Virtualisatie is een containerbegrip. Er zijn verschillende vormen van virtualisatie, dat mag duidelijk zijn. In essentie zorgt virtualisatie voor het loskoppelen van ict-resources wat onder andere op storage, netwerk, server/hardware, desktop, applicatie en user-environment kan plaats vinden. Daarbij is desktopvirtualisatie onder te verdelen in server-hosted (centraal uitgevoerd) en client-side (lokaal uitgevoerd). In 2009-2010 zag en zie ik vooral server-/hardwarevirtualisatie en applicatievirtualisatie veel toegepast worden. Desktopvirtualisatie in de vorm van terminal services/remote desktop services was al gemeengoed.
Het gebruik van virtuele desktop infrastructuur (VDI), ook een vorm van server hosted desktops, is sterk in omkomst, maar is in 2009-2010 zeker nog niet ‘defacto standaard'. Het zwaartepunt in deze periode ligt vooral bij servervirtualisatie, gevolgd door applicatievirtualisatie. VDI wordt bij verschillende organisaties al in productie toegepast. Vooral de ontwikkelingen op gebieden zoals eindgebruikerservaring, impact op (centrale)storage, licensing, schaalbaarheid en imagemanagement zorgen ervoor dat desktopvirtualisatie in de server hosted VDI-vorm in 2011 verder zal doorbreken. Bij het ontwerp, bouwen en beheren van een server hosted VDI-oplossing is het cruciaal dat onder andere de volgende onderwerpen onderdeel van de visie, strategie en gekozen technologie zijn:
– User experience
– Storage (I/O)
– Sizing/scaling, 'Project Virtual Reality Check'
– Impact op WAN en wLAN
– Profile- en user environment management
– Applicatievirtualisatie-readiness en -migratie
– Client device management
– Licensing van Microsoft en andere businessapplicaties
– XP 'versus' Windows7
– Stateless- en statefull desktops
– De volwassenheid van de (ict-)organisatie
De rol en vooral de impact van storage, zowel lokale als gecentraliseerd opslag, in VDI is groot.
Niet alleen qua capaciteit (GB's/TB's) maar vooral aan de I/O-kant. Het rekenen met de juiste 'read/write-verhouding' op het aantal storage I/Os is van groot belang in de storage sizing. Voor veel mensen is dit een 'I/Opener'. Het optimaliseren van het image is belangrijk om juist zo min mogelijk I/O's te krijgen waarbij de keuze en impact van stateless- of statefull desktops groot is.
Stateless desktops
In de praktijk worden er verschillende andere benamingen voor stateless desktops gebruikt; pooled, none-persistent of standard desktops zijn veel voorkomende termen. De essentie is hetzelfde, de gevirtualiseerde desktop is en blijft altijd schoon en ‘prestine', dus ‘stateless'. De gebruiker logt in op een beschikbare desktop die onderdeel is van een pool van desktops. Alle machinegerelateerde aanpassingen, bijvoorbeeld applicaties die door een gebruiker geïnstalleerd zijn, kunnen worden verwijderd op het moment dat een gebruiker zich afmeldt. Gebruikersspecifieke instellingen die in het gebruikersprofiel zijn opgenomen, kunnen wel opgeslagen en hergebruikt worden. Naast de eerder beschreven voordelen van desktopvirtualisatie hebben stateless desktops de volgende specifieke eigenschappen:
– Eenvoudige uitrol- en update van basis images.
– Virtuele desktop is gegarandeerd 100 procent identiek.
– De gebruiker heeft altijd dezelfde (schone) werkplek.
– Minder beheersinspanning door standaardisatie van images.
Stateful desktops
In de praktijk worden er verschillende andere benamingen voor statefull desktops gebruikt; assigned, persistent of private desktops zijn veel gebruikte woorden. De essentie is hetzelfde, de gebruiker is en blijft altijd 1:1 gekoppeld aan een virtuele desktop. Wanneer de gebruiker de vrijheid heeft om software te installeren, blijven de machinegerelateerde aanpassingen bewaard binnen deze desktop, vandaar de naam ‘stateful'. Naast de eerder beschreven voordelen van stateless desktops heeft een stateful desktop dus een specifieke eigenschap, dit is de vrijheid binnen de desktop om bijvoorbeeld software te installeren.
Een belangrijk aandachtspunt bij stateful desktops is dat de uitrol, update, upgrade en security van het besturingssysteem en de applicaties minder eenvoudig te managen zijn dan bij stateless desktops. Ook is de impact op (centrale) storage groter dan bij stateless desktops. Wat is beter, stateless of statefull?! Het antwoord hangt af van welke functionaliteit de eindgebruikers eisen en de impact van deze functionaliteit op de ict-afdeling. Meer informatie over de impact van storage in VDI kan hier gelezen worden.
Vanaf 2011 zal een nieuwe trend rondom client side-desktopvirtualisatie (‘bare-metal client hypervisor') ingezet worden. De wereld van server hosted desktops zal stapje voor stapje in de wereld van client side virtuele desktops terecht komen. Er is geen ‘one-size fits all'-werkplekoplossing, ook niet met het gebruik van de nieuwste desktopvirtualisatie-oplossingen/
Ruben Spruijt
Technology officer
PQR