Onduidelijke specificaties zorgen ervoor dat de belastingsystemen van Europese landen niet goed op elkaar aansluiten. Dat vertraagt de terugbetaling van in het buitenland betaalde BTW aan Nederlandse transportbedrijven. Sinds 1 januari 2010 moeten transportbedrijven de BTW die in het buitenland is betaald via de Nederlandse belastingdienst terugvorderen. De belastingdienst stuurt het verzoek dan door naar een buitenlandse fiscus.
Sinds 1 januari 2010 is de Europese wetgeving veranderd. Eerder moest een transportondernemer de BTW terugvragen aan de belasting in het land waar de BTW betaald was. Nu moet de belasting digitaal worden teruggevraagd bij de fiscus in eigen land. Deze dienst stuurt het verzoek dan door naar het land waar de belasting is betaald. ‘Die verzoeken komen niet altijd goed aan', zegt een woordvoerder van de Nederlandse fiscus. ‘In het merendeel van de gevallen gaat het overigens wel goed.'
Dat het toch niet altijd goed gaat, komt omdat de systemen volgens de woordvoerder niet goed op elkaar aansluiten: ‘De door de Europese Unie geformuleerde specificaties, die beschrijven waaraan de systemen moeten voldoen, zijn op meerdere manier te interpreteren', aldus de woordvoerder.
De belastingdienst praat nu met de Europese Unie en de andere Europese belastingdiensten over hoe de problemen kunnen worden opgelost. ‘Daar zijn we al even mee bezig', zegt de woordvoerder.