Nederland neemt een bescheiden plaats in op de wereldranglijst van supercomputers. Het uitblijven van structurele financiering verzwakt de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Dat is de boodschap die naar voren komt uit het jubileumboek 'De rekenmeesters. Een toekomstgericht beeld van 25 jaar grootschalig rekenen in Nederland'.
In de huidige race naar Petascale computing speelt Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder amper een rol van betekenis. Duitsland wist in 2009 nog wel met twee systemen de top tien van supercomputers te halen, maar de strijd gaat momenteel tussen Japan en de Verenigde Staten (met in het kielzog China en India). De huidige nummer één, de Amerikaanse Roadrunner, presteert met 1.1 Petaflop/s al heel veel, maar zal naar verwachting in 2011 worden ingehaald door de tien keer zo snelle Japanse supercomputer van het Riken-project, of het Amerikaanse ‘wapen’, Blue Waters van IBM. In 2012 neemt in de VS het Lawrence Livermore National Laboratory in 2012 waarschijnlijk een IBM BlueGene-machine (Sequoia)in gebruik. Deze supercomputer zal dan over 1,6 miljoen Power-processoren en 1.6 Petabytes-geheugen beschikken en meer dan 20 Petaflop/s aan piekprestatie kunnen leveren.
Verscheidenheid
Deze schets staat in het jubileumboek ‘De rekenmeesters. Een toekomstgericht beeld van 25 jaar grootschalig rekenen in Nederland’. Het is een gezamenlijke uitgave van de stichting Nationale Computerfaciliteiten (NCF), verantwoordelijk voor de high-end computing infrastructuur voor wetenschappelijke en publieke onderzoeksinstellingen, en SARA Reken- en Netwerkdiensten, de ict-infrastructuurdienstverlener voor universiteiten en hoge scholen. Aanleiding voor de publicatie is dat het (in 2009) 25 jaar geleden was dat SARA de eerste ‘nationale supercomputer’ voor wetenschappelijk onderzoek in gebruik nam (1984). De samenstellers van het boek betogen dat alleen forse investeringen in high performance computing, zoals andere landen doen, het wetenschappelijk en industrieel onderzoek en de kenniseconomie versterken. Door de inzet van supercomputers kan een grote verscheidenheid aan vakgebieden zich ontwikkelen, zoals klimaatonderzoek, meteorologie, sterrenkunde, aerodynamica van vliegtuigen en auto’s, maar ook de ontwikkeling van wasmiddelen.
Voorsprong
Het boek laat zien dat Nederland tegenwoordig een bescheiden plaats inneemt op de wereldranglijst van supercomputers. Alleen in juni 2001 was er een top 20-notering met de nieuwe rekenkrachtpatser SGI Origin 3800. Daarna viel Nederland bijna uit de top 500, om daarna nog even kortstondig de top 50 te bereiken dankzij de Huygens supercomputer bij SARA en de IBM BlueGene van de Rijksuniversiteit Groningen.
De laatste paar jaar speelt het ict-innovatieplatform ICTRegie een rol als aanjager om structuureel fors te investeren in een hoogwaardige ict-infrastructuur. Er ligt een plan om onder de koepel van de Stichting Surf (een ict-samenwerkingsverband in het hoger onderwijs) NCF en het publieke deel van SARA te laten opgaan in een nieuw onderdeel van Surf (waar dienstverlener Surfnet al onderdeel van is). Verder komt er een nationaal e-science researchcentrum en zijn er ideeën over een bundeling over een vergaande samenwerking van universiteiten op ict-infrastructuurgebied. Ook ligt er een toezegging van het kabinet om in Amsterdam een van de vijf Europese supercomputers te laten bouwen in het kader van de Partnership for Advanced Computing.
Het belang is groot, benadrukken de samenstellers, want een onderzoeker die gebruik mag maken van de allersnelste supercomputer krijgt een technologievoorsprong van zes tot acht jaar ten opzichte van de even slimme onderzoeker die met nummer 500 aan de slag moet. Een schrale troost: die heeft dan weer zo’n tien jaar technologische voorsprong op de vorsers die nog van een pc gebruik moeten maken.
Tot de voorraad strekt
‘De Rekenmeesters. Een toekomstgericht beeld van 25 jaar grootschalig rekenen in Nederland’ (ISBN: 978-90-77875-50-6) is op te vragen bij NCF per email ncf@nwo.nl, zolang de voorraad strekt. Het ruim driehonderd pagina’s tellende en fraai geïllustreerde boek beschrijft de geschiedenis van het elektronisch rekenen en de (nationale) supercomputerdienstverlening, en de betekenis van supercomputers voor de wetenschappelijke gemeenschap in Nederland.