Op de computer, op het net- of notebook, de mobiele telefoon en de game-gadgets; we willen overal bereikbaar zijn, over alles een mening geven of, hoe exibitionistisch het ook klinkt; ieder moment kunnen laten weten aan de wereld waar we mee bezig zijn. Wat zijn de gevolgen van deze steeds verdergaande ontwikkelingen? Waar stopt het of waar neemt het ons mee naar het volgende level?
Socializing lijkt iets voor de consument van 25 jaar en jonger, maar niets is minder waar. Socializing is van alle leeftijden en klassen. De wijze waarop en met welk medium kan verschillen maar één ding is zeker: we doen het allemaal in de filosofie van software as a service. De basisvoorwaarden zijn aanwezig:
– Er is een verbinding met het internet.
– We maken gebruik van software die ergens via het internet (de cloud) wordt aangeboden.
– De software is multi-tennant en in sommige gevallen multi-configurable.
– Betaal naar gebruik of gebruik het vrij (pay as you go of free of charge).
Over het socializen via diverse media sprak Koningin Beatrix in haar nieuwjaarstoespraak. Half Nederland wilde toen pas gaan bewijzen wat de toegevoegde waarde ervan was en regelde per direct via Twitter en andere sociale media dat mensen elkaar fysiek gingen ontmoeten. Knap van Beatrix dat ze met deze korte boodschap gelijk die impact wist te bewerkstelligen. Een extra bijkomstigheid die deze actie had is dat het koninklijk huis tegenwoordig haar eigen YouTube-kanaal heeft gekregen.
Een ander voorbeeld is dat van de voetballer Gregory van der Wiel die twitterde over een concert van een rapper waar hij bij aanwezig was geweest, terwijl zijn collega's van het Nederlands elftal tegen Australie aan het voetballen waren. Vanwege een hersenschudding was Van der Wiel niet meegereisd. Coach Van Marwijk begreep het allemaal niet en Gregory van der Wiel zette zijn Twitter-pagina's op zwart.
Dankzij web 2.0 is het mogelijk nog veel meer te doen aan het socializen met SaaS, denk aan het beschikbaar stellen van korte filmpjes, het delen van foto's, het aanvullen van online encyclopedieën of het aanvullen van satelliet maps met eigen materiaal. Het is geweldig om te zien hoe een complete community meehelpt met het uitbouwen van websites waarop men eigen content kan delen en waar iedereen een mening over kan geven.
Voor het bedrijfsleven is het laatste uiteraard ideaal. Bedrijven krijgen hierdoor 'instant feedback' van hun klanten en weten op welke aspecten hun product scoort of waar nog verbeteringen te behalen zijn. De potentiële klanten krijgen vooraf meer inzicht in het product en weten waar ze het kunnen bestellen voor de beste prijs. De juiste producten worden via meerdere kanalen belicht en gepromoot (blogs, forums, etc.). De marketingmachine draait op volle toeren en het bedrijf zelf heeft daar nauwelijks iets voor hoeven doen.
Waar stopt het? Ik ben ervan overtuigd dat de ontwikkelingen verder gaan dan misschien wenselijk is. Er wordt al nagedacht over web 3.0 waarmee op basis van ingevulde profielgegevens op sociale sites (Hyves, Facebook, LinkedIn en aanverwanten) behoeftes worden ingevuld door meedenkende websites. Stel, je bent op zoek naar een Japans restaurant in een bepaalde omgeving. De site 'weet' dat dat restaurant echter gesloten is en presenteert de alternatieven in dezelfde omgeving, natuurlijk in de oosterse stijl. Vraag en aanbod raken steeds meer en beter op elkaar afgestemd. Het is al te merken aan sites die vergelijkbare producten presenteren aan de hand van een zoekgegeven dat is ingegeven. Big brother kijkt niet alleen mee, maar denkt óók nog mee. In hoeverre die ontwikkeling gewenst is, zullen we moeten afwachten. Vanuit technologisch oogpunt is het wel een knappe ontwikkeling die aantoont in hoeverre de industrie zorgt voor open systemen die dit type koppelingen mogelijk maken.
Waar in 2009 de term 'ontvrienden' het woord van het jaar was, gaan we met socializen en SaaS een ander strijdperk in: die van participatie. Alhoewel dat natuurlijk niets nieuws is, liggen er juist door participatie ongekende mogelijkheden op de loer, klaar om ontdekt te worden door strategie-experts, marketeers en organisaties die zich vooral richten op samenwerkingsverbanden en zoeken naar mogelijkheden om hun producten of diensten naar een bredere doelgroep te krijgen. Het concept is duidelijk zichtbaar op LinkedIn, waar diverse andere aanbieders hun applicatie inbedden in dat sociale netwerk en iedere ontwikkelaar wordt uitgenodigd om juist in die open omgeving meer value add toe te voegen. Het is juist de openheid van de omgeving en de welwillende gebruiker die zijn of haar persoonlijke voorkeuren en gegevens via het internet deelt met anderen.
Waar laat dit de eindgebruiker dan? Die eindgebruiker wordt steeds belangrijker in de cloud. Ook hier ligt voor de ict-industrie een mogelijkheid om juist die eindgebruiker nog meer bij de ontwikkelingen van hun visie en filosofie te betrekken, waardoor er meer producten en diensten ontstaan die volledig zijn afgestemd op de vraag vanuit de markt. Als we dat weten te bereiken met elkaar, dan is een concept als SaaS ineens helemaal niet moeilijk meer, we socializen immers al op die wijze. De boodschap aan de industrie luidt dan ook om systemen meer open en laagdrempelig aan te bieden en vooral partners te zoeken die aan hun product value add kunnen bieden. Alles ten behoeve van de gebruikers van de cloud. Als zij immers mede de content bepalen van jouw product en erover moeten gaan berichten, dan zal de industrie ook hen centraal moeten stellen.