Computable Award 2010
Het Zorg voor Jeugd-signaleringsysteem bij Groningen, ontwikkeld door Inter Access, is eveneens genomineerd voor een Computable Award 2010 in de categorie 'ICT-project van het jaar in de publieke sector'.
Willem Beelen
Directeur publieke sector, Inter Access
Hoofdredacteur inPUBLIC
Dit interview is eerder verschenen in het magazine inPUBLIC, een uitgave van Inter Access.