In tegenstelling tot Google kan IBM klanten wel vertellen in welk datacentrum en welk land hun data zich bevinden, zegt de nieuwe general manager van IBM Lotus Alistair Rennie. Hij reageert daarmee op het besluit van de Amerikaanse Yale-universiteit om voorlopig niet over te stappen op Google Apps for Education. Volgens de universiteit wilde Google niet zeggen in welke datacentra de universiteitsgegevens worden opgeslagen. Het zoekbedrijf kon alleen een lijst van vijftien landen geven waar de data níet terechtkomt.
'Voor veel bedrijven is dat niet acceptabel', zegt Rennie in een interview met Computable. 'IBM gaat veel pragmatischer met dat vraagstuk om. We hebben veel ervaring in het draaien van dergelijke omgevingen. Wereldwijd en al jaren lang, ook wat betreft advieswerk over juridische kwesties rond dataopslag. Ons doel daarnaast is niet om data te doorzoeken en op grond daarvan advertenties te verkopen. Ons doel is om een samenwerkingsplatform te leveren dat veilig is.'
Yale heeft twijfels
Eind maart schortte de universiteit van Yale de beslissing op om over te stappen op Google Apps for Education. Dat is een online verzameling van communicatie- en samenwerkingstools, waaronder Gmail, Google Calendar en Google Docs.
De reden daarvoor is onder meer dat Google volgens de universiteit niet wilde zeggen in welke datacentra en welke landen de data zouden terechtkomen. Daardoor kon de universiteit zich onvoldoende voorbereiden op mogelijke internationale juridische geschillen, zo legt Yale-professor Michael Fischer uit in de universiteitskrant van Yale. Daarnaast vreest de computerwetenschapper dat de onderwijsinstelling door de overstap op online applicaties vatbaarder wordt voor aanvallen van hackers.
Behalve dat een deel van de Yale-werknemers bang is dat de universiteit de controle over haar gegevens verliest, bestaat er ook weerstand om indirect bij te dragen aan het massieve energieverbruik dat cloud computing veroorzaakt.