'Het huidige economische klimaat dwingt ons goed te kijken hoe we meer kunnen doen met minder' Vanuit de ‘burelen’ van het Berlaymontgebouw aan de Brusselse Wetstraat spreekt hoofdredacteur van magazine Inpublic, Willem Beelen, Neelie Kroes, ondanks haar overbezette agenda, over het thema e-Government in Europa. Kroes noemt vier hoofdlijnen waar ze de komende periode in wil investeren daar waar het de verhoging van de effectiviteit en efficiëntie betreft. Dit zijn samengevat: ultrasnel internet, stimulering van de digitale interne markt, digitale maatschappij en profijt voor de economie.
De Digitale Agenda is hèt werkprogramma van Neelie Kroes en haar diensten. Het behelst haar strategie en prioriteiten, voor de komende vijf jaar, op het terrein van de digitale samenleving. De Digitale Agenda heeft als ‘hoger’ doel het bevorderen van de economische groei in Europa in het gebruik van ICT. Bijvoorbeeld voor het realiseren van sociale- en klimaatdoelstellingen. In de Europa 2020 strategie van de Europese Commissie van 3 maart 2010 worden drie, elkaar versterkende prioriteiten genoemd:
– slimme groei: voor een op kennis en innovatie gebaseerde economie;
– duurzame groei: voor een groenere, meer competitieve economie waarin efficiënter met hulpbronnen wordt omgesprongen;
– inclusieve groei: voor een economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale cohesie.
Een belangrijk deel hiervan komt voor rekening van die Digitale Agenda en daarmee de agenda van Kroes. Ze glimlacht: ‘Deze Digitale Agenda moet, kan en zal bijdragen aan het stimuleren van de economie. Want zonder ict geen groei, geen banen en geen welvaart.’ Ze benadrukt: ‘De investeringen in ict dragen voor 30 procent bij aan de productiviteitsstijging in Europa.’
Investeren
Baanbrekende technologie ontstaat niet vanzelf. Daar is inspanning, creativiteit, een gezonde dosis doorzettingsvermogen en véél geld voor nodig, erkent Kroes. Voor dat laatste kan de Europese Unie (EU) een belangrijke faciliterende rol spelen. Het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) stimuleert onder meer een beter gebruik van ict en helpt bij de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en het Zevende kaderprogramma (KP7) ondersteunt tevens wetenschappelijk onderzoek, waaronder ict.
De EU investeert jaarlijks bijna 1,5 miljard euro in ICT-research. ‘Dat is ongeveer 20 procent van de totale R&D-uitgaven in Nederland – publiek en privaat bij elkaar”, rekent Kroes voor. ‘Mijn ambitie voor de komende jaren is om er voor zorg te dragen dat kleine en middelgrote ondernemingen een groter aandeel krijgen uit deze R&D-fondsen die voor ict-onderzoek en ontwikkeling beschikbaar zijn. Dat moet er toe leiden dat de effectiviteit en efficiëntie van de investeringen worden vergroot. Ofwel meer focus, meer samenwerking, minder bureaucratie. Mogelijk kunnen wij dan een keer vanuit Europa de toon gaan zetten in de digitale economie’, klinkt het ambitieus. ‘Tot nu toe waren dit voornamelijk bedrijven uit de VS, zoals Amazon, Facebook, Google en Twitter en dat is toch jammer. Voor hetzelfde geld waren deze, inmiddels wereldspelers, voor onze economie ten gunste geweest met banen en belastingopbrengsten.’
Competitief
Kroes zet ook expliciet in op de versterking van vertrouwen en verbetering van de beveiliging. Last, but not least wordt het succes van een digitale samenleving mede afgemeten aan de mate waarin interoperabiliteit tot stand kan worden gebracht en de toepassing van open platformen en open standaarden wordt gerealiseerd. ‘Onze levenskwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden worden steeds meer beïnvloed door de internetinfrastructuur die we tot onze beschikking hebben. Uiteindelijk geldt dat er voor alle Europese lidstaten een uitdaging ligt, om in een globaliserende wereld, aantrekkelijk en competitief te blijven. Stilstaan is geen optie.’
‘Momenteel zijn we druk bezig gestalte te geven aan de nieuwe Europese agenda voor de elektronische overheid, als onderdeel van de Digitale Agenda. Het uiteindelijke resultaat van het nieuwe Europese e-Government Actieplan wordt dit najaar tijdens het Belgische voorzitterschap gepresenteerd, maar ik kan u de algemene richting uitstippelen.’
‘Een grote Europese uitdaging is dat overheidsdiensten wel online staan, maar dat het gebruik ervan door burgers en bedrijven achterloopt. Bovendien heeft de echte organisatorische transformatie nog niet plaatsvonden, zodat de efficiëntieslag en de verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven nog op zich laat wachten.’
Afspraken
Kroes vertelt dat afgelopen november de Europese ministers, verantwoordelijk voor e-Overheid, in het Zweedse Malmö bij elkaar kwamen en hun wensen presenteerden in een ministeriële verklaring. ‘Afgesproken is dat de elektronische toegang tot de overheid voor de burger centraal staat. Overheden moeten dus meer diensten op maat gaan aanbieden. Zo zouden burgers in de toekomst via hun persoonlijk portaal (in Nederland het burgerportaal MijnOverheid.nl) hun belastingsaangifte of een aanvraag van een gemeentelijk uittreksel moeten kunnen regelen. Dat is een uitdagende klus, want dat betekent dat publieke diensten op lokaal, regionaal, nationaal en op Europees niveau onderling aan elkaar geschakeld moeten worden om met elkaar te communiceren. Op dit moment testen we al hoe we de DigiD’s uit Nederland kunnen laten aansluiten op andere nationale elektronische-identiteitssystemen in Europa.’
‘In Malmö stelden de ministers vier politieke doelen vast die de lidstaten samen met de Commissie in de komende vijf jaar willen bereiken’, vervolgt Kroes. ‘Ten eerste moet de overheid meer inspelen op de behoefte van burgers en bedrijven; dit door betere diensten, betere toegang tot informatie en door burgers actiever te betrekken bij het maken van het beleid. Ten tweede moeten overheden grensoverschrijdende elektronische overheidsdiensten aanbieden, zodat het makkelijker wordt om te werken, te studeren, te wonen en met pensioen te gaan in het buitenland. Ten derde moeten overheden efficiënter gaan werken door administratieve lasten te verminderen, organisatorische processen binnen overheidsdiensten te verbeteren en energie efficiënte maatregelen te treffen door slim gebruik van ict. Ten slotte moeten geïnvesteerd worden in de juiste infrastructurele en technische oplossingen om interoperabele diensten mogelijk te maken.’
Hoe denkt u dat op Europees niveau standaardisatie van elektronische dienstverlening kan worden gestimuleerd?
‘Ict speelt een grote rol in efficiënte dienstverlening aan burgers en bedrijven, maar het stelt ook het gevaar dat het de Europese interne markt kan fragmenteren vanwege juridische, organisatorische, technische of andere barrières. Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat slechts 5 procent van de tenders in Europa door een internationale aanbieder wordt gewonnen. Daarom hebben we een proefproject gestart om 27 afzonderlijke systemen voor elektronische aanbestedingen met elkaar te verbinden. Dat maakt de Europese aanbestedingsmarkt overzichtelijker. Het sleutelwoord voor een betere samenwerking op Europees vlak is grensoverschrijdende ‘interoperabiliteit’. Ik zeg er uitdrukkelijk bij dat het niet gaat om de ontwikkeling van één systeem, maar het erkennen en benutten van elkaars ict-systemen.’
Met het credo ‘de overheid is van ons allemaal’ zouden successen en mislukkingen nog meer met elkaar kunnen worden gedeeld – is benchmarking in deze iets wat je per land, op Europees niveau, al kunt inrichten?
‘Uiteraard vind ik dat je van elkaar kunt leren. Iemand is 2000 kilometer verderop wellicht bezig hetzelfde wiel uit te vinden. Dit is de reden dat we ePractice.eu hebben opgezet. Dit Europees internetplatform stelt deskundigen op gebied van de e-Overheid in staat om van elkaars successen en, ja ook, mislukkingen te leren. Benchmarking hanteren we, vervolgt Kroes, bij het vergelijken van het aanbod en het gebruik van elektronische overheidsdiensten in lidstaten. De Europese Commissie doet dit al sinds 2001. Het is een krachtig instrument om politieke aandacht voor het onderwerp te krijgen.’
‘Over de gehele linie laat Europa een gestage vooruitgang in het aanbod van e-overheidsdiensten zien. De beschikbaarheid van basisdiensten is gestegen van 59 procent in 2007 tot 71 procent in 2009. Nederland doet het goed in het gebruik van elektronische overheidsdiensten, maar het staat op een 14e plaats in Europa wat aanbod betreft. Dus er zijn volop mogelijkheden voor verbetering. Oostenrijk, Malta, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Slovenië lopen voorop.’
In ondermeer het land waar u nu werkzaam bent, België, bestaat een minister die verantwoordelijkheid draagt voor ict. Is een dergelijke ministerpost te adviseren voor alle Europese landen onder het mom ‘een aanspreekpunt’ voor aandachtspunten op het vlak van informatievoorziening en informatietechnologie?
‘Veel lidstaten hebben al een vast aanspreekpunt. In België is het bijvoorbeeld een minister en in Oostenrijk een Chief Information Officer. Gezien het onderliggende economische belang om beter te presteren met behulp van ict kan ik het alleen maar toejuichen als een lidstaat één persoon hiervoor politiek verantwoordelijk maakt. De ervaring leert dat landen met een politiek aanspreekpunt doorgaans hoger scoren op de benchmark. Enerzijds komt dit doordat het onderwerp meer politieke aandacht krijgt. Anderzijds stelt het lidstaten in staat om versnippering van elektronische dienstverlening tegen te gaan.’
In Nederland zijn er aantal succesvolle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op het vlak van elektronische overheidsdiensten, voorbeeld is het ISZF (ICT Samenwerkingsverband Zuidwest Fryslân). Zijn dit soort initiatieven in uw ogen denkbaar op Europees niveau?
‘Het huidige economische klimaat dwingt ons goed te kijken hoe we meer kunnen doen met minder. Het is een gemiste kans als belastinggeld wordt verspild aan het optuigen van allerlei ICT-systemen die niet met elkaar kunnen communiceren. Je kunt ict-systemen hergebruiken of op een slimmere manier met elkaar delen, terwijl je toch rekening houdt met elkaars verschillen. Bijvoorbeeld, hoewel de prijs en het logo van een parkeervergunning in elke gemeente verschillen, zou de ict-logica achter de aanvraag en het verwerken van een parkeervergunning van gemeente tot gemeente niet zoveel hoeven af te wijken. Waarom zou elke gemeente dan afzonderlijk een ict-systeem voor parkeervergunningen moeten opzetten? Volgens mij valt er nog genoeg op dit gebied te besparen.’
‘Vanzelfsprekend is het de bevoegdheid van lidstaten om te beslissen hoe zij hun elektronische dienstverlening aan burgers willen vormgeven. Vanuit de Commissie kunnen we initiatieven om samen te werken alleen maar toejuichen.’
Samenwerking
‘Ondertussen zitten we hier niet stil en denken we vooruit hoe we de samenwerking gestalte kunnen geven. Overheidsdiensten zullen in de toekomst steeds meer met elkaar verbonden zijn en elkaars gegevens gebruiken. Op deze manier zullen overheidsdiensten meer diensten op maat kunnen aanbieden. Uiteraard kan dit alleen als er op een veilige manier met persoonsgegevens wordt omgegaan. Met de vrijheid van persoonsverkeer in het achterhoofd, kan ik me voorstellen dat het in de toekomst bijvoorbeeld mogelijk wordt om met je Nederlandse DigiD in het buitenland digitaal aangifte te doen van diefstal.’
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Inpublic, het magazine van Inter Access
Neelie Kroes
Drs. N. (Neelie) Kroes is sinds 11 februari 2010 lid en Vicevoorzitter van de Europese Commissie (Commissie-Barroso II) in Brussel en heeft als portefeuille de Digitale Agenda. In de periode 2004 – 2010 was zij Europees commissaris voor mededinging (Commissie-Barroso I) waarbij zij diverse wapenfeiten mocht optekenen in het tegengaan van prijsafspraken van bedrijven, concurrentie belemmerende situaties en toezicht op efficiënte bestedingen van het geld van de belastingbetaler (staatssteun). Het leverde haar in de Britse pers de bijnamen ‘Steely Neelie’ en ‘Nickel Neelie’ op; een 53e plaats, in 2009, van Forbes voor de machtigste vrouwen ter wereld en meer recent, maart 2010, bij de uitverkiezing van de FD Career Challenge 2010 is zij gekozen tot de meest aansprekende leider van Nederland. In haar werkzame leven in Nederland vertegenwoordigde zij ondermeer de VVD, als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, als Staatssecretaris en Minister van Verkeer en Waterstaat en was verbonden, als President, aan de Universiteit Nijenrode.
De hoofdlijnen van de Digitale Agenda van
Ultra-snel internet: een streven, in 2013, dat er voor iedereen toegang tot breedband is. Daarnaast, in 2020, de mogelijkheid om een snelheid te behalen van in ieder geval 30Mbps tot 100 Mbps;
Stimulering van de digitale interne markt: door ondermeer het slechten van verschillen in copyright en consumentenrecht;
Digitale maatschappij: het stimuleren van de Europeanen om toe te treden tot de digitale samenleving middels educatie en het borgen van veiligheid, vrijheid en onafhankelijkheid op het internet;
Profijt voor de economie: investeren in ict-onderzoek en ontwikkeling waardoor ict kan bijdragen in een stimulans voor onze economie.
Internet is tegenwoordig een cruciaal onderdeel van ICT. Ik hoop dat mevrouw Kroes de invoering van IPv6 wil stimuleren. Anders gaat het tekort aan IP adressen de kansen voor innovatie en groei ernstig verstoren.
zie ook
https://www.computable.nl/artikel/ict_topics/maatschappij/3197066/2429449/energie-en-ict-op-digitale-agenda-van-neelie-kroes.html