Door programmataken niet vooraf toe te wijzen aan een processor, maar op ‘run-time’, is het mogelijk om te optimaliseren voor het energieverbruik van mobiele apparaten met parallelle processoren. Dat concludeert de Twentse onderzoeker Philip Hölzenspies. Hij promoveerde aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica van de Universiteit Twente (UT) op dit onderzoek op vrijdag 23 april.
Hölzenspies ontwikkelde methoden waardoor parallelle processoren in mobiele apparaten optimaal rekening houden met andere software die op dat moment draait, met processoren die zijn uitgevallen en met omgevingsfactoren zoals de signaalsterkte van het netwerk en het batterijniveau. Hierdoor kunnen volgens de promovendus flexibeler systemen ontworpen worden, kunnen chips goedkoper en sneller worden ontworpen en geproduceerd en springen de systemen zo zuinig mogelijk om met energie.
In plaats van één centrale processor die alles regelt, krijgen de nieuwe generaties mobiele apparatuur parallelle processoren die elk gespecialiseerd kunnen zijn in een bepaald type taak. Ze leveren daardoor betere prestaties, maar zijn ook energiezuiniger. Deze benadering vergt wel een nieuwe benadering van programmeren: ‘multiprogrammering' zet de verschillende processoren aan het werk, alleen als het nodig is, maar vaak ook tegelijk.