Meer dan honderd overheidsorganisaties nemen deel aan OT2010, de raamovereenkomsten die de overheid aanbesteedt voor telecomdiensten in de komende zes jaar. Onder de deelnemers zijn twaalf ministeries, provincies, diverse gemeenten, waterschappen, publieke omroepen, zelfstandige bestuursorganen, zorg- en onderwijsinstellingen. Om welke organisaties het precies gaat, meldt het programmateam pas later. OT2010 is de opvolger van OT2006.
De raamovereenkomsten zijn onderverdeeld in vier clusters: vast, 'inbound' (zoals 0800- en 0900-nummers), mobiel en mobiele apparaten. Voor elk daarvan selecteert en contracteert het programmateam OT2010 één leverancier. De aanbestedingsprocedure daarvoor begint in het tweede kwartaal van 2010 en neemt waarschijnlijk drie maanden in beslag. Vanaf het najaar begint de migratie- en beheerfase, waarin de deelnemende organisaties kunnen overstappen naar de nieuwe diensten.
Voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure liet het programmateam brancheorganisatie ICT~Office een haalbaarheidstoets uitvoeren. Daarin konden leveranciers tijdens twee workshops een oordeel vellen over de haalbaarheid van de overheidsplannen. Onderwerpen die aan bod kwamen, zijn marktconformiteit, innovatie, additionele diensten (zoals videoconferencing), lastenverlichting, risico's en continuïteit en bereikbaarheid.
Bereikbaarheid
Vooral de laatste twee onderwerpen staan hoog op de agenda van veel overheden. In november 2009 leidde een dagenlange storing op het netwerk van Vodafone bij veel organisaties tot grote bereikbaarheidsproblemen. De telecomaanbieder levert aan veel centrale en decentrale overheden mobiele diensten in het kader van OT2006.
Op basis van de haalbaarheidstoets kan het OT2010-programmateam de aanbestedingsplannen nog aanpassen.
Besparing
Voorganger OT2006, het aanbestedingsproject dat de gezamenlijke inkoop van overheidstelecommunicatie de afgelopen periode regelde, wordt gezien als een succesvolle manier om efficiënt in te kopen. Door de bundeling van hun inkoopvolume bespaarden de 150 deelnemende overheden 40 tot 50 procent op de kosten voor de aanbesteding en voor het bellen zelf.
Een dergelijk ‘monopolie’ aan de vraagzijde van de markt kan de marktwerking evenzeer verstoren.
Weet iemand waarom het aantal deelnemers aan OT2006 een respectabele 150 was en nu, bij OT2010, nog 100?