Gebruikers hebben training nodig om te leren werken met een bepaald platform en de daarop beschikbare applicaties. Als je overschakelt naar Linux op de desktop hebben gebruikers een nieuwe opleiding nodig. Je kunt zo'n opleiding wel in stappen doen.
Ongeacht de Linux-distributie en de daarop draaiende desktopomgeving keren vaak dezelfde apart ontwikkelde opensourceapplicaties terug. Firefox voor het surfen, OpenOffice.org of StarOffice als kantoorsuite, Thunderbird of Evolution (Outlook-vervanger) voor de mail, GIMP als alternatief voor PhotoShop, noem maar op. Deze opensourceapplicaties bestaan niet alleen voor Linux, maar ze zijn multiplatform. Ze bestaan dus meestal ook voor Windows. Hun gebruiksinterface is hetzelfde onder al die besturingssystemen. Bij een mogelijke overstap naar Linux kun je dus beginnen over te schakelen naar deze applicaties onder Windows. Je kunt dan per applicatie en waar nodig cursussen aanbieden. Als je in de laatste stap dan naar Linux als desktopsysteem overschakelt, is er geen of slechts zeer weinig extra training nodig.
In één keer overschakelen van Windows naar Linux is erg drastisch: het dwingt je meteen ook alle applicaties waar gebruikers mee vertrouwd zijn, te vervangen. Daarom is het geen slecht idee om dat eerst stapsgewijs onder Windows te doen. Pas wanneer gebruikers er voldoende ervaring mee hebben opgedaan onder Windows kun je als laatste stap ook het besturingssysteem wijzingen in Linux. Zo kies je zelf hoe snel je wil migreren en hou je een goed overzicht op zowel opleidingsfases als het kostenplaatje.
Specifieke Windows-software
Als op de bedrijfsdesktop een of meer applicaties draaien waar je niet zonder kan en die alleen voor Windows bestaan, dan kan dit extra problemen opleveren bij een migratie naar Linux. Mogelijk kan de applicatie geporteerd worden naar Linux. Of misschien bestaat er een een Linux-variant die functioneel hetzelfde doet en waarnaar kan worden overgeschakeld. Dit probleem komt nogal eens voor bij CRM- en ERP-software. In zo'n geval zou je ook de migratie van de desktopgebruikers die deze applicaties nodig hebben, kunnen uitstellen en eerst de desktops migreren die deze software niet gebruiken. Mogelijk kan het probleem ook opgelost worden met een Windows-emulator of met virtualisatie. Later in dit artikel hebben we het daar nog uitgebreider over.
Cloud-ondersteuning
Behalve open source is er nog een heel grote hype tegenwoordig: 'the cloud'. Die maakt deel uit van een duidelijke evolutie in de ict-wereld om naar soa's te migreren: client/server-architecturen, waarbij de client een webbrowser is. Als de serverzijde op het internet gehost is, spreekt men van een cloudapplicatie.
Een applicatie die via een webbrowser bediend wordt, werkt met elk platform waarop die webbrowser draait. Niettemin leiden sommige .NET-omgevingen tot een ernstig probleem. Soms vereisen die namelijk toch nog Windows. Dat kan het moeilijk of onmogelijk maken om desktops te migreren naar Linux. Werken de architecturen echter met Java en/of php/perl-gebaseerde serverscriptsystemen, dan kun je elke browser en elk desktopplatform gebruiken.
Zowat alle moderne Linux'en voor bedrijven ondersteunen de cloud, zowel aan de client- als aan de serverkant. Red Hat, Novell en Canonical (Ubuntu) bieden je actieve ondersteuning en software voor cloudontwikkelingen die gebaseerd zijn op Amazon EC2. Ubuntu heeft zelfs extra opties om met deze technologie een privé-cloud te ontwikkelen. Van de Enterprise Linuxen heeft alleen Mandriva momenteel geen specifieke cloudondersteuning.
Amerikaanse Linux-distributies
Er bestaan twee grote Amerikaanse Linux-distributies die zowel gratis open source varianten leveren, als specifieke Enterprise-edities. Dat is Novell met openSUSE als je het gratis wenst en met SuSE Enterprise Linux Desktop en Server als je het maximaal geoptimaliseerd voor bedrijven wenst. De tweede grote is uiteraard Red Hat met Fedora als je het gratis wenst en Red Hat Enterprise Linux Desktop en Server als het specifiek voor bedrijven gemaakt moet zijn. Overigens zijn openSUSE en Fedora in feite door hun moederbedrijven gesponsorde publieke ontwikkelingen. Deze publieke versies worden door de moederbedrijven als basis gebruikt voor het Enterprise-product.
Amerikaanse bedrijfssoftware met Linux-ondersteuning zal vrijwel altijd Red Hat ondersteunen en tegenwoordig ook steeds vaker Novell SuSE, maar zelden of nooit een van de andere distributies.
Europese Linux-distributies
Bij ons in Europa is het uit Frankrijk afkomstige Mandriva en vooral het van het eiland Man stammende Ubuntu erg populair. Mandriva biedt zowel Enterprise-edities als gewone. Ubuntu heeft geen specifieke Enterprise-edities maar houdt wel rekening met bedrijven, omdat ze om de twee jaar een 'lange termijn ondersteunde' versie van hun Linux uitbrengen: een zogenaamde Ubuntu LTS-editie ('Long Term Support'). Zo'n LTS-versie komt met drie jaar voor de cliëntversie en vijf jaar voor de serverversie gegarandeerde updates en onderhoud. Van Ubuntu verschijnt verder steevast twee keer per jaar (in april en in oktober) een nieuwe versie. Ubuntu-sponsor Canonical biedt ook betalende onderhoudscontracten aan voor bedrijven die dat willen.
Overige Linux-distributies
Er zijn natuurlijk nog wel een paar minder populaire bedrijfsdistributies op de markt zoals die van Xandros, maar we kunnen ze hier niet allemaal behandelen. We houden het dus bij de vier grootste.
De serie
Volgende deel: Functionele vergelijking Linux-distributies
Het dossier bestaat uit vijf delen:
1: De kosten (donderdag 8 april)
2: Migratie en applicaties (maandag 12 april)
3: Functionele vergelijking Linux-distributies (donderdag 15 april)
4: Bedrijfsapplicaties onder Linux (maandag 19 april)
5: Emulatie en virtualisatie, conclusie en productinformatie (dinsdag 20 april)
Nu maar even wat meer onderbouwd.
De vraag of je met Open Source Software geld bespaart is fout.
Opnieuw zie ik artikelen verschijnen in Computable over de besparingen die wel of niet met Linux te behalen zijn.
Vergeten wordt naar het gehele “ekosysteeem” te kijken dat FOSS inmiddels geworden is.
Vergeten wordt naar de realiteit te kijken dat Linux, Windows en evt. MAC OS in een gemengde omgeving staan, dat zal in zeker 95% van de gavallen zo zijn.
Vergeten wordt dat je de inzet voor desktop en server niet op een hoop kunt gooien.
Wanneer we ons beperken tot bedrijfsmatige inzet van FOSS moeten we in ogenschouw nemen dat we meestal met een situatie te maken hebben waarin van oudsher met windows gewerkt wordt. Zuivere terminal-oplossingen met IBM, VAX of een Unix-variant zie je niet meer zo veel in het MKB.
We praten dus over bedrijfsmatige inzet voor het MKB waar al langer een Windowsomgeving bestaat.
De essentiele vraag is: welke software wordt gebruikt?
We beginnen eenvoudig, office, email en webbrowser. Kun je daar besparen?
Ja, de doorsnee gebruiker kan net zo goed met Open Office werken als met MS Office, die speciale gevallen waar dat niet mogelijk is kunnen probleemloos beide gebruiken.
Email en webbrowser zijn sowieso gratis.
Vereist is dat er iemand in de organisatie is die zich inwerkt op Open Office, het heeft een zeer vergelijkbare funktionaliteit als MSoffice maar het werkt anders, dat moet je leren.
Die persoon kan daarna de anderen coachen.
Lastiger wordt het met branchenspecifieke software, daar is een onderzoek nodig wat er in het
FOSS ekosysteem te vinden is en of het aan de voorwaarden voldoet. Die voorwaarden moeten vooraf
gedefinieers moeten worden.
Deze keuze maken kan niet iedereen, je moet al enige jaren meelopen in de ICT om eventuele problemen te kunnen inschatten. Een bedrijfje met 5 tot 10 medewerkers kan ik geen Adempiere ERP aanraden ook al biedt zo’n ERP alles wat ze zich maar kunnen voorstellen.
De gebruikelijke weg is de bestaande windowssoftware te blijven gebruiken en een bruikbaar alternatief te zoeken dat bij voorkeur op een server draait en bediend wordt met een webbrowser.
Het selektieproces moet i.s.m. de gebruikers gebeuren, ICTers hebben niet overal verstand van . . .!
De Windowsserver in het Lan laten we eerst staan.
Een Linuxserver wordt opgebouwd met hardware van een A-Merk, iedere vorm van spaarzaamheid is daar verkeerd.
De distributie kiezen is niet alleen een zaak van persoonlijke smaak, sommige zijn beter voor servertoepassingen geschikt als andere, er zijn betaalde en gratis versies. In principe hangt het af van de beheerder(s), waarmee ze het meest vertrouwd zijn is makkelijker in te voeren.
Wie klein is komt makkelijk uit met een gratis versie, bij grotere installaties wordt vaker gekozen voor
een of twee enterprise versies en de rest de gratis versie van diezelfde distributie,
Er zijn een paar stromingen, de Redhat-afgeleiden met RPM als package manager voor het laden van software en
aktueel houden van het OS of de Debian-afgeleiden die met deb-packages werken. En er zijn nog enkele
andere die ik hier buiten beschouwing laat. Ubuntu en Mint bijvoorbeels baseren op Debian.
Houdt er rekening mee dat bijv. de hardwareleverancier niet alle distributies certificeert. Wil je je garantie laten gelden bij HP dan is het RedHat of Suse en geen andere.
De mate van redundantie is afhankelijk van de grote van de organisatie, bij een klein bedrijfje zijn
gespiegelde harddisks meestal genoeg, bij grote organisaties is een volledige reserve server nodig.
Een backupsysteem is altijd nodig, op Disk, Tape of evt. USB-stick.
Op de server komt Samba, evt. Apache, Databaseprogramma, afhankelijk van de software die er op gaat draaien.
Eerst als de funktionaliteiten van de windowsserver verlegd worden naar de linuxserver kan op den duur de windowsserver verdwijnen.
Als laatste punt, de desktops.
Wanneer in het conversie-trajekt alle windowstoepassingen vervangen worden door FOSS toepassingen die zowel op windows als op linux funktioneren zal de stap naar een linuxdesktop kleiner worden, bijv. Firefox en Thunderbird.
Het is te overwegen bij zo’n conversie meteen over te stappen naar een server-programma waar email geintegreerd wordt in een collaboration suite, dan krijgen gebruikers voor de moeite ook wat extra.
Onderschat echter niet de fundamentele verschillen tussen windows en linux, een gebruiker duidelijk maken dat de rechtenstruktuur in linux hem verbiedt bepaalde bestanden te openen, is niet eenvoudig. Dat je niet zomaar een programma installeert is ook een drempel. Pas na een bepaalde tijd zien gebruikers de voordelen, linux wordt niet langzamer na verloop van tijd en is momenteel sneller op de zelfde hardware en nog steeds nauwelijks betroffen van malware.
Waar zit dan de kostenbesparing? Bij de licenties! Openoffice kost niets, ook niet als je een update doorvoert.
Linux kun je zonder kosten installeren op zoveel machines als je wilt. Kun je bedrijfsmatige FOSS programma’s voor jouw bedrijf gebruiken dan kost dat ook niets aan licenties, vergelijk SAP ERP eens met Adempiere ERP.
Bij de start van zo’n projekt en tijdens de conversie moet de begeleiding betaald worden, daarom is de schatting momenteel dat je na 2 of 3 jaar terug gaat verdienen maar dat is voor ieder projekt verschillend.
En de TCO? Laat iemand me dat eens voorrekenen voor windows, mijn ervaring is dat windows-pc’s meer aandacht vragen om ze aan de gang te houden, vrij van virussen en malware of na een slechte patch van MS.
Of als de hardware problemen geeft, dan heb je bij Linux veel meer tools om je gegevens en instellingen te redden.
Daarmee is het plaatje denk ik kompleet.
We werken met een gemengde omgeving: 75 vaste en mobiele werkplekken Ubuntu, 10 werkplekken Windows XP.
Serverpark draait 90 % Debian, 10 procent Windows.
Om de overstap naar Linux mogelijk te maken hebben we eerst zo veel mogelijk applicaties webbased gemaakt (mail, agenda, crm). Openoffice en Firefox draaien lokaal op Ubuntu. Het merendeel kan prima uit te voeten met een Asus EEEpc (ca. 30 watt stroomverbruik)
Erp (werkt alleen onder Windows) als applicatie via terminalservers en rdesktop, zodat daar qua beheer nauwelijks werk is. Wel jammer i.v.m. licentiekosten.
Alleen op de administratie en Marketing i.v.m. allerlei Windows pakketjes zoals electronic banking, cbs, debiteurenbewaking, Photoshop (net iets handiger dan Gimp) nog werkplekken met Windows XP met Openoffice en Firefox.
Er zijn veel producten die op zowel linux als windows draaien, als je voor deze producten kiest is een migratie inderdaad veel makkelijker. Of misschien moet je zeggen, kan de migratie geleidelijker worden doorgevoerd.
Niet alleen gewenning maar ook eventuele kopieerslag van data die je mee moet/wilt nemen kan een punt zijn. Firefox en Thunderbird files van windows kun je simpelweg kopieren naar je linuxmachine. Vooropgesteld dat het dezelfde versie is.
Overigens, Suse een Amerikaanse distributie? Novell heeft Suse dan wel overgenomen maar de rpm’s geven nog altijd “Vendor: SUSE LINUX Products GmbH, Nuernberg, Germany”
Wat wordt er bedoeld met: Amerikaanse bedrijfssoftware met Linux-ondersteuning zal vrijwel altijd Red Hat ondersteunen en tegenwoordig ook steeds vaker Novell SuSE, maar zelden of nooit een van de andere distributies.
Er zijn een paar verschillende packaging systemen zoals RPM en apt, maar omdat de distro’s meestal met dezelfde kernel werken kan je de software toch op al die Linux systemen draaien.
“… en vooral het van het eiland Man stammende Ubuntu erg populair”
Relevante informatie? Nou, nee….
Wederom een uiterst oppervlakkig artikel, te rangschikken onder “volstrekt overbodig”.
Novell is amerikaans ja, maar Suse heeft z’n roots bij onze oosterburen. Ubuntu mag dan geregistreerd zijn op Man, het hoofdkantoor is in Londen en relevanter is dat het een afgeleide is van Debian.
Wat is uberhaupt de zin van het onderscheid maken naar amerikaanse en europese distributries. Zinvoller is te vermelden dat (heel) veel distributies gelokaliseerd zijn en je dus vrijwel altijd een geschikte distributie kan vinden die in je moedertaal met je communiceert.
“We houden het dus bij de vier grootste”
Mandriva bij de vier grootste? Lijkt me heel sterk. Naast Suse/openSuse, Red Hat/Fedora en Ubuntu/Kubuntu (etc) hoort eerder Debian dan Mandriva. Het geven van een rangorde naar omvang is sowieso een hachelijke zaak als er niet wordt aangegeven wat de randvoorwaarden zijn: wereldwijd of alleen (groot-)Nederland; desktop, server of beide; zakelijk, particulier of beide?
@Redactie: vraag (bijvoorbeeld) Jan van Leeuwen eens een artikel(reeks) over Linux te schrijven. Grote kans dat er iets uit komt wat wél leesbaar en informatief is.
@ ICTer
apt is geen packaging system maar een systeem om packages te halen en te installeren.
commando: apt get install “package”
Het is waar dat je een RPM-package kunt installeren op een Debiansystem, daar is het programma Alien voor gemaakt, alleen werkt het niet altijd.
Overigens is dit voor ontwikkelaars een ramp, hun programma moeten ze in verschillende packegemanagers zien te leveren.
Het artikel is zoals altijd inkompleet en oppervlakkig vandaar mijn aanvullingen. Als je, zoals ik, met VAX VMS, IBM S36/S38 en met PDP’s onder RSX11 of onder Mumps en ook met Digital Unix (DEC is nu HP) gewerkt hebt zijn deze artikelen een gruwel.
Jan, Advanced Packaging Tool APT is de Package Manager voor .deb systeem formaat, zoals RPM Package Manager voor het RPM systeem formaat.
Een RPM-package installeren op een Debian like systeem kan inderdaad heel vervelende resultaten hebben en een conversie van .rpm naar .deb is meer voor specialisten.
Een beheerder zal in zo’n geval vaak voor de .tgz, .tar of tar.gz vorm van de applicatie kiezen, deze uitpakken (en controleren of de inhoud geen tarbomb werking heeft) en dan de applicatie handmatig installeren. (Dit is vergelijkbaar met een applicatie voor een Windows platform installeren die geen installatieprogramma heeft en verspreid is via bijvoorbeeld een .zip, .rar. arj of 7z bestand.)
Zelf een programma compileren is natuurlijk ook een mogelijkheid.
Betrapt! ICTer je hebt gelijk met apt. Momenteel heb ik twee klanten met crashes, 1 PC en 1 Database, dat tussen een ERP implementatie door.
Overigens ken ik mensen die zweren bij het zelf compileren van software.
Wat een open deur om geleidelijk over te gaan.
Gebruik natuurlijke momenten voor de overstap naar Open Source, bijv.: EOL support agreements, updates & upgrades, migraties, consolidaties enz.
Stop daarnaast met discussieren over “TCO”. Open Source software is namelijk “altijd” goedkoper, omdat je geen licentiekosten betaalt. Het korte termijn plaatje kan weleens duurder uitvallen, omdat je in het verleden een verkeerde keus hebt gemaakt (je hebt namelijk voor commerciele software gekozen en daardoor allerlei problemen geintroduceerd), maar dit is dan het lesgeld dat je betaalt voor het corrigeren van je fout en ervoor te zorgen dat je in de toekomst wel “veeeel” goedkoper uit bent.