In de Eerste Kamer is discussie ontstaan over de invoering van het landelijk elektronisch patiëntendossier (epd). De senatoren hebben een motie aangenomen waarin wordt opgeroepen tot het stopzetten van de ontwikkeling van het landelijk schakelpunt. Dat is het centrale onderdeel van het epd. Ook willen ze dat burgers opnieuw wordt gevraagd om toestemming voordat hun gegevens in het uiteindelijke epd worden opgenomen.
De Eerste Kamer heeft bezwaar tegen verdere ontwikkeling van het epd, zolang een wetsvoorstel uit de Tweede Kamer niet door minister Klink van Volksgezondheid is behandeld. In het voorstel worden de voorwaarden voor inzage van de patiënt in zijn persoonlijk dossier geregeld. Onder die voorwaarden gaat het parlement akkoord met de invoering van het systeem. In mei gaf Klink echter aan nog te wachten op adviezen van de Raad van State en van verschillende experts, voordat hij op het voorstel kan reageren.
De motie werd op 1 juni 2010 ingediend door PvdA-senator Ing Yoe Tan en vijf andere senatoren van PvdA en VVD. Deze werd gesteund door een meerderheid van de Eerste Kamer. Kamerlid Gert van den Berg (SGP) uitte zijn zorg over de ict achter het epd. 'Dit project past in een steeds langer wordende rij van (…) te groots opgezette ict-projecten waarbij de overheid telkens miskleunt.'
Verwijsindex
Senator Hans Franken (CDA) verdedigde minister Klink door te zeggen dat het landelijke schakelpunt feitelijk niet meer is dan een verwijsindex, waarmee regionale patiëntendossiers worden gekoppeld en die aangeeft waar zich welke medische gegevens bevinden. Hij zegt dat de discussie daarmee niet om het dossier van een patiënt gaat, maar om een communicatiestandaard en datastructuur.
Minister Klink vindt het 'absurd' om de ontwikkeling van het systeem stil te leggen, terwijl bestaande regionale patiëntdossiersystemen minder veilig zijn. Klink moet uiterlijk 15 juni inhoudelijk reageren op de wensen van de senatoren.
Als toehoorder van dit debat vanaf de publieke tribune kan ik met zekerheid vaststellen dat er feitelijke onjuistheden in dit artikel staan.
De genoemde motie is niet aangenomen, maar juist aangehouden en niet in stemming gebracht. Dit is gedaan om de minister de mogelijkheid te geven schriftelijk zijn visie op de motie te geven en om de Eerste Kamerleden nog eens goed te laten nadenken over de consequenties van deze motie.
De minister gaf namelijk aan dat het aannemen van deze motie de consequentie heeft dat alle elektronische uitwisseling van medische gegevens in de zorg stilgelegd moeten worden als hij het systeem van de landelijke infrastructuur uit de lucht moet halen. Dit omdat in tegenstelling tot de landelijke infrastructuur van de regionale uitwisseling is aangetoond dat die tegen de bestaande privacywetgeving ingaat.
M. Heldoorn
NPCF