Architectuur is in. Zolang het maar computerarchitectuur is. Dat was al zo in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Dat lijkt nog steeds zo. Willen we de kosten van automatiseringsprojecten drukken, dan moeten we een gemeenschappelijke architectuur ontwikkelen waarbij het bedrijfsproces, de organisatie en de ictbetrokken is.
Een architect creëert een ruimte waar het goed vertoeven is, die er goed uitziet, past in de omgeving, goed te bouwen is, lang (genoeg) blijft bestaan en betaalbaar is. Voor de bebouwde omgeving hebben we daar al vele eeuwen ervaring mee. Met software helaas nog niet. Ondanks alle inspanningen, tot en met de Nederlands Overheid Referentie Architectuur (Nora) aan toe. Nu hoeft het niet vele eeuwen te duren om tot een goede software-architectuur te komen. We kunnen lessen leren uit andere disciplines zoals de bouwkunde, de chemie, de biologie, de natuurkunde, etc. In al deze disciplines is een vorm van architectuur te vinden. De overeenkomst is dat een optimum gezocht/gevonden wordt uit een mix van verschillende vrijheidsgraden. Een gebouw kan heel mooi zijn, maar onbetaalbaar. Of uiterst degelijk, maar onbewoonbaar. Goed en goedkoop, maar niet te bouwen. Kortom, het nastreven van het maximum van één van de afzonderlijke vrijheidsgraden levert zelden of nooit de beste oplossing.
Heerenveen heeft dat onlangs bewezen door weer vrijwillig terug te keren naar de vertrouwde gevangenis van Microsoft. Nu is het in vele andere omgevingen niet veel beter, dus die gevangenis is de facto misschien niet eens zo een slechte plek. Maar dat wij vele vrijheden onbenut laten staat buiten kijf. Dat informatici, en vele anderen, vrijwillig in hun zelfgekozen gevangenis blijven zitten lijkt eerder te liggen aan gebrek aan durf dan aan gebrek aan vrijheid. Toch associeert bijna iedereen architectuur met vrijheid. Je voelt je lekker in een open, vrije omgeving. Niet voor niets gaan we op vakantie 'naar buiten(landen)'.
Terug naar Heerenveen, en veel andere organisaties die niet ingesloten willen worden door hun verkopers. De fout die gemaakt is, is de beperkte motivering van de keuze. Dat geldt voor de hele industrie. Die is wel volwassen kun je stellen, maar (nog?) niet vrij. De klant is de onvolwassen speler in wat we de informatiewereld noemen. Niet zo gek overigens, we hebben het zelf al moeilijk genoeg met standaarden. In geen enkele andere discipline vind je er zo veel; de ene 'standaard' volgt de andere op met als adagium 'nog beter, nog sneller, nog gebruiksvriendelijker'. Gek dat dat begrip zoveel bij computers gebruikt wordt; het meest veelzijdige en flexibele hulpmiddel sinds de uitvinding van pen en papier.
Soms droom ik van de ideale computer. Hij doet alles voor me en ik kan eindelijk met mijn buik in de zon gaan liggen. Maar als ik wakker wordt en voor de zoveelste keer geconfronteerd wordt met weer een ander gebruikersinterface van Word,f Exel of Powerpoint, dan ga ik het liefst meteen weer slapen. De kans dat de droom van de ideale computer omslaat in een nachtmerrie nemen we op koop toe.
Nora moet maar snel de goede architectuur worden. Heerenveen bewijst dat het nog lang niet zover is. En helaas is Heerenveen noch de eerste noch de enige organisatie die, ondanks alle goede wil en alle goede inspanningen, een groot verlies moet incasseren. Nu is het tekenend dat het minstens zo moeilijk is om een goede architectuur te kiezen als een goed automatiseringsplatform. SNA, SAA, Oasis, EA, Nora, SOA, Gemma en al die andere architecturen vormen het beste bewijs voor de behoefte aan een architectuur. Ze zijn tevens het voortdurende bewijs (SNA en SAA stammen uit de jaren zeventig) dat de 'killer' architectuur nog niet gevonden is. Hoe vind je die wel? Laat ik een poging wagen, met bij voorbaat excuses voor het veelvuldig gebruik van het primaire proces.
Dé architectuur bestaat nog niet en blijft onvindbaar als we onze zoekstrategie niet aanpassen. De eisen waaraan de zoekstrategie moet voldoen zijn niet automatiseringsspecifiek.
Ten eerste zoeken we naar het primaire proces van een organisatie. De overheid heeft het gemakkelijk in deze, het primaire proces bestaat uit dienstverlening en is over het geheel buitengewoon goed gedocumenteerd.
Ten tweede zoeken we naar de beheersbaarheid van het primaire proces. Hier treedt een complicatie op. Overheden hebben de neiging, en zij niet alleen, de beheersbaarheid te bepalen aan de hand van beleid. Verloopt het primaire proces niet zoals men wil, dan past men het beleid aan. En als het primaire proces dan nog niet loopt zoals men wil, past men opnieuw het beleid aan. Dikwijls ligt de oorzaak bij het bestrijden van één symptoom, waardoor een ander symptoom ontstaat: symptoombestrijdingsbeleid. In de automatisering kennen we dit ook: de 'workaround' of de 'quick (and dirty) fix'. Een werkelijke aanpak van het primaire proces duurt te lang, kost te veel, is te moeilijk, etc.
Ten derde de uitvoering van het primaire proces. Dit is wat er werkelijk gedaan moet worden door de organisatie om het proces goed te laten verlopen.
Ten vierde de automatisering, de gebruikersinterface, de functies, de datastructuur, de apparatuur. Als het goed is, is dit een eerste afgeleide van het primaire proces. Meestal is dit echter een afgeleide van bijvoorbeeld de rapportering van bepaalde gegevens uit het primaire proces ten behoeve van het administratieve of het financiële proces. Het voert te ver om dit hier uit te leggen, daarover misschien een andere keer. Het is wel een belangrijke reden waarom automatiseringsprojecten vaak zo moeizaam verlopen en zo duur zijn.
Ten vijfde de organisatie. Een goed functionerende organisatie is per definitie lean. Zij is immers aangepast aan het primaire proces en niet omgekeerd.
Ten zesde de communicatie tussen de diverse actoren en de diverse afgeleide, noodzakelijke secondaire, tertiaire en quartaire processen.
Last but not least is er een zevende factor: tijd. Door snel resultaat te willen, nemen we genoegen met een sub-optimalisatie en dringen we niet door tot de werkelijke reden van het dikwijls onvoldoende slagen van de automatisering. We hebben te weinig tijd om het meteen goed te doen, maar alle tijd om het over te doen.
Bij deze zoekstrategie speelt automatisering een belangrijke, doch ondergeschikte rol. Het vinden van het primaire proces is verreweg het belangrijkst. Niet iedereen is zich daarvan even bewust. Maar als we daar beginnen is er de meeste winst te behalen. De administratie kan voor het grootste deel vervallen. De documenten en andere objecten zijn niet langer eigendom van een softwarepakket. Iedereen die het primaire proces kent weet wat hij/zij moet doen, ook als er vertraging of zelfs fouten optreden. Kortom, de veelvoudige Januskop krijgt weer één gezicht: het primaire proces. Wat er echt toe doet is alleen dat wat werkelijk waarde toevoegd. Niet minder, maar vooral ook niet meer! De droom van een ideale automatisering wordt eindelijk waar.
Willen we de vrijheid vinden die een goede architectuur ons belooft, dan moeten we het lef hebben nieuwe wegen in te slaan. Deze tijd, waarin we een uitweg zoeken uit meerdere crises, biedt kansen om ict opnieuw op de kaart te zetten.
Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Voor de goede luisteraar: een geluid van volwassen bestuurders die ons, de mensen van de informatica, meenemen naar een andere wereld. De gemeenschappelijke wereld van de architectuur van het primaire proces. Met ongekende (en onverkende) vrijheidsgraden. Weg uit de wereld van de recessie en bezuinigingen. Op weg naar een gemeenschappelijke toekomst in een ruimte waar het goed vertoeven is. Desnoods in de wolk; maar die lijkt misschien teveel op dat ene verschrikkelijke(?) mainframe uit de prehistorie van veertig jaar geleden. Het blijft dus oppassen geblazen. Maar voor een architect is dat de gewoonste zaak van wereld.
Dick van Elk
“Dé architectuur bestaat nog niet en blijft onvindbaar als we onze zoekstrategie niet aanpassen”
Dé architectuur zul je ook nooit vinden.
Zoals niet alle mensen in dezelfde huizen wonen, ontworpen volgens één standaardarchitectuur; zoals niet alle mensen rondrijden in dezelfde auto, ontworpen volgens één standaardconcept, zoals niet alle mensen in dezelfde kleding rondlopen, ontworpen door dezelfde designer.
Architectuur is maatwerk; afgestemd op de specifieke omgeving waar ze toegepast moet worden.
Kijk maar naar de grote ERP pakketten (en vele anderen). Het geld wordt niet verdiend met de standaard installatie en architectuur, maar met maatwerk dat nodig is om het draaiend te krijgen in de klantomgeving.